Belastingdeskundige: Nog geen concreet wetsvoorstel gezien
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het is de bedoeling per 1 januari en anders uiterlijk 1 februari de algemene bestedingsbelasting (abb) in te voeren. Er is over gesproken in de media door minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën en vervolgens aan de private sector uitgelegd wat de bedoeling is. Een concreet wetsvoorstel is evenwel nog met niemand gedeeld.
Dit is de situatie bijna medio december. ,,Dit alles is toch wel erg zorgelijk en roept de vraag op hoe dit zich verhoudt tot de beginselen van behoorlijk bestuur. Hoe kan het zijn dat minder dan drie weken, of in het beste geval zeven weken, voor de introductie van een complete stelselwijziging in de verbruiksbelasting, nog niemand de inhoud van dit nieuwe stelsel feitelijk kent, laat staan wat de belangrijkste gevolgen zullen zijn bij een implementatie?”
Aan het woord is Julian Lopez Ramirez, voorheen directeur van de Douane, directeur ad interim fiscale zaken en nu alweer jaren managing partner en partner Tax & Legal bij Deloitte Dutch Caribbean. Feit is dat bij een stelsel- en tariefswijziging dit in ieder geval gevolgen zal hebben voor de systemen van zowel de belastingorganisatie als het bedrijfsleven, zegt hij.
,,Voorts zal de gehele prijsstelling van de ondernemers dienen te worden aangepast, aangezien ook de aangrijpingspunten aanzienlijk zullen wijzigen, als we de berichten tot nu mogen geloven. Wellicht dat het goed is om in herinnering te brengen dat de implementatie van de tariefswijzigingen in 2013, negen tot twaalf maanden en tientallen miljoenen heeft gekost en dat veel ondernemers nog steeds kampen met problemen als gevolg van de tariefswijziging en beperking van de verrekenmogelijkheid van de omzetbelasting bij invoer in september 2019.”
De minister van Financiën lijkt daar echter aan voorbij te gaan en zal, zoals hij het zelf verwoordt, coûte que coûte, de abb invoeren. Zo vervolgt de belastingdeskundige. ,,De vraag is dan ook waarom? Wat is de acute noodzaak om op dit moment een slecht doordacht voorstel, zonder een goed beeld te hebben van de echte macro-economische impact, de impact per sector en de gevolgen daarvan, de aansluiting bij het economisch beleid van de regering, de implementatietijd en -kosten, van het voorstel?”
Waarbij - aldus Lopez Ramirez - ook nog eens door alle lokale en internationale experts wordt aangegeven dat dit voorstel niet zal bijdragen aan een structurele economische ontwikkeling en structurele opbrengsten. ,,Voorgaande vragen worden helaas niet beantwoord dan wel afgedaan met een ongefundeerde en overigens ook ondoordachte dooddoener, dat de Belastingdienst een modern stelsel - dat alle negatieve elementen van een abb, zoals Bonaire, zou wegnemen - niet kan uitvoeren.”
Deze stelling is overigens al onjuist, betoogt hij, om het eenvoudige gegeven dat een stelsel zoals door de experts wordt voorgesteld juist aanzienlijk eenvoudiger zou zijn in de uitvoering dan een abb, zoals Bonaire met verschillende tarieven en allerlei vrijstellingen en een producentenregeling. ,,Het is duidelijk dat er geen of onvoldoende aandacht is besteed aan alle adviezen, commentaren, aanbevelingen en zelfs concrete voorstellen als alternatief voor de keus van de huidige minister van Financiën. De vraag die dan ook weer meteen opdoemt is, op basis van welk expertadvies is deze keus tot stand gekomen, wat waren dan de exacte overwegingen hierbij en kloppen die ook? Als gezegd, dat de Belastingdienst het niet zou kunnen uitvoeren, kan daarbij in ieder geval geen argument zijn.”
‘Ook kijken naar materiële impact’
Het lijkt erop, meent de partner van Deloitte, dat vooralsnog uitsluitend is of wordt gekeken naar de cijfermatige macro-economische impact. ,,De vraag is evenwel of je dat naar behoren kan uitvoeren als je niet de overige hiervoor genoemde aspecten meeneemt. Het gaat hier immers niet slechts om een tariefswijziging, maar om een volledige stelselwijziging.”
Ook hier zou het goed zijn, verklaart Lopez Ramirez, om eens in het geheugen te graven en na te gaan wat de gevolgen waren bij de introductie van de abb in 1995, de bbo (belasting over bedrijfsomzetten) in 1997 en het vervangen van de abb door de ob (omzetbelasting) in 1999.
,,Kortom, bij een dergelijke ingrijpende wijziging zou toch op zijn minst ook moeten worden gekeken naar de te verwachten materiële impact van deze wetswijziging - bedrijfseconomisch, logistiek en uitvoeringstechnisch, kosten voor private en publieke sector - die vervolgens hoogstwaarschijnlijk ook weer gevolgen zouden hebben voor de totale opbrengsten voor het land.”
,,Het voorstel zoals door minister Gijsbertha aan de sector uitgelegd, lijkt evenwel ‘nog steeds onvoldoende doordacht’; laat enorme ruimte voor discussie en nodigt herstructurering van de processen uit; leidt nog steeds tot cumulatie, in sommige gevallen zelfs zeer zware cumulatie; en is ook geenszins extern neutraal. Dit laatste betekent dat het de export duurder maakt.”
Naar de stellige mening van Lopez Ramirez lijkt dit op alle vlakken ‘een onvoldragen kind’, een voorstel dat op geen enkel van de belangrijkste bezwaren ten op zichte van het huidige stelsel een echte verbetering brengt en overigens ook niet de doelstellingen, voor zover die bekend zijn, van deze stelselwijziging zal kunnen realiseren.
Hij legt nader uit: ,,Zo is er aangegeven dat de nieuwe verbruiksbelasting duurzaam in de noodzakelijke opbrengsten van het Land moet voorzien. Met het voorliggende voorstel wordt dat zeker niet bereikt. Sterker nog, dit voorstel zal op de korte tot middellange termijn leiden tot minder opbrengsten, zowel wat betreft de abb zelf als wat betreft andere middelen.”
De reden hiervan is dat door de verhoogde druk op de invoer, zonder dat er de afgelopen tien jaar fatsoenlijk is geïnvesteerd in de controlerende organisatie bij de grens, zowel qua mensen als middelen, dit juist zal leiden tot een verlaging van de compliance, waarbij wederom alleen de reeds compliant zijnde ondernemers de verhoogde heffing volledig zullen betalen. Zo is de verwachting van deze deskundige.
,,Het ontgaan van de heffing bij invoer is immers gelegen in zowel het niet of niet volledig aangeven van alle goederen, onjuiste indeling in goederencodes en het allerbelangrijkste: het hanteren van onjuiste waardes. Dit zal dus naar verwachting toenemen, terwijl reeds nu onvoldoende capaciteit - middelen en mensen - beschikbaar is om goede controles uit te voeren.”
Lopez Ramirez voegt hieraan toe dat het formele recht uit 1908 stamt en dat een moderniseringsvoorstel, genaamd Algemene Landsverordening douane en accijnzen (ALDA), al bijna achttien jaar in voorbereiding is. ,,Hierdoor zal concurrentiepositie van de compliant ondernemingen verder verslechteren, met als resultaat dat ze zullen moeten krimpen en in het ergste geval zelfs sluiten. Dit alles zal behoorlijke gevolgen hebben op de korte tot middellange termijn. Resultaat is wel dat de reeds zwakke economie, mede als gevolg van Covid-19, bepaaldelijk niet zal worden gestimuleerd door structureel gezonde en in de basis compliant ondernemingen.”
Minister Gijsbertha heeft in de samenleving al een paar keer gesuggereerd dat alles goedkoper zou worden, doordat de cumulatie zou verdwijnen. Dit is evenwel ook ‘apert onjuist’, meent de partner van Deloitte. ,,In zijn algemeenheid wordt met hetgeen is uitgelegd alles juist duurder. Hiertegenover stelt de minister vervolgens een aantal tegemoetkomingen in de inkomstenbelastingsfeer, waarop overigens ook wel het een en ander kan worden opgemerkt.”
In een artikel in een volgende editie gaat Lopez Ramirez voor het Antilliaans Dagblad meer inhoudelijk in op de presentatie van de minister en zijn medewerkers aan de private sector.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.