Dertien jaar na noodregeling in verband met fraude bij FCIB
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De First Curaçao International Bank (FCIB), de bank van de Nederlander John Deuss, heeft een flink maar nog onbekend bedrag betaald aan het Openbaar Ministerie (OM) van Curaçao.
Het zou gaan om ‘meerdere miljoenen’, verneemt het Antilliaans Dagblad, maar de omvang is nog onduidelijk vanwege de afwikkeling van de accounts.
De resultaten van een strafrechtelijk onderzoek op Curaçao bevestigen het vermoeden dat mogelijk sprake is van ‘schuldwitwassen door FCIB’ ten aanzien van een aantal bankrekeningen. ,,Dat heeft ertoe geleid dat het OM en FCIB een transactieovereenkomst hebben gesloten”, aldus het Openbaar Ministerie in Willemstad.
In het kader van de transactie doet FCIB afstand van specifieke rekeningtegoeden. ,,Hiermee zijn deze rekeningtegoeden uit de bank gehaald”, legt het OM uit. De overige rekeningtegoeden worden uitgekeerd aan de legitieme rekeninghouders dan wel afgestort in een consignatiekas die in beheer is bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS).
Het drama bij de ‘offshore bank’ FCIB van Deuss gaat een hele tijd terug. Op 9 oktober 2006 werd de bankvergunning van de First Curaçao International Bank (FCIB) door de toenmalige Centrale Bank van de Nederlandse Antillen (BNA) ingetrokken en heeft het gerecht - op verzoek van BNA - de noodregeling ten aanzien van FCIB uitgesproken. De BNA is de rechtsvoorganger van de huidige CBCS, die toezicht houdt op het bankwezen.
Als gevolg van de noodregeling staat FCIB tot op heden onder bewind van CBCS. Aanleiding hiervoor was een Nederlands strafrechtelijk onderzoek naar FCIB, welk onderzoek in 2012/2013 heeft geleid tot een veroordeling en een transactie voor FCIB.
Het OM in Nederland was in 2013 een allesomvattende regeling overeengekomen met FCIB, John Deuss en zijn zus Tineke Deuss. Er werd toen overeengekomen het aan beide zijden ingestelde hoger beroep tegen het in 2012 door de rechtbank Arnhem gewezen vonnis in te trekken. Gevolg hiervan is dat de uitspraken onherroepelijk zijn geworden. De op deze strafzaak gebaseerde ontneming is met het OM geschikt voor een bedrag van 34,5 miljoen euro.
Het strafrechtelijk onderzoek ter zake van witwassen werd toen eveneens beëindigd. FCIB en haar twee leidinggevenden zijn hiervoor met het OM een transactie overeengekomen in de vorm van betaling van een geldsom van 500.000 euro. De civielrechtelijke procedures jegens de Nederlandse Staat zijn stopgezet.
FCIB was in eerste aanleg veroordeeld tot betaling van een geldboete van 1.190.000 euro. De leidinggevenden waren beiden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar en een geldboete van 327.000 euro.
Toen ze medio 2013 dachten er in Nederland vanaf te zijn, werd in oktober 2017 en maart 2018 onder leiding van de rechter-commissaris het hoofdkantoor van de FCIB te Curaçao doorzocht. ,,Directe aanleiding voor de doorzoekingen waren inkomende buitenlandse rechtshulpverzoeken bij het OM Curaçao ten aanzien van FCIB.”
In een persbericht laat het OM in Willemstad weten te verwachten ‘dat de transactie bijdraagt aan een spoedige afwikkeling van FCIB als bank waardoor de noodregeling kan worden opgeheven’.
Daarover zei interim-president José Jardim van de CBCS gisteren niets. Hij verklaarde dat de transactie afgelopen vrijdag is afgewikkeld, mede na een grondig onderzoek door de Centrale Bank op Curaçao en aangifte bij het OM van de toen vermoedelijk strafbare handelingen. Wat betreft de inhoud van de schikking verwees Jardim naar het OM. Waarom het transactiebedrag in Nederland destijds wel en op Curaçao niet bekend wordt gemaakt is onduidelijk.