Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Volgens de fractie van regeringspartij MAN bedraagt het bijgestelde werkelijke tekort van de Curaçaose overheid niet bijna 1,1 miljard gulden, maar komt dit - na verrekening van het deficit op de gewone dienst met de surplus van de kapitaaldienst - dit jaar uit op circa 260 miljoen.
,,Als de Financiële Management Rapportage (FMR) goed wordt gelezen, is te zien dat de begroting 2020 aanvankelijk sluitend was”, zo reageert de fractievoorzitter van coalitiepartij MAN, Eugene Cleopa, desgevraagd op het bericht over het tekort van zo’n 1,1 miljard gulden op de gewone dienst van de begroting 2020.
,,De gewone dienst van de eerste suppletoire begroting sluit met een tekort van 675,9 miljoen en de tweede suppletoire met een deficit van 403,9 miljoen. In totaal 1.079,8 miljoen”, legt hij uit. Plus een mutatie van nog eens 7,5 miljoen komt dat uit op de 1.087,3 miljoen gulden, zoals door het Antilliaans Dagblad genoemd.
,,Maar”, zo vervolgt Cleopa zijn redenering: ,,Er moet wel rekening mee worden gehouden dat de kapitaaldienst in de eerste suppletoire een overschot toont van 686,9 miljoen en in de tweede een surplus van 133,4 miljoen. Bij elkaar een overschot van 820,3 miljoen, wat opgeteld/verrekend moet worden bij/met het tekort op de gewone dienst. Dit maakt dat het uiteindelijke tekort 1.079,8 (deficit gewone dienst) minus 820,3 (surplus kapitaaldienst) uitkomt op 259,5 miljoen.”
In een reactie legt het College financieel toezicht (Cft) uit dat deze redenering niet correct is.
Op 12 november ontvingen de Staten de meest recente FMR, die Financiënminister Kenneth Gijsbertha (MAN) op 11 november naar het parlement had gestuurd. Zo blijkt uit de dagtekening en de stempel voor ontvangst.
Op 19 november berichtte deze krant dat de gewone dienst van de landsbegroting 2020 van Curaçao - volgens de derde en meest recente prognose - op jaarbasis voorlopig sluit met een tekort van 1.087,3 miljoen gulden. Bijna 1,1 miljard dus. ,,Een recorddeficit”, aldus het artikel, waarin werd opgemerkt dat volgens de voorgaande FMR het tekort over 2020 nog 686,9 miljoen (bijna 700 miljoen) bedroeg. ,,Daar is nu 400 miljoen gulden bovenop gekomen”, meldde het artikel.
Tot nu toe werd er vanuit de Staten nog niet gereageerd op dit alarmerende bericht; door niet één van de 21 parlementsleden. Vanuit de coalitie noch vanuit de oppositie. Ook niet desgevraagd.
Zo liet de financieel specialist van de PAR-fractie, Curtley Obispo, op vragen van de redactie weten de documenten eerst goed te willen bestuderen, om er vervolgens vragen aan de minister van Financiën over te stellen, om er mogelijk dan of later iets over naar buiten te brengen. De financieel-economisch expert van coalitiepartner MAN, Wimbert Hato, reageerde nog geheel niet op herhaalde vragen van het Antilliaans Dagblad.
Hun fractievoorzitters echter, gaven intussen - daar om gevraagd - wél een verklaring, maar oppositieleider Gilmar ‘Pik’ Pisas van MFK liet na drie oproepen nog altijd niets van zich horen. Ook geen bevestiging van ontvangst.
Namens de grootste regeringspartij, PAR, verklaart fractieleider Stephen Walroud aldus: ,,Het moge duidelijk zijn dat de crisis veroorzaakt door Covid-19 van ongekende omvang is en zich niet laat voorspellen, ook niet wat betreft de verwachte inkomsten bij de overheid. Dat het tekort oploopt naar boven een miljard gulden laat zien hoe fragiel het eiland eigenlijk is ten opzichte van grote externe schokken.”
Walroud, die afgelopen week al een persverklaring uitgaf met een ‘danki’ aan Nederland, vervolgt: ,,Wat dat betreft mogen wij bijzonder blij zijn dat we onderdeel zijn van het Koninkrijk en dat we erop kunnen rekenen dat onze rechtsstaat op de been zal worden gehouden. Daarnaast moge het ook duidelijk zijn dat we een lange weg met vele offers tegemoet gaan om uit dit dal te komen. Samenwerken in het Koninkrijk wordt de komende jaren belangrijker dan ooit.”
Fractievoorzitter Cleopa van MAN wijst erop dat de cijfers nog kunnen veranderen en ook nog moeten worden aangepast na de laatste besluitvorming in de Rijksministerraad (RMR) van 13 november, alsmede aan wat er in de volgende RMR wordt beslist over de oplossing van de Girobankproblematiek (waarmee in principe een lening van Nederland van nog eens 170 miljoen gulden is gemoeid, red.).
,,Dit jaar kan op grond van de artikelen 25, 15 en 16 van de Rijkswet financieel toezicht (Rft) via de kapitaaldienst geleend worden om het tekort op de gewone dienst te dekken, omdat er minder belastinginkomsten zijn in verband met Covid”, aldus Cleopa, die eindigt met deze boodschap: ,,Nu moeten we aan de slag en Curaçao weer laten groeien, om te voldoen aan onze afspraken.”
‘Zaken niet mixen’
Cft: Door Rijksministerraad toegestane tekort bedraagt 685 miljoen
Het Antilliaans Dagblad legde - anoniem, dus nadrukkelijk zónder dat duidelijk was van wie deze afkomstig is - het College financieel toezicht (Cft) de redenering van MAN-fractieleider Eugene Cleopa voor, met de vraag om commentaar en uitleg. Hieronder volgt de reactie plus toelichting van het Cft:
,,Er is door Curaçao een begroting vastgesteld met een 0 resultaat. Het Cft heeft hier op 29 januari 2020 op gereageerd. Het Cft concludeerde dat Curaçao niet voldoet aan de normen van artikel 15 van de Rijkswet financieel toezicht (Rft) omdat in de begroting rekening gehouden werd met opbrengsten die het Cft als onzeker en/of onrealistisch beschouwde.
In de reactie op de eerste begrotingswijziging na de komst van het coronavirus concludeerde het Cft dat het saldo van de gewone dienst 70 miljoen negatief zou zijn wanneer de gevolgen van Covid-19 buiten beschouwing zouden worden gelaten.
Vermenging van de inkomsten en uitgaven op de gewone dienst en kapitaaldienst is niet juist. Een tekort op de gewone dienst mag volgens de Rijkswet financieel toezicht niet worden opgelost door een overschot op de kapitaaldienst. Je kunt die zaken dus niet mixen.
De passage zoals nu opgenomen ‘Dit jaar konden op basis van de artikelen 25, 15 en 16 leningen worden aangegaan via de kapitaaldienst ter dekking van het tekort op de gewone dienst als gevolg van minder ontvangen belastinginkomsten in verband met Covid’ kan daarnaast leiden tot verkeerde beeldvorming. Op basis van de Rft is het namelijk niet toegestaan om te lenen voor uitgaven (en een tekort) op de gewone dienst. De Rijksministerraad (RMR) heeft besloten dat er op grond van artikel 25 - buitengewone omstandigheden - liquiditeitssteun wordt verstrekt. Deze liquiditeitssteun kan worden aangewend voor uitgaven op de gewone dienst. De leningen daarvoor lopen via de kapitaaldienst omdat daar een leningssystematiek en -proces voor bestaat.
Hiermee is nadrukkelijk geen structurele mogelijkheid gecreëerd om tekorten op de gewone dienst via leningen te dekken. De uitgangspunten van de Rft gelden onverkort, met dien verstande dat de RMR op basis van artikel 25 heeft besloten dat de landen een tekort voor 2020 mogen presenteren.
Het tekort dat de RMR vooralsnog heeft besloten om toe te staan voor 2020 betreft 685 miljoen gulden. Dit is nadrukkelijk een tekort op de gewone dienst, de kapitaaldienst is hier niet mee verrekend.
Dat Nederland liquiditeitssteun verleent, betekent niet dat alle uitgaven die in de begroting opgenomen waren gerealiseerd kunnen worden of dat hier zomaar uitgaven aan kunnen worden toegevoegd. Het Land staat voor grote financiële uitdagingen en er wordt ook verwacht dat er voor financiële problemen oplossingen worden gezocht in de zin van hervormingen of minder uitgaven om de begroting weer richting een begrotingsevenwicht te brengen.
De liquiditeitssteun betekent dus nog steeds ook dat Curacao nog besparingen moet generen c.q. lasten neerwaarts moet gaan bijstellen. Mocht het wijzen op een sluitende begroting 2020 impliciet onbedoeld leiden tot de conclusie ‘er hoeft dus niets meer te gebeuren’, dan berust dat op een misverstand.”
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.