Liquiditeitspositie Land Curaçao positief door steun Nederland en uitstel betalingen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In plaats van een kastekort van 852,7 miljoen gulden, waarmee eerder rekening werd gehouden, heeft het Land Curaçao het jaar 2020 naar verwachting afgesloten met een positieve liquiditeitspositie van 158,8 miljoen.
Het nieuwe jaar 2021 begon dus met geld in de overheidskas. Reden voor het grote verschil: allereerst de liquiditeitssteun van Nederland van 286 miljoen eind vorig jaar en van alles bij elkaar 668 miljoen gedurende de negen coronacrisismaanden in 2020. Maar daarnaast óók omdat veel overheidsuitgaven in het laatste kwartaal naar beneden zijn bijgesteld.
Dat blijkt uit de jongste liquiditeitsprognose over de periode tot en met december 2020. Het Antilliaans Dagblad ontving desgevraagd de cijfers in Excel-spreadsheets en bestudeerde de getallen. Volgens deze prognose zou de Curaçaose overheid per 31 december 158,8 miljoen plus in kas moeten hebben. Een maand eerder bedroeg dit nog 271,5 miljoen, nadat in diezelfde maand Nederland 286 miljoen in de vorm van een renteloze lening had gestort.
Aanvankelijk was in de voorgaande liquiditeitsprognose, met peildatum 21 oktober 2020, berekend dat Curaçao in het laatste kwartaal in het rood zou belanden: met -153,1 miljoen in kas eind oktober; -553 miljoen eind november; en zelfs -852,7 miljoen eind december.
Het beeld volgens de meest recente prognose van het ministerie van Financiën ziet er een stuk gunstiger uit, namelijk +76,3 miljoen per eind oktober; +271,5 miljoen ultimo november; en dus +158,8 miljoen met de jaarwisseling.
De totale vooraf ingeschatte reguliere ontvangsten zijn vrijwel gelijk gebleven, afgezien van de in principe incidentele begrotingssteun vanuit Nederland. Maar aan de uitgavenkant is op diverse fronten flink bijgeschaafd.
Zo zijn de betalingen van de overheid aan crediteuren vertraagd; was er aanvankelijk 50 miljoen voor een inhaalslag gepland (door de lockdown waren in de voorgaande maanden minder betalingen uitgevoerd), in het laatste overzicht is dit teruggebracht tot 30 miljoen. Dat is echter uitstel, want de verplichtingen blijven.
In het kader van de - nog altijd niet afgeronde - boedelscheiding (in verband met het Land Nederlandse Antillen) was aanvankelijk rekening gehouden met bijna 85 miljoen aan uitgaven, maar dat is voorlopig teruggebracht naar nul.
Verder is ook de reguliere landsbijdrage aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) teruggeschroefd. Dat geldt eveneens voor bijna 37 miljoen aan achterstanden in de SVB-Landsbijdrage.
Door het langdurig niet uitbetalen van de afdrachten aan de SVB en hetzelfde aan pensioenfonds APC worden de exploitatietekorten impliciet gefinancierd door oplopende schulden aan SVB en APC, waardoor de financiering van de uitgaven van de gewone dienst van de Landsbegroting het karakter krijgt van een lening.
Overigens, door de premiederving de afgelopen maanden bij de SVB, als effect van de Covid-19-crisis, moet het Land zorgen voor compensatie van de sociale verzekeraar.
Een ‘meevaller’, althans voorlopig, is verder de 35 miljoen die in eerste instantie was opgenomen voor VVU-uitkeringen (vrijwillige vervroegde uittreding van ambtenaren), maar die is kennelijk vooruitgeschoven. De verwachting is dat de VVU-uitbetaling nu in maart 2021 plaatsvindt.
Fors minder uitgaven Noodfonds Covid-19
Ook op de uitgaven Noodfonds Covid-19 is door de Curaçaose overheid aanzienlijk beknibbeld. Tenminste, als deze worden vergeleken met wat het ministerie van Financiën hiervoor in eerste instantie had gerekend.
Gecalculeerd was dat hier in oktober 51,5 miljoen mee zou zijn gemoeid (maar het werd 10,7 miljoen); in november was dat 49,3 miljoen (het werd 6,6 miljoen); en voor de laatste maand van 2020 was rekening gehouden met 47 miljoen (maar dit werd later voorlopig bijgesteld tot 31,6 miljoen).
Al met al heeft dit tot gevolg gehad dat de uiteindelijke totale Landsuitgaven aanzienlijk lager waren dan vooraf in verband met de voorlaatste liquiditeitsprognose was ingeschat. Soms wel de helft minder in de laatste drie maanden van het voorbije jaar.
Samen met de door het College financieel toezicht (Cft) goedgekeurde begrotingssteun werd hierdoor voorkomen dat Curaçao daadwerkelijk in een situatie van een negatieve kaspositie belandde.
Toch zullen ook in 2021 de overheidsinkomsten fors lager zijn, als gevolg van de coronacrisis (waardoor er minder loonbelasting, winstbelasting, omzetbelasting en sociale premies zullen kunnen worden afgedragen), en anderzijds de uitgaven hoger (zoals aan Landsbijdrage SVB en aan het Noodfonds).
Ook zijn veel uitgaven vooruitgeschoven naar een latere periode. Zoals de betalingen van crediteuren, alsmede de VVU-uitbetaling.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.