Lv ziekteverzekering wentelt kosten af op werkgever

Van een onzer verslaggevers

Willemstad - De Sociaal-Economische Raad (SER) vindt dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) zelf ook moet bezuinigen.

sersvbDe SER kan zich bij de gewijzigde Landsverordening ziekteverzekering (Lv ZV) niet aan de indruk onttrekken dat de maatregelen die in dit ontwerp worden voorgesteld, bezuinigingsmaatregelen zijn voor de SVB, zoals vastgesteld in het Groeiakkoord, ‘waarbij deze maatregelen in feite extern op werkgevers en werknemers worden afgewenteld’.

Het adviesorgaan vindt dat hier op z’n minst tegenover moet staan dat de SVB aantoont waar de instantie zélf ombuigingsmaatregelen treft met betrekking tot het eigen financieel en materieel beheer. En dat is niet het enige kritiekpunt op de voorgestelde wetwijziging. In de Memorie van Toelichting (MvT) wordt heel beperkt ingegaan op de financiële en sociaaleconomische gevolgen van het ontwerp. Ook wordt niet ingegaan op de beleidskaders waarin deze wet thuishoort, zoals het Groeiakkoord, aldus de SER.

De landsverordening gaat voornamelijk over hoe langdurige ziekte van werknemers beter aangepakt kan worden. De SER betwijfelt of dit doel bereikt wordt. Door de begrippen ‘passende arbeid’ en ‘gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid’ te herdefiniëren wordt de complexiteit van het gehele proces van re-integratie ernstig onderschat. De SER: ,,Uit tal van internationale onderzoeken komt naar voren dat om re-integratie van een langdurig zieke werknemer succesvol te laten verlopen er zowel van de zijde van de werknemer als van de zijde van de werkgever interventies noodzakelijk zijn die aanzienlijk verder reiken dan de introductie van de maatregelen ‘passende arbeid’ en ‘gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid’.”

In het verlengde hiervan en vanuit de verplichting die bij de werknemer is komen te liggen om ‘door de SVB voor hem geschikt geacht passende arbeid’ te aanvaarden, bevreemdt het de SER ten zeerste dat er in het ontwerp geen inspanningsverplichting staat opgenomen voor de werkgever om de verzekerde te re-integreren in dit passende werk indien dat voorhanden is. Ter verduidelijking, uit het advies blijkt dat de definitie van ‘losse werknemer’ is aangepast, maar zoals het ernaar uitziet, ten nadele van deze losse werknemer, die minder makkelijk aanspraak kan maken op uitkering van ziektegeld. Ook is de definitie van ‘arbeidsongeschiktheid’ gewijzigd door eraan toe te voegen dat de zieke werknemer door de SVB gevonden alternatieve passende arbeid moet aanvaarden, waardoor de werknemer mogelijk alleen nog deels arbeidsongeschikt is.

Ten eerste vindt de SER het begrip ‘passende arbeid’ te breed en ten tweede leidt dit tot onduidelijkheid ten aanzien van de rechten en de plichten van zowel de werknemer als de werkgever. En, zo voegt het adviesorgaan eraan toe, als de SVB ook nog alternatief passend werk moet vinden, brengt dat extra kosten met zich mee. ,,De SVB beoogt hiermee als het ware om op de stoel van de ondernemer te gaan zitten om te bepalen of er binnen de organisatie wel of niet passende arbeid voorhanden is.”

Bij de gewijzigde Landsverordening ziekteverzekering is de procedure volgens de SER niet goed verlopen, want gelijktijdig met het aanbieden van de landsverordening aan de SER, is deze ook voorgelegd aan de sectordirecteur Financieel Beleid en Begrotingsbeheer voor een financiële toetsing. De SER noemt het ‘niet raadzaam’ dat aan de Raad van Ministers (RvM) ter beraadslaging en besluitvorming een actueel en relevant stuk wordt voorgelegd dat in beleidsmatig en financieel opzicht nog onafgerond is.

Een van de aspecten die in de Lv ZV worden aangepast betreft de verlenging van het aantal zogenaamde carensdagen. Dit plan wordt door de SER afgeschoten. Carensdagen zijn de dagen waarop bij ziekte geen recht op ziekengeld geldt oftewel de ‘eigenrisicoperiode’ waarbij de werkgever en werknemer zelf opdraaien (voor de loonkosten). De wijzigingen zijn dat het aantal carensdagen verlengd wordt van drie naar zes dagen; dat de werkgever of werknemer opdraait voor de (loon)kosten bij ziekte of ziekenhuisopname langer dan zes dagen en dat het ingaan van het recht op ziekengeld ingaat op de eerstvolgende werkdag in plaats van de zesde dag na ziekmelding, als de zesde dag valt op een officiële vrije dag of op een anderszins voor de werknemer geldende vrije dag.

De SER is over deze maatregel niet te spreken: ,,Op basis van de in de MvT gegeven toelichting, wordt het gehele risico bij ziekte bij de werkgever en werknemer neergelegd. Samengevat stelt de SER dat de voorgestelde maatregel ‘verlenging van carensdagen’ geen deugdelijke onderbouwing kent. De noodzaak hiertoe wordt niet als een financieel-gedreven beweegreden verwoord - terwijl dit volgens de SER wél de beweegreden is - maar wordt omfloerst door allerlei argumenten waarvan de SER sterk de validiteit betwijfelt. Opmerkelijk acht de SER het gegeven dat ook hier de financiële en sociaaleconomische gevolgen van de maatregel nauwelijks of niet aan bod komen in de MvT. Dit wordt door de SER als een fundamentele omissie gezien in onderhavig ontwerp.”

Ook hier kan de SVB zelf werken aan interne bezuiniging, zo vindt de SER die erbij stelt: ,,Geconcludeerd kan worden dat het ZV-fonds op zichzelf niet duurzaam gezond is. De SER is eveneens van mening dat een eventuele lastenverzwaring niet eenzijdig ten laste dient te komen van werkgevers.” Nog iets waar de SER het totaal niet mee eens is, is dat de SVB, geheel niet onderbouwd, de termijn van uitbetaling van ziektegeld aan de werkgever heeft verlengd van zeven dagen, naar drie maanden. De SER draagt op: ,,De SVB verricht op snelle en efficiënte wijze de betaling aan de werkgever binnen de huidige termijn van zeven dagen. Vaak is de werknemer ook daarvan afhankelijk; het is voor hem van belang het inkomen tijdig te kunnen ontvangen.”

De SER vindt tot slot dat de SVB zichzelf in de MvT tegenspreekt. Er wordt namelijk gesteld dat de financiële implicaties van de maatregelen geen grote impact hebben op de verzekerden, werkgevers en de SVB. De SER vraagt zich daarom af waarom de schaarse wetgeving- en adviescapaciteit hiervoor ingezet wordt.

Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.