Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Op initiatief van Nederland gaan de vier landen in het Koninkrijk, Curaçao, Sint Maarten, Nederland en Aruba, gezamenlijk een extern integraal onderzoek starten over de aansluitingsproblematiek met Nederland, als studenten daar gaan studeren.
Een werkgroep zal bovendien onderzoek doen naar de mogelijkheden van een fonds om mobiliteit van studenten binnen het Koninkrijk te bevorderen. Het onderzoek naar de aansluitingsproblemen richt zich op studenten, docenten, instellingen, zowel vooropleiding als vervolgonderwijs in het Koninkrijk. ,,Alle landen stellen daarvoor de benodigde capaciteit beschikbaar”, zo staat te lezen in de afsprakenlijst die gisteren is gemaakt na het Vierlandenoverleg Onderwijs dat in Nederland heeft plaatsgevonden. De werkgroep die zich met vervolgstudie bezighoudt zal in het volgende Vierlandenoverleg voorstellen doen ter verbetering van het studiesucces van studenten die secundair en middelbaar beroepsonderwijs in een van de drie landen of Caribisch Nederland hebben voltooid. Basis daarvoor zal het extern integraal onderzoek zijn. Daarnaast, zo is de afspraak, gaan Aruba, Curaçao en Sint Maarten het studeren in de regio meer promoten, onder andere door de samenwerking met elkaar en met online aanbod en ‘blended learning’ van Nederlandse instituten van hoger onderwijs te bevorderen.
Tijdens het Vierlandenoverleg is een presentatie gegeven van in Nederland studerende studenten uit de vier landen in het Koninkrijk. Onderwijsminister Marilyn Alcalá-Wallé (PAR) is onder de indruk van waar zij allemaal tegenaan lopen: ,,Er is geen goede voorbereiding. De studenten ervaren een cultuurschok. Ze hebben heimwee en ervaren psychologische problemen. Ze kunnen niet aarden. De weersomstandigheden spelen een rol. Nederland is niet flexibel en houdt zich bijvoorbeeld strak aan de tijd. De studenten hebben problemen met hun zelfredzaamheid en missen een sociaal leven. Daar komt bij dat zij een gebrek aan ondersteuning ervaren en ook financieel krap zitten omdat ze geen goede planning hebben van hun uitgaven. Ze kunnen dus niet budgetteren.”