Bordeel dient specifiek doel, namelijk om lukrake prostitutie te voorkomen
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De Raad van Ministers (RvM) heeft afgelopen week ingestemd met een onderzoek naar de rol van Campo Alegre binnen de gemeenschap om onder meer na te gaan of het uitgangspunt van toen nu nog steeds - 80 jaar na de opening van het bordeel - van toepassing is.
Dat heeft minister Quincy Girigorie (PAR) van Justitie gisteren tijdens een persconferentie bekendgemaakt. Campo werd in 1940 als bordeel geopend met een heel specifiek doel; namelijk om prostitutie te reguleren en te centraliseren. Na de recente sluiting van het bordeel - dat in de volksmond ook ‘blachi bèrdè’ wordt genoemd - is te merken dat prostitutie nu op verschillende locaties, waaronder aan de Cubaweg, op ongecontroleerde wijze plaatsvindt. Met alle gevolgen van dien, zo zegt Girigorie. ,,Wat we al eerder merkten bij het fenomeen trago-meisje, gebeurt nu veel meer en is nu ook veel meer in beeld. Het gaat vooral om ongedocumenteerde vrouwen en de vraag is maar of het veilig gebeurt. Wat is daar dan weer het gevolg van: mogelijke besmetting van seksueel overdraagbare aandoeningen.”
Wie daarom op dit moment - nog voor het onderzoek is afgerond - aan Girigorie vraagt of het doel van Campo gerechtvaardigd is, krijgt een bevestigend antwoord. ,,Campo heeft een bepaalde rol binnen de gemeenschap, juist om te voorkomen dat prostitutie op verschillende plekken op het eiland plaatsvindt. Het biedt bepaalde voordelen, zoals bescherming. Met zo’n bordeel, waar een arts is die de vrouwen regelmatig controleert, lopen we ver vooruit op andere landen in de regio”, aldus de bewindsman.
Het onderzoek dat plaatsvindt moet goed in kaart brengen wat de huidige realiteit is op het gebied van prostitutie op Curaçao, wat de rol van Campo daarin is en of het nog van toepassing is.
Curaçao kent sinds de jaren 40 een prostitutiebeleid. Dit beleid kwam via de toenmalige gouverneur, die vond dat de bevolking beschermd moest worden tegen ‘handelingen die uit de hand liepen in de binnenstad en omgeving’. Gezien het feit dat prostitutie niet kon worden verboden, werd een commissie samengesteld die met aanbevelingen moest komen hoe prostitutie kon worden gereguleerd. Deze commissie baseerde zich op het bestrijden van geslachtsziekten en lukrake prostitutie.
Voor wat betreft ‘straatprostitutie’ is onder artikel 10 van de Landsverordening vaststelling van regels ter bevordering van de openbare orde, rust en veiligheid en ter bescherming van de gemeenschap (LOO; 22 juni 2015) het volgende opgenomen: ,,Het is aan personen van wie redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zich aan prostitutie of ander ontucht overgeven, verboden met kennelijke ontuchtige bedoelingen op of aan de openbare weg of op een van de openbare weg waarneembare plaats iemand door handelingen, houding, gebaren, woorden, geluiden of op enigerlei andere wijze aan te lokken.” Het Wetboek van Strafrecht maakt echter geen melding van het feit dat prostitutie strafbaar is.