Kunneman: Nederland dwingt consensus af
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Nederland gebruikt de liquiditeitssteun als machtsmiddel en dwingt landen onterecht snel te beslissen over de Rijkswet voor de Caribische Hervormingsentiteit. Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben gewoon geen keus. Zonder geld volgt vanzelf een Algemene Maatregel van Rijksbestuur en dan gebeurt alsnog wat anders binnen de entiteit zou gebeuren.
Dat is in drie zinnen de strekking van de presentatie die prof. dr. Frank Kunneman donderdag heeft gegeven tijdens een debat en paneldiscussie van politieke partij PNP.
Kunneman, partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en oprichter van Themis Institute for Governance & Leadership, schetst in vijftien minuten de ironische maar wrange situatie waarin de CAS-eilanden zich bevinden. Want er is geen sprake van dat een land als Curaçao het zelf wel redt en van de liquiditeitssteun kan afzien. Het geld is binnenkort op. ,,Je kunt alleen nog discussiëren over de vraag of dat eind september, eind oktober of eind november is”, zegt Kunneman. Zonder financiële steun raakt de economie zwaar in de problemen. De Raad van Advies waarschuwt voor de gevolgen van de sociale, economische en monetaire instorting van het land, met een rechtsorde die het laat afweten, sociale onrust, een politie die niet functioneert en een ontoegankelijke gezondheidszorg. Kunnenman: ,,En dan heeft Nederland op grond van het statuut de verplichting om hier in te grijpen met een Algemene Maatregel van Rijksbestuur. Dan kan Nederland alles wat nu in die consensusrijkswet is opgenomen, alsnog op die manier realiseren.”
De druk is door Nederland opgelegd. Dat Curaçao nu over de wet moet beslissen, omdat er geen tijd te verliezen is, noemt Kunneman een mythe. Want waarom niet gewoon alvast een begin maken met het betalen van de derde tranche liquiditeitssteun, terwijl de landen gedurende een afgesproken, korte, periode in dialoog gaan over de Rijkswet voor de hervormingsentiteit. ,,Niets staat dat in de weg”, zegt Kunnenman, die ervan overtuigd is dat Nederland helemaal niet in een situatie met een Algemene Maatregel van Rijksbestuur wil komen. ,,De geschiedenis heeft geleerd dat je vanuit Den Haag Curaçao, Aruba en Sint Maarten niet kunt besturen zo lang het zelfstandige landen binnen het Koninkrijk zijn. Nederland wil dat niet, maar we stevenen er wel op af.”
Maar zonder dialoog komt er nooit overeenstemming over de landspakketten en de Caribische Hervormingsentiteit. Het is aan Nederland om de weg naar werkelijke consensus te openen door het geld niet langer als dwangmiddel te gebruiken en alvast een deel van die derde tranche liquiditeitssteun te geven. ,,Curaçao moet dan inzien waar de eigen verantwoordelijkheid ligt en de tijd krijgen om hierover met Nederland in gesprek te gaan.” Want dat is nou net het uitgangspunt van het Statuut.
,,Een rijkswet geeft de mogelijkheid om in te grijpen in de constitutionele orde van een land. Dat kan worden gerechtvaardigd omdat zo’n rijkswet is gebaseerd op consensus. Als alle landen in het Koninkrijk het erover eens zijn dat dit wetsvoorstel de beste manier is om uit de problemen te komen, dan is het helemaal niet erg dat er wordt ingegrepen in onze rechtsorde, want dan is daarover overeenstemming.”