‘Alcalá-Wallé leest cluster 4-plan niet goed’
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Behalve dat de minister van Onderwijs, Marilyn Alcalá-Wallé (PAR), zich niet heeft gehouden aan de termijn waarop een reactie gegeven had moeten worden op het verzoek tot het starten van een cluster 4-school bij de Divi Divi School, leidt de uiteindelijk gekregen brief van de minister bij de Vereniging Protestants Christelijk Onderwijs (VPCO) tot nogal wat verwarring.
,,Voor ons is het niet duidelijk of wij uw schrijven moeten opvatten als een afwijzing op ons verzoek om te starten met cluster 4-onderwijs voor leerlingen die dit conform de experts nodig hebben”, zo schrijft Igor Meijer, voorzitter van de VPCO in een lange brief terug naar de minister. Het is niet duidelijk of de aanvraag is gehonoreerd en als dit niet het geval is, dan mist hier een onderbouwing van. Daarnaast is het niet duidelijk of de aanvraag wel of niet voldoet aan de vereisten. Volgens de VPCO is aan alle vereisten voldaan: er is gebruikgemaakt van het beleidsdocument Speciaal Onderwijs ‘Ku tur derechi’, het laatste concept van de Landsverordening speciaal onderwijs en de Landsverordening onderwijskundige experimenten. Een cluster 4-school is een school voor kinderen die extra steun en aandacht nodig hebben in verband met gedrags-psychologische of psychiatrische uitdagingen. Het plan van de VPCO gaat om een dependance van de school voor speciaal onderwijs, Divi Divi School, waarin een aantal groepen verdeeld in vier of vijf klassen gehuisvest kunnen worden. Aangegeven is dat gestart kan worden met de eerste groep van acht leerlingen van de private school Unique Learning Centre (ULC), maar dat de VPCO verwacht binnen drie maanden uit te kunnen groeien. In het plan is ook voorgesteld een plaatsingscommissie te benoemen die nagaat of de aanvragen echt cluster 4-kinderen betreft. Uit de reactie van de minister blijkt dat zij denkt dat het alleen gaat om het herbergen van de ULC-leerlingen, terwijl dit dus niet het geval is.
Bovendien, de minister reageert een half jaar later op het verzoek, terwijl de wet een termijn van drie maanden voorschrijft, zo beklaagt de VPCO zich en de Landsverordening onderwijskundige experimenten zelfs twee maanden. En, zo wordt aangevoerd: ,,In de Landsverordening onderwijskundige experimenten staat dat de vergunning slechts geweigerd kan worden indien het onderwijskundige experiment het belang van het kind, de ouders of het onderwijzend personeel schaadt. Wij zien oprecht niet in hoe cluster 4-onderwijs schade zou kunnen berokkenen.”
Uitgelegd wordt dat het voor de VPCO geen grote inspanning is, want de benodigde expertise is al in huis. Ook is er een sponsor gevonden die vier lokalen bouwt.
Het schoolbestuur vraagt de minister het ingediende experimenteerplan nog eens goed te lezen en opnieuw te beoordelen, omdat het niet alleen gaat om de ULC-leerlingen, maar om veel meer kinderen die cluster 4-onderwijs nodig hebben en ‘die nu thuis zitten of van wie de ouders leerkrachten inhuren of dure privéscholen betalen’.