Van een onzer verslaggevers
Willemstad/New York - De aansprakelijkheidsprocedure tegen Ennia-aandeelhouder Hushang Ansary en andere ex-bestuurders - eerder aangemerkt als een ‘megazaak’ - is door het gerecht voor 30 maart op de rol gezet; om 09.45 uur.
Dat meldt de afdeling Communicatie & Voorlichting van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in Willemstad. De gedagvaarde Iraans-Amerikaanse miljardair moet zich dan verantwoorden voor de hem verweten onttrekkingen aan de op Curaçao gevestigde verzekeringsmaatschappij, die sinds medio 2018 onder de werking van de noodregeling valt.
De procedure tegen Ansary is intussen ook betekend bij het Amerikaanse gerecht in New York. Dat blijkt uit de ‘filing’ door de Amerikaanse advocaten Davis Polk & Wardwell bij de US Bankruptcy Court Southern District of New York. Dit is een openbaar document.
De indieners - de diverse entiteiten van Ennia Caribe - willen vaststelling van aansprakelijkheid. Het hoofddoel is echter om van Ansary en alle gedagvaarden herstel van de door Ennia geleden schade af te dwingen en het solvabiliteitstekort - dat ten tijde van het uitspreken van de noodregeling medio 2018 tenminste 700 miljoen gulden bedroeg - weg te werken.
Zo leest het Antilliaans Dagblad in de ‘Notice’. De gedagvaarden hebben zich volgens de eisers schuldig gemaakt aan mismanagement doordat ze tekortschoten bij de uitoefening van hun taken binnen het bestuur van Ennia Groep. Specifiek wordt gesteld dat substantiële sommen geld Ennia uitvloeiden en dat de verzekeraar niet aan transacties (terug)kreeg waar het recht op had.
,,Ansary treft een persoonlijk ernstig verwijt, aangezien hij zijn enorme invloed binnen Ennia heeft aangewend met als doel het vermogen van Ennia te onttrekken ten behoeve van hemzelf en de zijnen.”
Sommige van de overige gedagvaarde ex-bestuurders ontvingen ‘excessief’ hoge uitkeringen, kostenvergoedingen en bonusbetalingen, vervolgt het document. En een aantal van hen wordt ook belangenverstrengeling als bestuurders en/of aandeelhouders verweten.
Eén en ander is gebleken na een grondig onderzoek naar onder meer de handel en wandel van het voormalige management van Ennia Groep, dat werd uitgevoerd na de verkregen noodregeling, alsook forensisch onderzoek naar financiële transacties.
Nadat het verzoekschrift op 11 oktober 2019 was ingediend, heeft het Gerecht in eerste aanleg op Curaçao op 17 december laten weten van start te gaan met de rechtszaak. Enige tijd daarna werd het US Court in New York geïnformeerd met het volledig in het Engels vertaalde verzoekschrift.
De Centrale Bank CBCS in Willemstad, die sinds de noodregeling het beheer over Ennia voert, wil boven alles zo snel mogelijk het solvabiliteitstekort bij de entiteiten van de verzekeringsmaatschappij opheffen. Daarvoor is bijstorting (lees: terugbetaling) nodig.
Tot nu toe echter weigerde Ansary, ondanks tientallen gesprekken en onderhandelingspogingen, mee te werken en over te maken wat er aan Ennia is onttrokken. Uit diverse bronnen verneemt deze krant dat de afgelopen weken opnieuw tweemaal overleg is gevoerd tussen de CBCS-top en Ansary.