Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Giselle Mc William (MAN) gaat ervan uit dat dinsdag haar laatste dag is als minister van Economische Ontwikkeling (MEO). Partijgenoot Steven Martina keert de dag daarna terug op zijn post bij het ministerie.
Mc William had gisteren nog niet haar ontslag ingediend als minister bij gouverneur Lucille George-Wout. Eerst moet Yves Schoop, die zo lang de plek in de Staten heeft ingenomen, ‘ruimte maken’ door af te treden als Statenlid van de MAN. Mc William heeft er alle vertrouwen in dat alles op tijd geregeld is om Martina woensdag te kunnen beëdigen, laat zij weten in antwoord op vragen van het Antilliaans Dagblad.
Daarmee neemt zij na ruim een half jaar te hebben waargenomen als minister, weer plaats in de bankjes van de Staten. ,,Veel mensen dachten dat het niks zou worden, omdat ik geen economische achtergrond heb”, zegt Mc William. ,,Maar ik denk dat ik het tegendeel heb bewezen. Het was een hele uitdaging, vooral omdat onduidelijk was wanneer Steven Martina terug zou keren.” Mocht de partij weer een beroep op haar doen dan kan men opnieuw op haar rekenen. Net zoals bij MEO zal zij werken vanuit voor haar belangrijke principes, zoals integriteit, transparantie, gelijkheid en inclusie. ,,Politiek zit in mijn DNA verweven en niet alleen vanwege mijn achternaam. Als ik word gevraagd, dan zal ik er zijn.”
Steven Martina trad af als minister toen het Openbaar Ministerie (OM) in februari 2019 een onderzoek naar hem begon na aangifte door politieke partij Kòrsou di Nos Tur (KdNT). Martina werd ervan verdacht de wet Integriteit (kandidaat-ministers) te hebben geschonden. Zijn portefeuille werd eerst overgenomen door minister van Financiën Kenneth Gijsbertha (MAN) en op 27 augustus trad partijgenoot en Statenlid Giselle Mc William aan als MEO-minister. Het onderzoek tegen Martina werd eind mei door het OM onder bepaalde voorwaarden geseponeerd en in oktober werd een poging van KdNT alsnog onderzoek af te dwingen door het Hof afgewezen. Martina werd daarop door zijn partij opnieuw voorgedragen als minister en begin maart maakte premier Rhuggenaath bekend dat de screening was afgerond.
Het OM oordeelde dat Martina niet volgens de regels van de Wet integriteit had gehandeld, maar seponeerde de zaak onder voorwaarde dat hij zich een jaar lang niet schuldig maakt aan eenzelfde soort vergrijp. Martina, die directielid was van verzekeringsmaatschappij Guardian Group Fatum voordat hij aantrad als minister, was in de veronderstelling dat hij zijn aandelen in het bedrijf voldoende op afstand had gezet en daarmee geen belang had bij de besluitvorming van de regering over het verhogen van het tarief van de verplichte WA-autoverzekering. Maar het OM vindt dat wel sprake is van belangenverstrengeling. De tariefsverhoging werd overigens uiteindelijk afgeblazen.
Gisteren heeft Carlos Monk als lid van Fundashon Hustisia pa Un i Tur, opnieuw bij de Landsrecherche aangifte gedaan tegen Steven Martina. Monk is ook medewerker van KdNT. In een interview met TV Direct zegt Monk dat de nieuwe aangifte niet alleen de belangenverstrengeling betreft, maar ook ‘oplichting, bedrog en valsheid in geschrifte’ tijdens de screeningprocedure in 2017. Monk: ,,Martina werd op 2 juni 2017 minister en op 17 mei tekende hij een overeenkomst om de aandelen aan zijn broer over te dragen. Maar die overdracht heeft nooit plaatsgevonden. De brief is alleen gebruikt om aan de formateur te geven (Eugene Rhuggenaath, red.).” Dat het OM na onderzoek alleen een vorm van belangenverstrengeling heeft aangetroffen, maar geen reden zag voor verdere vervolging, weerhoudt de stichting niet. ,,Het is aan ons om de ogen van de mensen te openen. Een kopie van de aangifte gaat naar de gouverneur en zij moet bij haar geweten te rade gaan en beslissen of het ethisch is dat Martina woensdag als minister wordt beëdigd.”