Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Amsterdam - De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) en De Nederlandsche Bank (DNB) zijn het eens over een samenwerkingsintentie tussen beide centrale banken.
Daartoe hebben gisteren in Amsterdam, waar DNB is gevestigd, beide presidenten hun handtekening gezet. Richard Doornbosch namens de CBCS en zijn collega Klaas Knot namens DNB.
,,Deze samenwerkingsintentie vloeit voort uit het ‘Memorandum of Understanding (MoU) between the Central Banks of the Kingdom of The Netherlands and the Autoriteit Financiële Markten’ (AFM). Doel van dit MoU is het versterken van de wederzijdse samenwerking, waarbij onder meer gedacht moet worden aan de uitwisseling van informatie en operationele zaken en technische ondersteuning”, meldt de CBCS in een persbericht.
Enig zoekwerk levert op dat dit MoU al langer bestaat en verband houdt met het zogeheten College van Koninkrijkstoezichthouders, een samenwerkingsverband tussen de centrale banken van bet Koninkrijk en de AFM waartoe, in 2013 het ‘MoU between the Central Banks of the Kingdom of the Netherlands and the Autoriteit Financiële Markten’ is ondertekend. De Centrale Bank van Aruba (CBA) maakt daar ook deel van uit.
Terug naar gisteren: ,,Met de ondertekening van deze samenwerkingsintentie zijn de CBCS en DNB overeengekomen dat zij ten minste twee keer per jaar overleg voeren over de technische samenwerking”, zo zijn Doornbosch en Knot overeengekomen. De bedoeling is dat dit overleg ten minste één keer per jaar wordt gevoerd door de presidenten.
,,Beide centrale banken streven naar versterking van de samenwerking op operationeel en technisch niveau en zullen hierover gerichte afspraken maken.” Daarbij willen CBCS en DNB de mogelijkheid bieden dat medewerkers hun (ontwikkel)programma (deels) invullen bij de andere partij en dat collega’s van de CBCS kunnen deelnemen aan de opleidingen die door de DNB Academie worden aangeboden.
De afspraak is dat de ondertekende samenwerkingsintentie elke twee jaar zal worden geëvalueerd. De eerste evaluatie vindt plaats een jaar na ondertekening van deze samenwerkingsintentie, te weten in december 2021.
,,De CBCS is ‘te allen tijde’ bereid om samen te werken met De Nederlandsche Bank (DNB). Dit binnen de wettelijke kaders en met respect voor elkaars taken en verantwoordelijkheden”, berichtte het Antilliaans Dagblad medio mei dit jaar.
Dit gebeurde op basis van een reactie van de CBCS aan de regering-Rhuggenaath naar aanleiding van de voorwaarden die de Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops van Koninkrijksrelaties had gesteld aan verdere liquiditeitssteun in de vorm van leningen aan in dit geval Curaçao in verband met de coronacrisis.
,,De huidige raad van bestuur (RvB), daarin ondersteund door de raad van commissarissen (RvC), heeft vanaf zijn aantreden aangestuurd op samenwerking met DNB als collega-toezichthouder. Gezien de eigen schaarse capaciteit en middelen is om assistentie gevraagd bij het aanpakken van probleeminstellingen.” Doornbosch was toen nog geen president; hij werd begin augustus in deze positie aangesteld. Financieel-economisch directeur José Jardim was op dat moment interim-president CBCS.
Samenwerking tussen de toezichthouders binnen het Koninkrijk is ‘zeker wenselijk’, aldus de CBCS destijds, maar dat betekent niet dat de belangen van de verschillende landen altijd gelijk hoeven te zijn. ,,Met respect voor elkaars taken en verantwoordelijkheden en met inachtneming van de relevante wettelijke kaders is de CBCS graag bereid met DNB constructief te overleggen hoe meer inhoud aan de samenwerking kan worden gegeven, mede in het licht van de in deze moeilijke tijd al genoemde beperkte lokale capaciteit.”
Richting Knops was de boodschap dat de regeringen - in zowel Willemstad als Den Haag - de onafhankelijkheid van de CBCS moeten respecteren, zo schrijft de wet ook voor. Omgekeerd is het de RvC en de RvB niet toegestaan om instructies van derden te vragen of te aanvaarden - ‘in welke vorm dan ook’ - bij de uitvoering van hun bevoegdheden, taken en plichten.
De CBCS benadrukte in mei echter vooral de bereidheid en wens om samen te werken met DNB. De CBCS is hier ook altijd voorstander van geweest en de huidige directie heeft daar meermaals het initiatief toe genomen.
De CBCS kampt immers met beperkte middelen en tegelijkertijd met gecompliceerde probleemdossiers, waarvan de aanpak veel inzet en een lange adem vergt. De procedure lokaal en in de Verenigde Staten tegen Ennia-eigenaar Hushang Ansary en het onderzoek dat is voorafgegaan aan de tegen Ansary en de voormalige bestuurders van Ennia ingestelde aansprakelijkheidsprocedure zijn daar voorbeelden van.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.