Van een onzer verslaggevers
Willemstad - ,,Curaçao verwacht inmiddels niet meer dat de beoogde nieuwe operator van de raffinaderij, de Klesch Group, nog dit jaar de raffinaderij zal opstarten.”
Dit schreef het College financieel toezicht (Cft) al op 24 juni jongstleden in een bijlage bij een adviesbrief aan de Nederlandse premier Mark Rutte (VVD), als voorzitter van de Rijksministerraad (RMR). Daarin gaat het Cft vooral in op de penibele situatie van Curoil, de exclusieve distributeur van brandstoffen voor zowel Curaçao als Bonaire en in de territoriale wateren van Aruba en Curaçao. Curoil is voor de opslag en distributie van brandstof afhankelijk van de voorzieningen van de raffinaderij op Curaçao. Tot en met 31 december 2019 was het Venezolaanse PdVSA huurder en operator van de raffinaderij en kon Curoil zonder kosten gebruikmaken van de voorzieningen.
Vanwege de beëindiging van het contract met PdVSA heeft Curoil in samenwerking met de eigenaar van de raffinaderij, overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK), een transitieplan uitgewerkt met als doel de brandstofvoorziening te garanderen totdat een nieuwe operator van de raffinaderij is gestart. Dit plan kost circa 10 miljoen gulden per maand.
Curaçao had eerst de verwachting dat dit voor maximaal zes maanden het geval zou zijn, ervan uitgaande dat de Klesch Group uiterlijk 1 juli de raffinaderij zou opstarten. Het staat nu vast dat dit ook in de tweede helft van dit jaar niet gaat gebeuren, omdat de Klesch-deal helemaal niet meer doorgaat. RdK gaat naarstig op zoek naar een andere exploitant. Inmiddels heeft de regering van Curaçao in een financieringsverzoek aan Nederland ook een bedrag opgenomen voor investeringen om de afhankelijkheid van Curoil van een draaiende Isla te verminderen en de maandelijkse kosten fors te verlagen.
De kosten van het transitieplan zouden gedurende zes maanden 60 miljoen gulden bedragen (zes maal 10 miljoen per maand), waarbij Curaçao heeft besloten deze kosten gedurende een periode van circa vier jaar te verrekenen in alle gereguleerde brandstofprijzen. Dit besluit heeft tot gevolg dat de 60 miljoen moe(s)t worden voorgefinancierd.
Dit zou gebeuren door Curoil (30 miljoen) en door RdK (30 miljoen). Echter, Curoil beschikte niet over 30 miljoen aan liquide middelen en heeft hiervoor een bancaire financiering aangevraagd, die door de huisbankier is geweigerd. De bijlage van de Cft-brief verwijst naar een brief van Maduro & Curiel’s Bank (MCB), waarin deze commerciële bank refereert aan de onzekere situatie vanwege Covid-19. Daarom heeft Curaçao financiering gevraagd aan Nederland. RdK beschikt vooralsnog wél over voldoende liquide middelen. Pas vanaf maart dit jaar wordt de 60 miljoen in de brandstofprijzen verwerkt door een opslag van 5,1 cent per liter benzine en diesel en 5 gulden per 100 lbs LPG-kookgas en 1 gulden per 20 lbs gas. ,,Ondanks de verwerking van genoemde opslag, zijn de prijzen van zowel benzine als diesel op Curaçao duidelijk lager dan op Aruba en Bonaire”, merkt het College financieel toezicht op.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.