Nieuwe tranches steun onzeker tot aannemen wetten
Van onze correspondent
Den Haag - Uiterlijk in oktober gaat Nederland in overleg met Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS) over het aflossen of herfinancieren van de leningen van de liquiditeitssteun.
Dat schrijft staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties in de antwoorden aan de Tweede Kamer op vragen over het jaarverslag Koninkrijksrelaties 2020. De staatssecretaris legt aan de Kamer verder uit dat nieuwe tranches liquiditeitssteun nog verre van zeker zijn.
Op Curaçao blijft de benodigde wetgeving waarmee aan de voorwaarden van kortingen op de arbeidsvoorwaarden van ambtenaren, politici en topfunctionarissen in de (semi)publieke sector kan worden voldaan, nog steeds uit. Op Sint Maarten is die wetgeving wel tot stand gekomen, maar loopt een bezwaarprocedure van de Ombudsman bij het Constitutioneel Hof, die een opschortende werking heeft. Daarnaast speelt daar het eind mei opgelaaide conflict rond de bestuurscultuur bij de luchthaven nog steeds.
De renteloze leningen aan de CAS-landen lopen tot april 2022 en zouden daarna moeten worden afgelost. Hierover is zowel in de Kamer als in de landen veel discussie geweest, omdat wordt betwijfeld of aflossing realistisch is. Een gift zou volgens veel politici van meer solidariteit met de partners in het Koninkrijk getuigen.
Het gaat om aanzienlijke bedragen. De verstrekte steun tot nu toe voor Aruba is 722 miljoen florin, Curaçao 668 miljoen gulden en Sint Maarten 172 miljoen gulden. Aldus het College financieel toezicht onlangs in een presentatie voor de Vaste Kamercommissie Koninkrijksrelaties.
Knops heeft van meet af aan aangegeven dat hij zich kon voorstellen dat aflossing niet haalbaar is in 2022. Herfinanciering lijkt realistischer. Hij schrijft hierover aan de Kamer: ,,Voorafgaand aan de afloop van deze leningen zullen deze worden geëvalueerd. Uiterlijk in oktober 2021 worden de gesprekken met de landen opgestart om te bezien op welke wijze de landen de leningen kunnen aflossen.”
Het College Aruba financieel toezicht (CAft) treedt op als adviseur over de liquiditeitssteun. Dit heeft herfinanciering genoemd als mogelijkheid. Knops geeft bij een ander antwoord aan dat hij het CAft vorige week opnieuw heeft verzocht om een raming te maken voor de liquiditeitsbehoefte van de CAS-landen voor 2021.
Dit laatste antwoord houdt ook verband met een vraag van de Kamer over de kritiek van de Nederlandse Algemene Rekenkamer op het gebruik maken van de uitzonderingsregel in de Comptabiliteitswet om zonder voorafgaande instemming van de Tweede en Eerste Kamer leningen te verstrekken. Met een spoedprocedure zou dit ook op tijd geregeld kunnen worden. Volgens Knops is dat in 2021 nog niet het geval, omdat er geen solide onderliggende gegevens zijn om een raming van de liquiditeitsbehoefte voor 2021 op te kunnen stellen.
Om toch tegemoet te komen aan de begrotingsregels, ‘verkent de staatssecretaris samen met zijn collega van Financiën de mogelijkheden om voor toekomstige liquiditeitsleningen de middelen te verstrekken op een wijze waarbij de begrotingsautorisatie van de Kamer en de Eerste Kamer gestand kan worden gedaan’. Met dat doel is opnieuw om een raming gevraagd. Het streven van Knops is om ‘voor de eventuele verstrekking van liquiditeitsleningen over het vierde kwartaal 2021 uitsluitsel te geven’.