Gouverneur geeft hoopvolle toespraak op Koningsdag
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Dat het Koninkrijk zijn nut heeft bewezen, is meer dan ooit duidelijk geworden tijdens het afgelopen jaar van de coronapandemie. Daar heeft gouverneur Lucille George-Wout in haar toespraak gisteren op Koningsdag op gewezen.
,,Ook binnen het Koninkrijk kijken we naar elkaar om en staan we elkaar bij. De voorbeelden hiervan zijn ook de afgelopen tijd (in de coronapandemie, red.) talrijk.”
Daarom vindt zij Koningsdag bij uitstek een dag om ‘onze unieke verbondenheid met de vier landen van het Koninkrijk en de drie openbare lichamen te waarderen en te vieren’.
,,Samen staan we sterk”, was een van de uitspraken van de gouverneur. Ze wees erop dat er weliswaar binnen het Koninkrijk culturele tradities zijn die soms sterk van elkaar verschillen. En: ,,Onze gezamenlijke geschiedenis heeft zowel bittere perioden als tijden van hoop en verwachting gekend.”
Maar ondanks deze soms grote verschillen in ervaring en beleving die er zijn, ‘zijn we ruim twee eeuwen in een Koninkrijk verbonden’. George-Wout: ,,Dat is veelzeggend. Zonder verschillen van inzicht te verdoezelen, is het goed om oog te hebben voor wat ons verbindt.” Ze geeft voorbeelden van hoe de landen in het Koninkrijk elkaar hebben bijgestaan: ,,Tientallen zorgmedewerkers uit Nederland die begin deze maand aankwamen op Hato om hun collega’s in het Curaçao Medical Center bij te staan, voedselhulp die de Nederlandse regering via het Rode Kruis beschikbaar stelt, 30.000 extra vaccins die met spoed werden geleverd door de Nederlandse overheid, de hulp die Defensie biedt bij het vaccineren van onze bevolking en bij het handhaven van de openbare orde en Aruba die patiënten opvangt om druk op onze ic te verlichten. En op onze beurt konden wij onze Koninkrijksgenoten uit Bonaire helpen met opvang van hun patiënten toen dat nodig was.”
De toespraak van de gouverneur ademde ook vooral hoop uit voor de toekomst. ,,Hoewel de cijfers nog altijd verontrustend zijn en het personeel in de zorg overuren draait, lijkt het erop dat er langzamerhand een ommekeer aan zit te komen. In de persconferentie van 15 april werd het treffend verwoord door de minister-president: ,,Het kantelpunt nadert, het punt waarop het vaccin de overhand krijgt op het virus. Tot die tijd is het een kwestie van volhouden. Het is niet zo dat we de maatregelen tegen de verdere verspreiding van het virus kunnen veronachtzamen. Het is nog steeds zaak om contacten te vermijden en andere geldende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Dit gaat in tegen onze wensen en gevoelens. We geven elkaar graag ‘brasa’s’. Maar nu kan dat even niet.”
George-Wout zegt dit nadat ze eerst het moeilijke afgelopen jaar beschrijft. ,,Ruim een jaar geleden ging ons mooie eiland op slot als reactie op de toen oplaaiende coronapandemie. Dat luidde een periode in van onzekere en bange dagen, weken, maanden. Even leek het een periode beter te gaan. Nu lijkt het alsof we weer terug bij af zijn. Zeker nu, op Koningsdag, had ik gehoopt op meer bewegingsvrijheid. Ook hier in dit paleis waar het normaal rond deze tijd zo levendig is, is de stilte voelbaar. Maar het coronavirus heeft zich nog niet volledig laten temmen. Wij kunnen er niet omheen, het coronavirus trekt een zware wissel op onze samenleving. Op iedereen die door corona een geliefde moet missen. Op mensen die er ziek van zijn, of die worstelen met de lichamelijke en mentale nasleep van het virus. Op ouderen en jongeren die vanwege de sociale beperkingen te maken krijgen met spanningen of eenzaamheid. Op al onze ondernemers en op mensen die hun baan hebben verloren of dreigen te verliezen. In gedachten ben ik bij jullie.”
De gouverneur is echter ook overtuigd dat Curaçao en ieder afzonderlijk er weer bovenop komt. Ze stelt: ,,Heb uw naaste lief als uzelf, dit betekent voor mij: zie naar elkaar om, help elkaar, troost elkaar. Precies wat we nu zien gebeuren in onze wijken, waar buurtgenoten elkaar bijstaan met het halen van boodschappen, of net wat extra letten op degene die nu minder bezoek kunnen ontvangen. Elkaar onvoorwaardelijk bijstaan ongeacht religie, afkomst of achtergrond. Veel Curaçaoënaars herkennen zich daarin en dat maakt mij trots.”
Tot slot staat George-Wout stil bij dankbaarheid: ,,Net als tussen mensen onderling, is het betuigen van dank tussen landen niet altijd eenvoudig. Het uiten van waardering kan iemand kwetsbaar doen lijken, omdat daarmee wordt erkend dat men bij een ander in de schuld staat. Toch is het van belang dat we niet alleen als mensen onderling, maar ook als landen binnen het Koninkrijk dankbaarheid uitdrukken. Niet als teken van zwakte, maar als teken van kracht. Meer dan ooit zijn deze blijken van waardering tussen mensen, maar ook tussen onze Koninkrijksgenoten, van wezenlijke betekenis.”