Doel is massaontslagaanvragen voor werknemers te voorkomen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De regering-Rhuggenaath wordt geadviseerd losse krachten die in verband met de coronacrisis hun werk verliezen proberen tegemoet te komen met 1.000 gulden per maand, terwijl werkgevers een compensatie zouden krijgen van 80 procent van het salaris van werknemers in vaste dienst.
Dit staat te lezen in het ‘Beslisdocument Solidariteitspakket Covid-19’, dat nog in conceptvorm is en al wel in handen van het Antilliaans Dagblad. ,,In dit scenario committeert de werkgever zich vooraf aan de verplichting géén ontslag op grond van bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover de tegemoetkoming ontvangen wordt.”
De conceptversie 1.0 is nog van vóór de avondklok afgelopen zaterdag en dus ook van vóór de ‘shelter at home’ die met ingang van maandag van kracht is. Daarmee zijn niet alleen de 16.000 werknemers in de hospitalitysector hun baan (lees: inkomen) niet meer zeker, maar ook nog eens een onbekend aantal personeelsleden van bedrijven die allemaal - op enkele uitzonderingen na - gedurende voorlopig twee weken gedwongen hun deuren dichthouden.
In het concept-beslisdocument wordt ten aanzien van de toeristische sector onderscheid gemaakt tussen twee groepen: enerzijds extra inkomensondersteuning voor circa 4.000 personen onder wie oproepkrachten, contractanten, aanverwanten en zelfstandige ondernemers (die, zoals bekend, als eerste en direct al hun baan kwijtraakten) en anderzijds loon- en inkomstenderving voor circa 12.000 personen, onder wie personen met vaste contracten en personen in vaste dienst.
Voor de eerste categorie (losse krachten) wordt wat betreft mogelijke steunmaatregelen op korte termijn gedacht aan en gerekend met een nader vast te stellen maximumbedrag per maand, voorlopig voor de maanden april tot en met juni 2020. Op advies van het ministerie van SOAW (Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn) is dit geraamd op maandelijks 1.000 gulden voor plusminus 4.000 personen. Dat is 4 miljoen per maand of totaal 12 miljoen over een periode van drie maanden.
Voor de tweede groep (werknemers in vaste dienst) is het uitgangspunt een maximumbedrag van 80 procent van het gemaximeerde dagloon, voorlopig eveneens voor de maanden april tot en met juni 2020. Op advies van SOAW en geraamd op 80 procent van het gemiddelde maandsalaris binnen de toeristische sector (3.279 gulden per maand) van plusminus 12.000 personen, komt dit uit op 31,5 miljoen per maand. Totaal: 95 miljoen over een periode van het tweede kwartaal.
Bij elkaar dus maandelijks 35,5 miljoen. Het is onduidelijk of hierbij ook rekening is gehouden met loonbelasting en sociale premies, hoewel het werkgeversdeel van deze premies tijdelijk is vrijgesteld om daarmee ruimte te scheppen voor het op peil houden van de cashflow van ondernemingen.
Naar verluidt houdt de berekening van de Centrale Bank CBCS wél rekening hiermee, met als doel niet ook andere sectoren - waaronder het bankwezen - in problemen te brengen. Over de wijze van financiering is vooralsnog weinig bekend.