Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De MAN-fractie, initiatiefnemer van de Landsverordening Dierenwelzijn meent dat er ‘een breed draagvlak is onder bevolking die mee wil gaan in de tijd en dierenwelzijn tot wettelijke norm wil verheffen’. Vandaag wordt het voorstel in een centrale commissievergadering van de Staten besproken.
,,Dit brede draagvlak is onder meer zichtbaar in de grote hoeveelheid stichtingen en burgers die dag in dag uit hun vrije tijd en eigen geld besteden aan het verbeteren van het welzijn van dieren. Het is tijd voor de Staten om middels dit ontwerp de noodzaak voor dierenwelzijn wettelijk te verankeren en erkenning uit te spreken voor al het goede werk dat al wordt verricht”, zo staat in een Memorie van Antwoord op eerder gestelde vragen over het wetsvoorstel in de Staten. In 2018 gaf de Raad van Advies (RvA) al commentaar op de wet.
Uit de antwoorden blijkt dat er inmiddels een diereninspecteur is aangewezen die kantoor houdt bij de Dierenbescherming en ook via dit budget betaald wordt.
Overigens zal vandaag blijken wat er in de landsverordening is aangepast voor wat betreft het kostenplaatje dat aan de uitvoering van dit wetsvoorstel hangt. De RvA was er al kritisch over en ook de verschillende fracties die er indertijd vragen over stelden. In het Memorie van Antwoord wordt nu bij deze vragen telkens geschreven: ,,Verwezen wordt naar de Memorie van Toelichting (MvT) bij het ontwerp.”
Waar het om geld gaat, wordt er wel ergens in de memorie geschreven dat de herintroductie van hondenbelasting is overwogen, maar dat hier politiek geen draagvlak voor was.
In 2018 stelde de RvA nog vast dat er een tekort is aan opvangmogelijkheden voor mishandelde dieren. Ook lijkt er geen rekening gehouden te worden met de kosten die hieraan zijn verbonden, zoals voedsel, maar ook veterinaire zorg, opsporing en handhaving. De RvA concludeerde twee jaar geleden: ,,Hoewel in de ontwerp-Landsverordening dierenwelzijn dit soort voorzieningen besproken worden, concludeert de raad dat de kosten van het uitvoeren van de ontwerp-landsverordening de baten verre overschrijden. Daarom zou volgens de raad de toezegging moeten worden gedaan om jaarlijks de benodigde gelden ter beschikking te stellen als subsidie.”
En weliswaar zijn er vele instanties die zich om het dierenleed bekommeren, maar daar staat volgens de RvA tegenover dat er ook vele mensen zijn die dit niet doen: ,,Het schrijnend probleem van zwerfhonden en zware mishandeling en verwaarlozing van honden waarmee instanties als Curaçao Animal Rights Foundation (Stichting Carf) dagelijks mee te maken hebben, geven een indicatie dat het besef dat ook aan dieren hulp moet worden aangeboden, op Curaçao over het algemeen niet voldoende leeft. Dat geldt in even sterke mate voor katten waarmee onder andere ‘Hulp voor Alle Dieren’ op Curaçao mee te maken heeft.” De RvA raadt dan ook een gefaseerde invoering in, waarbij vooral het besef onder de bevolking bijgebracht moet worden.