Teller staat al op minimaal 135 miljoen gulden
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In de hectiek van de verkiezingen en ook de onderhandelingen met een nieuwe operator wordt het bijna vergeten, maar de schuld van ex-exploitant Refineria Isla/PdVSA aan Curaçao is aanzienlijk en loopt dagelijks verder op. Namelijk met een ton per dag.
Het is alweer ruim veertien maanden geleden dat het contract tussen overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK, als eigenaar/huisbaas) en Isla/PdVSA (als huurder/exploitant) per 31 december 2020 is beëindigd.
Toch heeft de Venezolaanse staatsoliemaatschappij Petróleos de Venezuela heel wat onbetaalde schulden. Aan voormalige werknemers in het kader van de niet afgerond afvloeiingsregeling, gepensioneerden, aannemersbedrijven, de belastingdienst en dus ook aan RdK. In augustus 2019 waarschuwde RdK er in de Staten al voor dat er een grote kans was dat Refineria Isla en moedermaatschappij PdVSA aanzienlijke schulden zouden achterlaten.
Na twee vonnissen in het voordeel van RdK en/of RdK’s dochteronderneming Curaçao Refinery Utilities (CRU), namelijk in maart 2020 en in december jongstleden, staat de teller al op minimaal 135 miljoen gulden. Het gaat om achterstallige zogeheten Take-or-Pay-afdrachten van 52,7 miljoen dollar en Storages Fees van 11 miljoen gulden, plus 99.000 gulden die daar sinds medio augustus vorig jaar elke dag bijkomt.
Met deze bedragen is RdK intussen de grootste crediteur van Isla/PdVSA. Pogingen om een betalingsregeling overeen te komen liepen op niets uit. Daarom is beslag gelegd op banktegoeden en op aandelen van het PdVSA-bedrijf in Nederland dat eigenaar is van de Bopec-terminal op Bonaire, om - al is het maar iets - te kunnen incasseren.
Ook is er beslag gelegd op de resterende inventaris in olietanks op Curaçao en is het proces in gang gezet om andere PdVSA-eigendommen te verkopen. Uiteindelijk moet RdK, dat zonder inkomstenbron zit, ook de operationele kosten kunnen blijven dekken.
Er lopen verscheidene rechts- en arbitragezaken. Behalve de genoemde zaken met vonnissen in maart en december 2020, heeft Isla/PdVSA bij het International Centre for Dispute Resolution (ICDR) arbitrage aanhangig gemaakt in New York, maar werd dit beantwoord met een tegenclaim door RdK.
Dit laatste wegens het niet afdragen van leasegelden, een zogeheten ‘non-production penalty’ (de raffinaderij stond al vanaf 2018 en daarna vooral in 2019 feitelijk stil), verder ook wegens groot achterstallig onderhoud aan de raffinaderij en de terminal bij Bullenbaai, en wegens vervuiling van grond en water.
Er loopt tevens arbitrage bij het ICC International Court of Arbitration, geïnitieerd door Isla/PdVSA tegen RdK en CUC (Curaçao Utilities Company) in verband met claims met betrekking tot de BOO-krachtcentrale (tegenwoordig CRU genaamd).
Omgekeerd is RdK bezig verdere uitvoering te geven aan de beslagmaatregelen door in Nederland de aandelen Propernyn bv, waar PdVSA eigenaar van is, te gelde te maken.