Rhuggenaath: Tweede lockdown koste wat kost vermijden
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Met de ondertekening van het landsbesluit door zowel premier Eugene Rhuggenaath als gouverneur Lucille George-Wout is sinds gisterochtend de uitzonderingstoestand uitgeroepen. De wet is gepubliceerd en doorgestuurd naar de Staten.
Het landsbesluit waarmee de uitzonderingstoestand van kracht is, is conform artikel 2 van de wet, gericht op de Covid-19-pandemie, en geeft de overheid hiermee de tools om te handhaven en op te treden wanneer maatregelen worden overtreden. De Curaçaose minister-president legde gisterochtend uit dat de maatregelen die tot nu toe zijn genomen niet effectief genoeg zijn geweest om te handhaven en om naleving van de regels te garanderen. ,,Dit landsbesluit is specifiek gericht op de wereldwijde pandemie die voor een enorme impact in ons land heeft gezorgd en een situatie heeft gecreëerd die nu vergt dat we de maatregelen en handhaving opschalen om de situatie onder controle te krijgen en houden. Dat is de belangrijkste overweging waarom de uitzonderingstoestand voor 90 dagen is uitgeroepen”, aldus Rhuggenaath.
In het landsbesluit en de daaraan gekoppelde ministeriële regelingen wordt de regelgeving uitgelijnd en aangegeven hoe controle op het naleven van de maatregelen plaatsvindt en wat de sancties zijn bij overtreding. ,,Het is in lijn met de maatregelen die we tot nu toe hebben gekend, zoals bijvoorbeeld de avondklok of restricties voor passagiers die via onze luchthaven binnenkomen. Maar hiermee kunnen ook regels van bijvoorbeeld hygiëne, sociale afstand en samenscholing worden afgedwongen”, aldus de premier, die benadrukte dat elke maatregel die wordt gebruikt ‘proportioneel en op maat’ dient te worden toegepast. ,,We kunnen escaleren of de-escaleren waar en wanneer dat nodig is. Als de cijfers dalen kunnen we weer de-escaleren. Dat blijft altijd het uitgangspunt.”
De Curaçaose minister-president deed weer een beroep op de bevolking om de regels na te (blijven) leven. ,,Over twee weken is het kerst. We willen dit allemaal zo rustig mogelijk en zo normaal mogelijk doorbrengen en een beetje genieten ondanks de niet-normale omstandigheden. We hebben twee weken tot het zover is. Laten we er nu alles aan doen om te voldoen aan deze basisregels. Naleven is namelijk de beste remedie om meerdere maatregelen te voorkomen. Er circuleerde al dat ik maandag een nieuwe lockdown zou aankondigen, dat is niet het geval. Geloof me als ik zeg dat iedereen, wij ook, dat koste wat kost willen voorkomen”, zei de premier tot slot.
Landsbesluit nader bekeken
In het ‘Landsbesluit afkondiging uitzonderingstoestand Covid-19-pandemie’ wordt aangegeven dat er gebruik zal worden gemaakt van ‘enkele van in de Landsverordening uitzonderingstoestand (Noodwet, red.) genoemde bevoegdheden om de inwendige veiligheid van het Land te handhaven’ en om ‘enkele bepalingen van de Lei Estado di Emergensia zo spoedig mogelijk in werking te stellen’.
Verwezen wordt naar de verschillende artikelen uit de Noodwet die in werking gesteld worden. Het gaat om artikel 9, waarin staat dat aangewezen ambtenaren bevoegd zijn van eenieder inlichtingen te verlangen en inzage te vorderen van informatiedragers waarop gegevens zijn vastgelegd. Iedereen is verplicht deze verlangde inlichtingen ook te verstrekken. Voor diegenen die vanwege hun beroep tot geheimhouding verplicht zijn, worden vooralsnog verschoond van deze verplichting, mits het gaat om informatie waarvoor zij geheimhoudingsplichtig zijn. Ook enkele onderdelen van artikel 11 worden in werking gesteld. Het gaat om de bepaling dat bij ministeriele regeling (MR) mensen verboden kunnen worden zich te begeven op de openbare weg of aangewezen gebouwen, verblijfplaatsen of terreinen. Ook het onderdeel waarin staat dat per MR gebieden kunnen worden aangewezen die geheel of gedeeltelijk worden ontruimd voor onderbrenging van personen die niet beschikken over een adequate tijdelijke verblijfplaats, valt hieronder. Verder kunnen er per MR nadere regels worden gesteld ten aanzien van de toegang tot, het verkeer binnen, en het verlaten van daartoe aangewezen gebieden en plaatsen.
Er wordt verwezen naar artikel 19 waarin de minister in het belang van het Land aanwijzingen kan geven met betrekking tot het gebruik van de havens, de luchthaven, de raffinaderij en andere belangrijke infrastructurele complexen. Betrokkenen bij deze instellingen zijn verplicht de aanwijzingen, ‘die zo nodig openbaar bekend worden gemaakt’, op te volgen.
Ook artikel 20 wordt aangesproken. Hierin staat: ,,Gedurende de periode waarin een uitzonderingstoestand geldt, is de minister bevoegd de toegang tot, het verkeer binnen, en het verlaten van de havens, de luchthaven, de raffinaderij en andere belangrijke infrastructurele complexen bij ministeriële regeling met algemene werking te beperken of verbieden.”
Er kan met de afkondiging aanspraak gemaakt worden op artikel 22 waarin staat dat de minister van Justitie alle nodige bevelen kan geven om de uit- of inwendige veiligheid te garanderen als er sprake is van ‘oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan’. Als het om het toepassen van geweld gaat moet de minister van Justitie daarvoor eerst een waarschuwing geven.
In artikel 23, dat ook aangesproken wordt, staat in meer algemene termen dat de minister via een MR de nodige verbindende voorschriften kan vaststellen waarbij van de Staatsregeling afgeweken kan worden. Dit moet wel publiekelijk bekendgemaakt worden en daarvan moeten de Staten, de gouverneur van Curaçao en de procureur-generaal in kennis gesteld worden. Ook moeten deze voorschriften door de Staten worden bekrachtigd en in het Publicatieblad bekend worden gemaakt. De voorschriften worden weer buiten werking gesteld zodra de omstandigheden dit toelaten.
Artikel 24 stelt dat de minister van Justitie bevoegd is bepaalde door hem aangewezen groepen van personen op te houden en over te brengen naar een plaats die geschikt is voor de opvang van personen. Het gaat om personen die deze landsverordening niet naleven. Ook kunnen personen opgehouden worden ter voorkoming van voorzetting of herhaling van het niet-naleven. Er moet wel een proces-verbaal opgemaakt worden waarop staat welk voorschrift niet wordt nageleefd en de omstandigheden waaronder dit is gebeurd. Overigens mag de ophouding niet langer duren dan twaalf uur.
Tot slot is er nog artikel 27. Bij ministeriële beschikking kan de betrokken minister aan een daarin aangewezen groep personen of persoon, indien het Landsbelang dit noodzakelijk maakt, gemotiveerd vrijstelling of ontheffing verlenen van beperkingen, bevelen en verboden. Dat kan voor een bepaalde duur zijn en er kunnen algemene en bijzondere voorschriften aan worden verbonden. De vrijstelling of ontheffing kan ook te allen tijde worden ingetrokken.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.