Centrale Bank wil deel verhoging license fee om verliezen te dekken
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De ‘bank der banken’, de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), kampt als gevolg van de crisis zelf ook met zwaar weer. Tussen 2020 en 2024 projecteert de CBCS een verlies van 87,5 miljoen gulden.
,,Het betreft een projectie en niet de verwachte uitkomst”, nuanceert een woordvoerder. En: ,,Het gaat om de operationele opbrengsten en kosten; de operationele begroting dus. Niet om de Centrale Bank-taken. Onze deviezenpositie is uitstekend.”
De krant The Daily Herald op Sint Maarten berichtte erover aan de hand van antwoorden van Financiënminister Ardwell Irion aan de Staten in Philipsburg. Tegenover het Antilliaans Dagblad legt de persvoorlichter uit dat ‘als gevolg van de coronacrisis de intereststanden op de internationale markt fors zijn gedaald’.
,,Hierdoor zijn de interestopbrengsten van de CBCS gedaald, wat een afname van de interestopbrengsten van circa 18 miljoen gulden in 2020 met zich mee heeft gebracht.” Volgens de Centrale Bank in Scharloo geven de internationale interestverwachtingen aan dat de effecten van de coronacrisis op de interestpercentages ‘nog merkbaar zullen zijn tot zeker 2022-2023’.
,,Bij de opstelling van haar projecties voor de jaren 2021 tot en met 2024 is de CBCS derhalve ervan uitgegaan dat deze interestopbrengsten ook ongeveer 18 miljoen per jaar minder zullen zijn en dat deze pas geleidelijk weer zullen toenemen.”
Volgens de projecties die de Sint Maartense bewindsman naar buiten bracht gaat het om de volgende verliezen: 6,2 miljoen (2020); 5,6 miljoen (2021); 23,1 miljoen (2022); 23,8 miljoen (2023); en 18,8 miljoen (2024). Opvallend zijn de geprojecteerde aanzienlijke verliezen volgend jaar en daarna, terwijl de coronacrisis het afgelopen jaar het hevigst toesloeg. Niet voor niets dus de nuancering dat de ‘verwachting’ anders uitpakt dan deze projectie.
Toch zijn door de CBCS al wel verschillende kostenverlagende maatregelen doorgevoerd, aldus de woordvoerder, die zich haast eraan toe te voegen dat ‘die de kwaliteit van de wettelijke takenvervulling niet aantasten’. Het gaat om reorganisatie en het inkorten op de arbeidsvoorwaarden van het personeel.
Er is evenwel méér nodig. In het Bankstatuut is opgenomen dat op het moment dat het reservefonds van de CBCS onder het vereiste minimum raakt, en de Centrale Bank dit niet zelf kan aanvullen, de Landen het reservefonds dienen aan te zuiveren tot het vereiste minimum.
,,Bewust van de financiële situatie van de Landen (Curaçao en Sint Maarten, red.) heeft de CBCS een plan opgesteld dat moet leiden tot beperken c.q. eliminatie van de begrotingstekorten en daarmee ook de aanzuiveringsplicht van de Landen.”
De woordvoerder vertelt aan deze krant dat het plan berust op onder andere ‘het aanpassen van het Bankstatuut’ om ‘rendabeler beleggen van de daarvoor in aanmerking komende deviezenreserves mogelijk te maken’.
Verder gaat het om het aanpassen van de bestaande wetten op het gebied van doorbelasting van de toezichtkosten, zodat de mogelijkheid wordt gecreëerd dat CBCS alle toezichtkosten kan doorbelasten aan de onder toezicht vallende instellingen.
Maar ook, tot slot, het overeenkomen met de Landen dat de CBCS voor een aantal jaren de helft van de geplande verhoging van de ‘license fee’ (licentierechten) niet hoeft af te dragen, maar deze kan beschouwen als onderdeel van haar inkomen. Het betreft een verhoging van 1 tot 1,5 procent. Dan zou 0,25 procentpunt naar de Centrale Bank gaan.
De verhoging van de license fee met 0,5 procentpunt was in het geval van Curaçao al bedoeld om 267 miljoen - door de Centrale Bank aan de noodlijdende Girobank verstrekt overbruggingskrediet - af te betalen. Voor Sint Maarten was het een extra bedrag om de (tekorten op de) overheidsbegroting aan te vullen.
Het is nog onbekend hoe de regeringen in Willemstad en Philipsburg reageren op deze voorstellen die tot doel hebben om CBCS uit de mincijfers te halen.