Winkeliers Punda: Accepteer de hulp van Nederland
Door Hennie Harinck
Willemstad - Nu ze aan het interen zijn op hun spaargeld zal er binnenkort een knoop moeten worden doorgehakt. Plannen voor vertrek liggen er al. Het zal ‘terug naar huis’ worden, naar Suriname of India. Met frisse tegenzin, dat wel, want de textielwinkeliers in Punda die met angst en beven het saldo van hun rekening zien dalen, willen niet weg maar hebben uiteindelijk geen keus.
En ja, ze weten dat het niet hardop mag worden gezegd maar ze doen het toch: ,,We willen dat Nederland ons komt helpen. Accepteer de leningen. Als je bij een bank leent moet je ook aan voorwaarden voldoen.” De benarde winkeliers willen graag hun hart luchten, reden dat ze liever niet met hun achternaam in de krant willen.
De dertiger Kalu groeide op op het eiland. Zijn winkel Hemas ligt aan een verder leeg en verlaten Keukenplein, ook al omdat het café aan de overkant gesloten is op zaterdag. De winkelier eet een soepje. Zijn Indiase vrouw en zoontje komen net binnen. Hij rekent op een kladpapiertje voor hoe de toegenomen belastingdruk voor winkeliers hem parten speelt. ,,We betalen al flink aan invoerrechten maar daar is dit jaar een verhoging van de omzetbelasting bijgekomen, naast allerlei bureaucratische extra kosten.” De leegloop in de binnenstad is evident. Alleen aan de Breedestraat is de winkelbezetting nog bijna honderd procent. De straten daarachter ogen leeg en verlaten. ,,Punda is een ‘ghosttown’ aan het worden met deze coronacrisis”, constateert Kalu.
In zijn winkels liggen de T-shirts met Curaçao-opdruk in stapels opgetast tegen de wanden en op de rekken. Op de bovenetages van het pand heeft hij nog voorraad liggen waarmee hij een container zou kunnen vullen. Daar gaat hij een bestemming voor zoeken. Al maanden kan hij zijn koopwaar nauwelijks kwijt nadat de toeristenstroom opdroogde. Ook de lokale klant blijft steeds vaker weg. ’s Ochtends kijkt hij steevast naar Facebook, en als er dan acties van vakbonden staan gepland dan weet hij dat hij die dag niets zal verkopen. ,,Dan neem ik niet eens de moeite om de winkel te openen”, zegt hij moedeloos.
En dan heeft Kalu nog een eigen pand. Verderop in Punda zien de eigenaren van Alli Trading in hun huurpand aan de De Ruyterkade het ook behoorlijk somber in. Het is kielekiele of er ook deze maand weer geld bij moet. Moeder Phulmati en dochter Sharmila noemen de hoge huur van hun pand als een van de oorzaken van hun financiële malaise. De van oorsprong Surinaams-Hindoestaanse familie runt de zaak sinds 2004, voorspoedig aanvankelijk. Maar vanaf 2010 kwam de klad erin met allerlei bureaucratische wetgeving en gestaag stijgende energietarieven. Met een airco in de winkel tikt dat flink aan. Ook zij kampen met de gestegen ob (omzetbelasting).
Bij Alli Trading zijn ze evenwel minder afhankelijk van toeristen. De winkel ligt volgestouwd met huishoudelijk textiel zoals theedoeken, lakens en gordijnen. Maar ook voor make-up, kinder-, dames- en herenkleding kun je er terecht. De handel komt uit allerlei landen: China, Colombia, de Verenigde Staten, de Dominicaanse Republiek. Het lijkt alsof je in een overdekte, gezellige ‘souk’ rondloopt, met al die onverwachte gangetjes en rekken, een eldorado voor het snuffelend winkelpubliek, op zoek naar een leuk koopje. Veel is afgeprijsd.
Maar de gezellige, onbekommerde drukte van weleer heeft plaatsgemaakt voor angst en onzekerheid. Zeker, er druppelen op zaterdagochtend wel wat lokale klanten binnen, maar over het algemeen kopen zij weinig en proberen ze af te dingen. En dat begrijpen de eigenaressen maar al te goed. ,,De mensen zitten aan de grond. En ze moeten hier in Punda betalen om te parkeren. Dan gaan ze liever naar Sambil of Zeelandia waar het parkeren gratis is.” Dan komt toch ook de politiek ter sprake. Dochter Sharmila zegt premier Eugene Rhuggenaath met heel haar hart te steunen maar vindt wel dat hij het aanbod van Nederland moet accepteren. ,,Anders komt het echt niet goed.” Ze vindt dat Curaçao af moet stappen van de argwaan richting Nederland. ,,We zijn één Koninkrijk. Wij beschouwen Nederland als het moederland, zo zijn wij opgegroeid. Onze landen zijn met elkaar verweven. Met negatief doen schieten we niets op.” Sharmila ziet Nederland als een soort verzekering voor Curaçao voor mindere tijden. ,,Als we hier aan de grond zitten, hebben we altijd Nederland nog. Dat beseffen mensen te weinig: dat veilige gevoel dat het moederland ons geeft.”
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.