Centrale Bank laat lagere winst zien over 2019; stijging operationele kosten
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) heeft de jaarrekening 2019 - vijftien maanden na einde boekjaar - gepubliceerd.
De accountantsverklaring dateert van 28 januari 2021, maar daarna moesten ook de raad van commissarissen (RvC) en de vermogensgerechtigden nog instemmen. In november liet de CBCS desgevraagd weten ‘in de fase van afronding van haar jaarrekening 2019’ te zijn en deze, zoals gebruikelijk, te publiceren op haar website ‘zodra deze jaarrekening is vastgesteld door de vermogensgerechtigden’. Dit zijn de regeringen van de landen.
De jaarcijfers 2019 van de toezichthouder zijn eind vorige week op de website van de CBCS geplaatst. Het jaarverslag zelf werd al op 23 juli 2020 gepresenteerd door toen nog Centrale Bank-president ad interim José Jardim. Enige tijd daarna trad Richard Doornbosch aan als de nieuwe president van de CBCS.
De ‘Condensed Financial Statements as of December 31, 2019’ laten zien dat de gezamenlijke Centrale Bank van Curaçao en Sint maarten over dat jaar een winst heeft geboekt van bijna 6,9 miljoen gulden. Dat was een stuk minder dan het nettoresultaat van 20,1 miljoen over het voorgaande jaar.
Wat aan de publicatie opvalt is dat de totale uitgaven zijn gestegen; waren die eerst 63,8 miljoen (in het jaar 2018), twaalf maanden later waren die gegroeid tot 69,1 miljoen. Dat lag voornamelijk aan de algemene operationele kosten die gestegen waren tot 61,3 miljoen (waren 56,3 miljoen).
Aan de inkomstenkant van de CBCS is zichtbaar dat de netto rente-inkomsten in boekjaar 2019 flink zijn gedaald, namelijk tot 61,6 miljoen tegenover een jaar daarvoor nog 68,9 miljoen. Daarbij is te zien dat de eigen rentekosten van de Centrale Bank in Scharloo iets zijn gestegen van 9 ton naar 976.000 gulden.
Een andere belangrijke opbrengstenpost is het toezicht. De inkomsten uit het houden van toezicht bedroegen in 2019 ruim 11 miljoen; gelden die de onder toezicht staande financiële instellingen aan de CBCS moeten afdragen. Over 2018 was dit iets minder, maar toen kwam deze post uit op bijna 11 miljoen.
Op de winst- en verliesrekening ook opmerkelijk hoge bedragen aan (on)gerealiseerde winsten of verliezen op de beleggingen van de CBCS. In dit geval een hogere winst van zelfs 183,7 miljoen (afgezet tegen een verlies van 11,2 miljoen over 2018). Dit bedrag wordt echter niet uitgekeerd, maar direct toegevoegd aan de reserves door middel van een zogeheten dotatie van 183,8 miljoen.
Het betreft vaak waarden die kunnen fluctueren, zoals de post goud en deviezen die belegd worden. Op de balans is dan ook te zien dat de waarde van de goudvoorraad tussen 31 december 2018 en 31 december 2019 flink is gestegen: van 964,5 miljoen tot 1.146,1 miljoen twaalf maanden later.
De totale activa van de CBCS bedroegen eind 2019 zo’n 3.983,9 miljoen (bijna 4 miljard) in vergelijking met 3.990,6 miljoen een jaar daarvoor. Het deel aan eigen vermogen - ‘equity’ - bedraagt 1.087,8 miljoen (was 897,2 ultimo 2018); een stijging vooral als gevolg van een hogere reserve. Circa een kwart van de CBCS-balans bestaat uit eigen vermogen. Althans vijftien maanden terug.
20 Miljoen winst uitgekeerd
Op 9 april 2020, dus nu ruim een jaar geleden, heeft de Centrale Bank CBCS op basis van de financiële resultaten over 2018 de winst van dat jaar - 20,1 miljoen - uitgekeerd aan de landen Curaçao en Sint Maarten. Zo valt te lezen in de ‘Notes to the condensed financial statements’ ofwel toelichting op de jaarrekening 2019.
Daarin wordt onder het kopje ‘Subsequent events’ ook vooruitgeblikt. Natuurlijk gaat het dan ook over Covid-19 en de grote gevolgen voor de wereldeconomie. Ook voor de landen van de monetaire unie, Curaçao en Sint Maarten, die te maken kregen met een enorme krimp van hun economie (20 tot ruim 23 procent, red.).
Door de coronacrisis zijn de rentetarieven scherp afgenomen en als gevolg daarvan zijn de rente-inkomsten van de Centrale Bank in Willemstad substantieel gedaald in 2020. De verwachting is, aldus de toelichting bij de jaarrekening, dat de rentestand relatief laag blijft. De CBCS heeft een plan van aanpak opgesteld om de negatieve effecten hiervan op de financiële resultaten van de Centrale Bank op te vangen, alsmede de noodzakelijke bijdragen aan aanvullend kapitaal door de landen - wettelijk zo geregeld in het Bankstatuut - beperkt te houden.
Uit eerdere publicaties in het Antilliaans Dagblad, op basis van verklaringen van de CBCS, blijkt dat in 2020 de terugval van de rente-inkomsten circa 18 miljoen bedraagt. Daarmee komt het verwachte resultaat uit op een verlies van 6,2 miljoen over 2020.
De internationale interestverwachtingen wijzen er volgens de Centrale Bank op dat de effecten van de coronacrisis op de interestpercentages nog merkbaar zullen zijn tot zeker de jaren 2022/2023. Bij de opstelling van haar projecties voor de jaren 2021 tot en met 2024 is de CBCS daarom ervan uitgegaan dat deze renteopbrengsten ook ongeveer 18 miljoen per jaar minder zullen zijn en dat deze pas geleidelijk weer zullen toenemen.
Volgens de projecties die via de Sint Maartense minister van Financiën eerder naar buiten zijn gebracht, gaat het om de volgende verliezen: 6,2 miljoen (2020); 5,6 miljoen (2021); 23,1 miljoen (2022); 23,8 miljoen (2023); en 18,8 miljoen (2024). Bij elkaar tussen 2020 en 2024 projecteert de CBCS dus een verlies van 87,5 miljoen gulden. Het betreft hier overigens een ‘projectie’ en niet per se een verwachting.
Ook accountant BDO (Dutch Caribbean) wijst in dit verband op de in het Centrale Bankstatuut neergelegde verplichting van de landen om het reservefonds van de CBCS ‘aan te zuiveren’, mocht dit noodzakelijk zijn. Registeraccountant Gerd Glaudemans van BDO verstrekte eind januari 2021 zijn verklaring.