Bij lokale bank en in Nederland
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Vanwege de omzetderving bij Curoil, geschat op 40 miljoen gulden aan het einde van dit jaar, en de liquiditeitsproblemen die hier het gevolg van zijn, worden twee parallelle financieringstrajecten ingezet om dit gat te dichten. Dat wordt uitgelegd door de directeur van Curoil, Yamil Lasten.
Naast de waarborgingscomponent in de tariefopbouw van 22 cent op benzine en diesel - wat alleen een klein deel van het gat zal dichten - is er ook een verzoek ingediend bij een lokale bank voor herfinanciering van de kredietfaciliteit en een verzoek om financiering te krijgen vanuit Nederland. Nederland heeft het College financieel toezicht (Cft) om advies hierover gevraagd. ,,Het is denkbaar dat dan ook die 22 cent weer teruggenomen kan worden”, zo voegt Lasten eraan toe. Hij legt uit dat in de lokale herfinanciering bij de bank het bedrag van 40 miljoen meegenomen wordt. Het terugbetalen van deze schuld kan over een langere periode uitgestreken worden en het liquiditeitsprobleem van nu is opgelost. Beide instituten, zowel de bank als het Cft hebben overigens extra vragen gesteld.
Lasten: ,,Gezien de discussie over de overheids-nv’s en de negatieve beeldvorming daarover merk ik dat instanties meer willen weten over ons (financieel) beleid. Gelukkig hebben we een business die conform good governance draait en daarom ben ik positief gestemd over beide financieringsopties. Het Cft moet eerdaags advies uitbrengen aan Nederland over ons verzoek en vanuit Nederland verwacht ik dat er verschillende voorwaarden verbonden zullen worden aan de financiering, die overigens specifiek Curoil betreft en dus niet loopt via de regering.”
Uit een nadere uitleg over de prijsbepaling van benzine en diesel, waar een groot deel van de burgers direct mee te maken heeft, blijkt dat mensen vaak de olieprijs verbinden aan de benzine- of dieselprijs. Niets is minder waar, zo legt Lasten uit. ,,Ruwe olie en destillaten (zoals benzine en diesel) zijn verschillende markten. Er is een verband, de correlatie is ongeveer 30 procent. De resterende 70 procent is onafhankelijk van elkaar. Het kan zelfs zo zijn dat olieprijzen dalen en dat toch de kosten van destillaten hoger zijn. Dat is namelijk afhankelijk van bijvoorbeeld operationele kosten van raffinaderijen en vervoerskosten.”
Het is ook een verkeerde veronderstelling dat de afname van de eigen raffinaderij per definitie goedkoper is. Lasten: ,,De prijs van destillaten is opgebouwd uit een marktprijs en premie die de leverancier in rekening brengt. De lokale raffinaderij brengt op het moment een veel hogere premie in rekening dan wat wij op de internationale markt betalen.”
Het is lastig om uit te leggen hoe de prijzen voor de consument bepaald worden. De Curoil-directeur legt uit dat het Bureau Telecommunicatie en Post (BT&P) als onafhankelijk instituut de tarieven bepaalt en dat dit gedaan wordt op basis van de facturen van twee maanden terug. Er zijn twee type volumecontracten bij Curoil. Er zijn leveranciers die olie opslaan in tanks op het eiland, hier ook huur voor betalen en bij afname van Curoil wordt deze leverancier de prijs van de dag betaald. Dat kan dan afhankelijk van de prijsfluctuaties voordelig of nadelig zijn voor de leverancier. Ook koopt Curoil met een volumecontract van tevoren in bij een leverancier die bij behoefte komt afleveren en dan tegen de kosten van de aankoop.
De omzet van Curoil bestaat uit twee onderdelen, een internationale component (60 procent van de omzet) en een lokale component (40 procent). Bij internationaal gaat het om inkomsten uit bunkeren, schepen die komen laden en de verkoop van vliegtuigbrandstof. Met bunkeren is een omzetverlies geleden van 80 procent en met vliegtuigbrandstof 60 procent. Lokaal is er 60 procent minder omzet.
Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.