Ministerraad wil forensisch onderzoek Girobank, Ennia en CBCS
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Raad van Ministers van Curaçao heeft besloten de Centrale Bank CBCS te verzoeken onafhankelijk forensisch onderzoek te doen naar de oorzaken van de problemen rond Girobank, verzekeraar Ennia - voor beide geldt de noodregeling - en ook de personen die hiervoor verantwoordelijk zijn en zijn geweest.
Premier Eugene Rhuggenaath (PAR) heeft dat bevestigd tegenover het Antilliaans Dagblad. Dit gebeurt op zijn initiatief, waarvoor hij de medewerking vroeg en ook kreeg van de overige bewindslieden in zijn PAR/MAN/PIN-kabinet. ,,Wie is verantwoordelijk en mogelijk zelfs schuldig?” aldus de minister-president, die de onderste steen boven wil. ,,We willen dat weten ten aanzien van Girobank en Ennia, maar ook met betrekking tot de CBCS als toezichthouder zelf. Het gaat ons om iedereen die op een of andere manier blaam treft.”
Rhuggenaath legt uit dat het ‘vertrouwen is aangetast’ en dat hier ‘urgent aandacht’ aan dient worden te geschonken. De brief is gericht aan de raad van commissarissen (RvC) van de Centrale Bank, met een afschrift aan de raad van bestuur (RvB). Ook de regering van Sint Maarten is op de hoogte gesteld, aangezien Curaçao en Sint Maarten een monetaire unie vormen en de Centrale Bank delen.
De premier zegt desgevraagd heel goed te beseffen dat de CBCS ‘een onafhankelijke positie’ heeft ten opzichte van de regeringen en dat ‘terughoudendheid’ dus op zijn plaats is. Tegelijkertijd benadrukt de eerste minister dat het kabinet ook een eigen verantwoordelijkheid heeft. Zo ziet het ernaar uit dat de overheid (lees: de belastingbetaler) in verband met een bail-out voor een aanzienlijk deel moet opdraaien voor de (vermogens)tekorten en schulden van Girobank. Het probleem komt daarmee toch ook op het bordje van de regering. ,,Wij kunnen niet langer lijdelijk en louter blijven toezien”, motiveert de premier zijn opstelling. Het verzochte forensisch onderzoek moet gericht zijn op de oorzaken van de problemen bij de onder de noodregeling geplaatste financiële instellingen (Girobank sinds december 2013 en Ennia vanaf juli 2018), maar ook de mensen die er destijds, later en nu betrokken bij waren en zijn.
Een dergelijke uitspraak deed eerder ook minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën in de Staten. In het parlement verklaarde de bewindsman voorstander te zijn van een diepgaand onderzoek naar de schuldvraag wat betreft Giro; niet alleen in de periode tussen 2013 en 2019, maar nadrukkelijk vooral ook daarvóór al. Daarmee doelend op de periode dat bankier Eric Garcia als ceo aan het roer stond van Girobank, samen met financieel directeur Stephen Capella en operationeel directeur Richard Rajack. Maar ook doelend op degenen die het destijds in de RvB bij toezichthouder CBCS voor het zeggen hadden: president Emsley Tromp, financieel-economisch directeur Alberto ‘Chos’ Romero en directeur-secretaris Jerrald ‘Jerry’ Hasselmeyer.
Rhuggenaath stelt nadrukkelijk dat bij het gevraagde forensisch onderzoek ook het toezicht en handelen binnen de Centrale Bank - vóór, in de aanloop naar en tijdens de noodregelingen - aan bod moeten komen. Hoewel er momenteel, sinds november 2017, andere RvB-leden bij de CBCS werkzaam zijn - Leila Matroos-Lasten (directeur-secretaris) en José Jardim (financieel-economisch directeur tevens interim-president) - dient het forensisch onderzoeksbureau geheel onafhankelijk te zijn van de CBCS.