Leeftijd: 31
Land van herkomst: Venezuela
Kinderen: 1
Beroep: politieagent
Aantal jaar op het eiland: 4 jaar
Toen ik voor het eerst naar Curaçao kwam, kwam ik per vliegtuig, maar ik werd gedeporteerd en de tweede keer kwam ik met de boot. Ik was een politieagent in Venezuela, en het zat eraan te komen. In Venezuela is er een koepel van corruptie en veel ambtenaren zijn het niet eens met wat er gebeurt. Ambtenaren zoals ik zijn niet geschikt om deel uit te maken van dit netwerk van corruptie. Ze lieten ons in 2013 op Maduro stemmen. Op een dag verzochten ze me in uniform binnen te komen en me te melden bij het stembureau. Een ambtenaar van de gemeente kwam met mij het stemhokje binnen om er zeker van te zijn dat ik op Maduro had gestemd, maar ik wilde daar niet aan meewerken, dus werd ik 6 maanden geschorst. Ze stuurden me naar een afgelegen locatie zonder licht om iets te bewaken. Ik werd daar geplaatst zonder wapen en vest, radio of iets anders om mezelf te verdedigen. Na enige tijd kreeg ik mijn oorspronkelijke baan terug, maar ze bleven bevelen geven om burgers aan te vallen in plaats van ze te beschermen en ik bleef botsen met mijn superieuren. Toen hoorde ik op een dag dat ze me zouden arresteren, dus diezelfde dag nam ik het vliegtuig en vertrok met alleen de kleren die ik aanhad.
De eerste keer hier op Curaçao heb ik hard gewerkt en uiteindelijk heb ik mijn vrouw en dochtertje naar het eiland kunnen halen, maar vier dagen nadat ze geland waren, werd ik gearresteerd en gedeporteerd. Toen ik op het vliegveld in Caracas aankwam, gaf ik de douane een valse naam en toen ze me niet in het systeem konden vinden, lieten ze me gaan. Na een maand ondergronds gewoond te hebben, begaf ik me naar een dorp aan zee, waar ik op het strand woonde en mijn enige kleren in de zee baadde en waste. Ik kon me maar één maaltijd per dag veroorloven en dronk regenwater. Ik ben toen veel afgevallen. Na een maand als een bedelaar te hebben geleefd, kwam ik op een motorboot naar Curaçao. Maar ze accepteerden te veel mensen aan boord, dus de boot bleef water maken op zee. We zijn erin geslaagd terug te keren naar de kust en ze vonden een derde motor om op de boot te zetten. We vertrokken weer en brachten 18 uur op zee door. Het was verschrikkelijk. Het was donker, de zee was zwart en de golven zagen er heel erg gevaarlijk uit. Ik weet dat ik een sterke man ben en dat ik kan zwemmen, maar ik ben nog nooit zo bang geweest in mijn leven. Als je die golven en de grootte van de oceaan ziet, gebeurt er iets in je hoofd. Je weet gewoon dat je het niet zult overleven als je overboord valt.
De oversteek leek nooit te eindigen. Mensen werden ziek en deden hun behoeften direct in de boot. Het was zo donker dat we Curaçao niet konden vinden. We bleven in het donker over de golven navigeren met niets dan duisternis overal om ons heen. Uiteindelijk zagen we de vlammen van de Isla en wisten we dat we dichterbij kwamen, maar toen we dichter bij de kust kwamen, realiseerden we ons dat de kustwacht ons had opgemerkt. We sprongen allemaal overboord en kwamen aan land op de noordkust van het eiland. Ik deed mijn schoenen en kleren uit en rende zo snel als ik kon en verstopte me urenlang tussen de struiken. Er waren helikopters en drones boven ons, op zoek naar ons. Ik bloedde van de krassen op mijn huid, maar bleef de hele dag verborgen, van acht uur 's ochtends tot twee uur na middernacht. Eindelijk kwam ik uit mijn schuilplaats en begon ik te lopen. Toen ik onderweg een bewaker tegenkwam, legde ik uit dat ik een goed mens ben en vroeg ik of hij wat water had en of ik zijn telefoon kon gebruiken. Ik was verbrand door de zon, aan het bloeden en volledig uitgedroogd. Het water dat ik dronk, deed mijn maag zoveel pijn dat ik dacht dat ik dood zou gaan. Toen ik eindelijk bij mijn familie terugkwam, duurde het weken voordat ik lichamelijk herstelde.
Ik zou graag willen dat de mensen van Curaçao meer solidariteit tonen met ons Venezolanen. We zijn ontsnapt aan een dictatuur. Ons leven verkeert in een crisis. Venezuela is altijd een land geweest waar het niet uitmaakte waar je vandaan kwam. Het onderscheid dat mensen hier maken, is voor ons heel ongebruikelijk.
Voor mij ziet de toekomst er niet goed uit. Ik zie geen oplossing. Ik begrijp dat Curaçao de Overeenkomst van Genève niet heeft ondertekend. Ik probeer contact op te nemen met mensen in andere landen om hulp voor ons te krijgen en te kunnen vertrekken. Mijn documenten worden hier verwerkt en ik heb altijd een papier bij me waarin staat dat ik niet kan worden uitgezet, maar ik heb thuis zes mensen die afhankelijk zijn van mij en het inkomen dat ik verdien. We leven allemaal in constante spanning en onzekerheid. Het is bizar om te bedenken hoe mijn leven is veranderd, want ik was politieagent en nog niet zo lang geleden leefde ik in angst voor de politie hier op het eiland. Als mij iets overkomt, kan mijn gezin thuis niet overleven. We kunnen het eiland niet verlaten. Als we vertrekken, moeten we als eerste stop door Venezuela reizen en dat is voor mij geen optie. Mijn leven is in gevaar als ik ooit terugga.
Mijn grootste wens is om vrij te zijn. Vrij zijn. Dat we zijn goedgekeurd voor een juridische status, zodat we kunnen gaan werken aan onze doelen. God zal ons gezondheid geven en we zullen onze doelen bereiken door eraan te werken. We zijn Venezuela niet uit luxe ontsnapt, maar uit noodzaak.
Ik zou willen vragen of een instelling of land in staat is om ons te helpen en ons te beschermen tegen het regime van Maduro en ons de kans te geven om waardige bijdragen aan het land te zijn. Mijn vrouw heeft een administratieve vergunning en ik ben politieagent. Ik zou graag willen dat je dit aan mijn verhaal toevoegt. Dat een instelling of land ons helpt en beschermt.
Project Creator & Manager: Berber van Beek
Fotografie: Berber van Beek
Tekst en interview: Yolanda Wiel & Berber van Beek
Vertalers: Carlos Monasterios en Judy Wassenberg
Assistent: Ivonne Zegveld, Mareine van Beek en Reina Keijzers
Berber van Beek (1978), is allround fotograaf en eigenaar van Studiorootz - photography. Met het project ‘Hidden voices of undocumented people on Curaçao during Covid-19’ wil zij het verhaal van verschillende ongedocumenteerde mensen op Curaçao in beeld brengen, hun stem laten horen en hiermee meer bewustwording kweken en empathie opwekken voor de situatie van deze groep mensen. Deze campagne zorgt er ook voor dat Venezolanen die naar Curaçao willen komen, de verhalen kunnen lezen over landgenoten die hier ongedocumenteerd leven. Van Beek hoopt hen inzicht te geven in de (moeilijke) levensomstandigheden hier zodat ze weten wat hun eventueel te wachten staat.
Naast de publicaties in het Antilliaans Dagblad heeft Van Beek vanaf 10 december - de Dag van de Mensenrechten - ook een interactieve expo in Het Curaçaosch Museum waarbij naast de foto’s ook schoenen van ongedocumenteerde Venezolanen die zijn gevonden, worden tentoongesteld.
Vorig jaar verscheen de campagne ‘Hidden voices of undocumented Venezuelans on Curaçao’ onder de naam ‘Hiding in plain sight’ bij UNHCR. In het Antilliaans Dagblad is toen gedurende twee maanden elke week een foto samen met een artikel verschenen. Daarnaast is er een social mediacampagne geweest.
www.studiorootz.com
www.berberprojects.com