‘Meest omvangrijke afbouwregeling in Curaçaose geschiedenis’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Met het afvloeiingsplan - Refineria Isla/PdVSA noemt het zelf een ‘redundancy plan’ - is een totaalbedrag van 110 miljoen gulden gemoeid. ,,Ik geloof de meest omvangrijke afbouwregeling voor personeel in de Curaçaose geschiedenis”, zegt Lucas Beaujon, manager Human Resources (HR), tegen het Antilliaans Dagblad.
Er is al vaker gepubliceerd over de afvloeiing voor circa 900 inmiddels ex-werknemers van Refineria Isla Curaçao, dochterbedrijf van staatsoliemaatschappij Petróleos de Venezuela (PdVSA), dat de afgelopen 34 jaar verantwoordelijk was voor de exploitatie van de raffinaderij op Curaçao. Echter, het totaalbedrag was nog niet eerder bekendgemaakt; door Isla noch door de vakbonden PWFC en Apri.
Over de afvloeiing werd in november 2019 overeenstemming bereikt tijdens de onderhandelingen van de bonden in de Venezolaanse hoofdstad Caracas. Het plan bestaat uit meerdere elementen en op grond daarvan is volgens HR-functionaris Beaujon sinds december 2019 begonnen met bepaalde deelbetalingen.
Zo kregen in de laatste maand dat Refineria Isla operationeel was alle stafleden - circa 450 werknemers - een salarisverhoging van tussen de 1 en 8 procent. Een derde deel daarvan, 150 stafwerknemers, kreeg bovendien nog promotie. ,,Sommigen met terugwerkende kracht tot 2018 en anderen tot 2019.”
Ook de werklieden - eveneens 450 personeelsleden - ontvingen van hun inmiddels ex-werkgever Refineria Isla (die op dat moment al wist dat het leasecontract per 31 december zou aflopen, maar nog lange tijd erop rekende ook in 2020 nog exploitant te blijven) een zogeheten ‘Bashí-premie’ van 1.900 gulden per persoon, die normaliter in januari wordt uitbetaald. Daar bovenop werd, zoals elk jaar, een lumpsum/prestatiebonus uitgekeerd. ,,Dit in verband met 2019”, licht de HR-manager toe.
In het nieuwe jaar, januari 2020, werden de openstaande vakantiedagen conform de vigerende Arbeidswetgeving uitbetaald. Dit betrof volgens Beaujon een bedrag van ongeveer 3 miljoen gulden.
Voor de periode februari tot en met juni is een betalingsplan uitonderhandeld in verband met de uitkering van ‘cessantia+’, zoals hij het noemt. Cessantia is een (in principe) eenmalige uitkering in geld die de werkgever moet betalen aan zijn werknemer wanneer het dienstverband van die werknemer eindigt. In het geval van Isla wordt daar iets bovenop gedaan, vandaar cessantia+.
Het gaat om uitbetaling in vijf stappen van telkens 20 procent. Deze krant berichtte hier eind januari over onder de kop ‘Afvloeiingsregeling geconditioneerd in vijf tranches uitbetaald’. Toen werd ook duidelijk dat Isla nog wachtte op een ‘tax ruling’.
Dit was het resultaat van de onderhandelingen met de bonden over de inhoud van de zogeheten ‘Attachment 2’, die hoort bij een eerdere overeenkomst, ofwel ‘Mutual Agreement’. Deze ‘Mutual Agreement’ werd door 100 procent van het personeel geaccordeerd. Ook de ‘Termination of agreement with mutual consent’ verwijst naar deze Bijlage 2.
De eerste drie tranches zijn geconditioneerd aan de verkoop van brandstofproducten die zich nog in de olietanks van de raffinaderij en oil terminal Bullenbaai bevonden en bevinden. Beaujon: ,,In februari vond de eerste betaling plaats. De tweede betaling is bedoeld voor maart en is ‘pending’. De payroll is in gereedheid gebracht en het wachten is nu op de afronding van alle processen die verband houden met de verkoop, zodat de werknemers hun gelden kunnen ontvangen.”
De derde betaling staat gepland voor april. Ook deze is afhankelijk van de verkoop van de nog resterende petroleumproducten van Refineria Isla/PdVSA. ,,De vierde en vijfde uitbetaling, in mei en juni, zijn geconditioneerd aan de Girobank”, zegt de HR-manager namens directeur Vanessa Flores, waarmee gedoeld wordt op het beschikbaar komen van de Isla/PdVSA-tegoeden bij de problematische bankinstelling, waar sinds medio december een moratorium geldt voor alle deposito’s boven de 10.000 gulden per rekening.
Naar verluidt zou Refineria Isla 35 tot 40 miljoen bij Giro aanhouden, waar Isla/PdVSA echter dus niet over kunnen beschikken. Alleen een oplossing - waarbij APC Bank het goede deel van Giro overneemt en het Land Curaçao zeer fors bijdraagt door middel van een ‘bail-out’, waarvoor de geplande algemene bestedingsbelasting omhooggaat (abb+) - kan ervoor zorgen dat Isla en de overige deposanten over hun gelden kunnen beschikken.
De uitkomst van de onderhandelingen met de vakbonden PWFC (werklieden) en Apri (stafpersoneel) bevatten nog méér, legt HR-manager Beaujon uit. De deal heeft zelfs betrekking op de gepensioneerden. Zo is afgesproken dat gepensioneerde ex-werknemers vanaf 2017 gedurende vijf jaar een bedrag van maandelijks 862 gulden uitbetaald krijgen, ter compensatie van het verlies van hun AOV-pensioenuitkeringen vanaf hun 60e jaar (in verband met het optrekken van de pensioenleeftijd).
,,Wij betalen elke maand. Er zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden. En er is momenteel sprake van een kleine vertraging, wat de komende dagen rechtgetrokken zal worden. Ruim honderd gepensioneerden maken gebruik van deze regeling.”
Het totaalpakket - althans wat Beaujon noemt - omvat ook tegemoetkoming en kwijtschelding van huisvestingsleningen en studieschulden. Zo’n 250 Isla-werknemers hadden een schuld bij hun oud-werkgever nadat Refineria Isla hen had geholpen bij de aankoop van een woning, een stuk grond, een grote reparatie of in verband met een hypotheeklening.
,,Deze af te lossen bedragen werden uitgesmeerd over de dienstjaren. Aangezien niet alle dienstjaren zijn voltooid, behielden werknemers een restschuld bij het bedrijf. In de onderhandelingen zijn deze kwijtgescholden”, vertelt de HR-functionaris.
Sinds 1994 hebben alles bij elkaar zo’n 750 werknemers gebruikgemaakt van het Isla-huisvestingsplan. Het gaat dan om leningen tussen de 50.000 en 75.000 gulden per geval. Beaujon rekent uit dat daarmee alles bij elkaar zo’n 30 miljoen gulden door Refineria Isla beschikbaar is gesteld om personeelsleden en hun gezinnen tegemoet te komen in hun wens een eigen woning te bezitten. ,,Allemaal betaald met dienstjaren.”
Dat is nog niet alles. ,,Isla betaalde tevens de studieschulden die sommige werknemers hebben bij DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs in Nederland) en SSC (Stichting Studiefinanciering op Curaçao). Eveneens uitgesmeerd over de dienstjaren. Maar omdat deze dienstjaren niet werden bereikt, is sprake van een restschuld. Ook deze werden doorgehaald. Volgens Beaujon gaat het hier om een bedrag van alles bij elkaar 8 miljoen, hoewel de administratie nog verder aan het rekenen is.
,,Tot slot moet gezegd worden dat een ruling is verkregen van de Inspectie der Belastingen en onlangs het akkoord voor ons pensioenfonds. Alle ongeveer 900 personeelsleden hadden een klein deel dat nog moest worden gestort in het pensioenfonds en sommigen hebben gekozen voor aanvullende storting in plaats van contant geld te ontvangen. Dit heeft bepaalde belastingvoordelen.”
Beaujon hoopt, zegt hij in gesprek met het Antilliaans Dagblad, hiermee een goed en compleet beeld te hebben gegeven van de bedragen en de reikwijdte die gemoeid zijn met de afvloeiing van het Isla-personeel. ,,Ik weet het niet zeker, maar geloof dat dit het meest omvangrijke afvloeiingsplan is dat Curaçao ooit heeft gekend.”