SER: Genoemde inkomsten Land ‘niet realistisch en onvoldoende onderbouwd’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De SER is van mening dat voor diversificatie van de economie méér nodig is dan versterking van i-Gaming.
Maar het adviesorgaan is wél van oordeel dat het Land Curaçao - vanwege zijn internationaal erkende en geconsolideerde positie als i-Gaming jurisdictie - kan rekenen op een redelijke en billijke compensatie die mogelijk wordt gemaakt door nieuwe fiscale wetgeving en een geheel nieuwe, concurrerende belasting.
Dat schrijft de Sociaal-Economische Raad (SER) in een advies over de ontwerp-Landsverordening op de kansspelen 2021 alsmede de ontwerp-Landsverordening op de kansspelbelasting 2021. ,,Daarbij is het van belang dat de wet en de heffing in de lokale praktijk werkbaar zullen zijn. Dit moet zoveel mogelijk worden ingeschat alvorens de wet geformaliseerd wordt.”
Het Antilliaans Dagblad berichtte gisteren onder de kop ‘Sector i-Gaming nieuwe melkkoe’ over de wetsontwerpen om de online kansspelen te moderniseren en te reguleren, maar tegelijkertijd ook te zorgen dat het Land en de bevolking er meer van profiteren in plaats van dat alle winsten naar een handjevol vergunninghouders (masterlicentiehouders) gaat. In de Memorie van Toelichting (MvT) wordt gesproken over miljarden aan bruto spelresultaat behaald door exploitanten van i-Gaming, en vele tientallen miljoenen tot een paar honderd miljoen die met de nieuwe wet in de Landskas zouden kunnen vloeien.
Deze krant beschikt óók over het advies van de SER. Met de invoering van nieuwe kansspelregelgeving zal de bevoegdheid om sub-licenties uit te geven exclusief bij de nieuw op te richten toezichthouder, Curaçao Gaming Authority (CGA), komen te liggen. ,,Daarmee komt er een einde aan de praktijk van de sub-licenties en aan het bestaan van de zogenaamde masterlicentiehouders”, constateert de SER.
Daar zitten volgens het adviesorgaan - bestaande uit vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties, vakbonden en onafhankelijke leden - nogal wat haken en ogen aan. Daarom pleit de SER voor een ‘gefaseerde invoering’. Want: ,,Indien deze wetgeving wordt ingevoerd, hoe verwacht de regering concreet invulling te kunnen geven aan het inrichten van de CGA met een ervaren en deskundig bestuur en een team van ervaren en deskundige medewerkers?” Ook vraagt de SER zich af of Financiën is ingericht ‘met een team van deskundigen terwijl professionals met een dergelijk profiel niet aanwezig zijn in de arbeidsmarkt op Curaçao?’.
Tegelijkertijd wordt gewezen op het belang van de bestaande vergunninghouders en vraagt de SER zich af op welke wijze het directe inkomensverlies van ‘120.000 gulden per maand aan derving van vergunningsgelden’ van de masterlicentiehouders worden gecompenseerd. En: Hoe denkt de regering zich te verweren tegen ‘te verwachten claims’ van masterlicentiehouders wier vergunningen zijn afgegeven met een looptijd van vijf jaar en welke pas in 2023 verlopen?
,,Er is goede samenwerking nodig tussen de toezichthouders en de private sector om een soepele overgang te bewerkstelligen”, aldus het advies. ,,Indien gekeken wordt naar Malta als voorbeeld, dan ziet men dat men daar indertijd begonnen is met kleine stappen en daarna het toezichtapparaat en de regels steeds meer is gaan invullen en aanscherpen. Dit kan/moet een goed voorbeeld zijn voor Curaçao; indien men te grote stappen (veranderingen) in één keer wil nemen, riskeert men dat deze niet te verwezenlijken zijn door tekort aan menskracht, een negatieve impact zal hebben op de bestaande economische basis, verval van reputatie et cetera.”
De in de wetsontwerpen genoemde inkomsten voor de Landskas van 115 miljoen in het eerste jaar, en daarna oplopend tot 215 miljoen in 2024, zijn volgens de SER ‘niet realistisch, onvoldoende onderbouwd en in feite een slag in de lucht’.
De huidige wetsontwerpen I-Gaming geven de SER de indruk van een ‘ad-hoc karakter’ waarbij ervan uit wordt gegaan dat ‘op snelle wijze de inkomsten voor de Landskas aanzienlijk kunnen worden verhoogd’.
Los van het bovenstaande is de Sociaal-Economische Raad van oordeel dat het misplaatst is om de invoering van deze wetten te koppelen aan de covidpandemie en de daaruit voortvloeiende economische problemen van het Land Curaçao. ,,De behoefte aan modernisering - die bovendien met name aangemoedigd is vanuit de sector zelf - bestaat al veel langer, en de pandemie met alle negatieve financiële gevolgen kan naar het oordeel van de SER niet gebruikt worden om onvoldoende doordachte en overhaast opgestelde regelgeving door te voeren.”
Dit zal volgens het adviesorgaan, met participatie van werkgeversorganisatie en vakbeweging, met een grote mate van waarschijnlijkheid leiden tot ‘onverantwoorde gevolgen met geenszins financiële voordelen voor het land’.
In het verlengde van het voorgaande merkt de SER op dat de overheid decennialang heeft nagelaten om de sector zodanig te reguleren waardoor het nu gerechtvaardigd zou zijn om een extra bijdrage te verlangen. ,,Dit laat onverlet dat een grotere bijdrage zou kunnen worden verkregen indien op de juiste wijze zou worden gemoderniseerd. Met de invoering van deze wet zal dat doel naar verwachting niet worden bereikt”, oordeelt het orgaan dat regering en Staten adviseert.
De SER vindt het ‘een omissie’ dat in de financiële paragraaf en ook elders in de Memorie van Toelichting (MvT) gegevens ontbreken over de huidige omvang en bijdrage van de i-Gaming industrie. ,,Zodoende kan er geen vergelijking gemaakt worden met de te verwachten inkomsten.”
Bij de weergave van de huidige inkomsten moeten naar het oordeel van de SER niet uitsluitend de inkomsten direct verkregen uit het afgeven van de vergunningen meegerekend worden, maar tevens de indirecte inkomsten die voortkomen uit de vestiging van bedrijven op Curaçao, zoals de huur van gebouwen en bestedingen en belastingafdrachten van personeel dat in de i-Gaming sector werkzaam is.
De aannames over de online kansspelenindustrie en over te verwachten opbrengsten die in de MvT van de ontwerpen staan genoemd doen de SER ‘niet realistisch voorkomen’. ,,Vooral de aanname dat de sector kan worden uitgebreid terwijl het regime met eisen, kosten en obstakels wordt verzwaard, lijkt zeer hypothetisch.” Een realistischer aanname is, naar de mening van de SER, dat met invoering van deze wetten ‘de sector zal worden verkleind of zelfs nagenoeg zal verdwijnen’. Het effect van het slachten van de kip met de gouden eieren, zo begrijpt het Antilliaans Dagblad.
Gelet op de geplaatste kritische kanttekeningen komt de SER tot de conclusie dat deze twee ontwerp-landsverordeningen ‘niet in afdoende mate beantwoorden aan het doel’ waarvoor zij zijn ontworpen als integraal onderdeel van het moderniseringspakket.
De SER beveelt de regering aan om de nodige zorg en aandacht te geven aan de punten die het adviesorgaan in advies naar voren heeft gebracht. Daarbij wordt de regering (lees: de minister van Financiën) in overweging gegeven op zeer zorgvuldige en doelgerichte wijze, ingekaderd in een alomvattende visie, uitvoerig afstemming te plegen met de sector en de input van de sector, met behulp van belastingadviseurs van zowel binnen als buiten de overheid en financiële experts, daadwerkelijk te verwerken in een hernieuwde conceptwetgeving; zulks ter verkrijging van breed draagvlak voor de invulling en vormgeving van het reeds in 2019 ontworpen moderniseringspakket.
,,Een ex ante evaluatie naar de financiële en economische implicaties van een hernieuwde wetsvoorstellen is voorts aan te bevelen. Tevens is het hierbij in het belang van Curaçao om op zorgvuldige en diligente wijze vorderingen te maken op dit vlak.”
Er wordt volgens de SER namelijk van uitgegaan dat een verhoging van de tarieven geen verschuiving naar elders zal veroorzaken. ,,Met andere woorden, er wordt geen rekening gehouden met de elasticiteit van het product, noch is daar onderzoek naar gedaan.”
De SER geeft de regering in overweging om een dergelijk onderzoek alsnog uit te voeren, zodat ‘een realistische kosten-batenafweging’ kan worden gemaakt alvorens de wet in werking treedt.