Voorschot kosten CBCS voor Ennia verhoogd tot 15 miljoen
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In het kader van de noodregeling bij verzekeringsmaatschappij Ennia heeft de rechter het eerder bepaalde voorschot verhoogd tot 15 miljoen gulden. Dat blijkt uit de beschikking die het Antilliaans Dagblad opvroeg bij het gerecht.
Volgens de Centrale Bank CBCS en het door CBCS overgelegde overzicht was tot en met medio augustus een bedrag van in totaal 13,2 miljoen aan de noodregeling besteed, volgens de beschikking ‘hoofdzakelijk bestaand uit advocaatkosten in het binnen- en buitenland’.
,,CBCS verwacht nog aanzienlijke kosten te zullen moeten maken”, meldt de uitspraak in verband met de noodregeling ten aanzien van Ennia Caribe Leven, Ennia Caribe Schade, Ennia Caribe Zorg, EC Investments, Ennia Caribe Holding en EC Holding.
De Centrale Bank CBCS, belast met de uitvoering van de noodregeling, is verzocht op de faillissementsrolzitting van 25 februari volgend jaar een onderbouwd verzoek om vaststelling van de tot dan toe daadwerkelijk gemaakte kosten te overleggen.
Van de tot nu toe gemaakte kosten betreft 95 procent juridische kosten, luidt een toelichting. Deze kosten zijn gemaakt in het kader van de vele juridische procedures die moesten worden gevoerd, zowel lokaal als in de Verenigde Staten. Voor deze juridische procedures worden de advocatenkantoren Ox & Wolf (Curaçao), De Brauw Blackstone Westbroek (Nederland) en Davis Polk & Wardwell LLP (VS) ingezet. De overige 5 procent bedraagt kosten met betrekking tot onder andere financiële ondersteuning (accountants), forensisch onderzoek en IT.
En van de totale juridische kosten heeft ongeveer twee derde van de totale juridische kosten betrekking op de uitgaven voor de in Amerika gevoerde Chapter 15-procedure. Deze procedure was noodzakelijk om toegang te krijgen tot de gelden van Ennia in de VS. De tegenpartij, Ennia-eigenaar Hushang Ansary, had drie grote Amerikaanse kantoren - te weten: Jones Day, Hogan Lovells US, en Prokauer Rose - ingeschakeld om ‘koste wat het kost’ te voorkomen dat Ennia toegang zou krijgen tot haar eigen gelden.
,,Tegenover de forse juridische kosten staat het goede resultaat wat is behaald in de Chapter 15-procedure”, aldus de uitleg. ,,Uiteindelijk is het gelukt om een bedrag van circa 450 miljoen vrij te krijgen (rekening houdend met koersverschillen), wat betekent dat de met de procedure gepaard gaande juridische kosten minder dan 2 procent bedragen van het daarmee behaalde resultaat.”