Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Steven Martina wil terug naar de post van minister van Economische Ontwikkeling. Hij ziet het als zijn verantwoordelijkheid naar alle personen die op hem en op de MAN hebben gestemd, om af te maken waar hij ruim twee jaar geleden - toen hij benoemd werd tot minister - mee begonnen is.
Dat liet Martina gisterochtend bij Nos Pais Television weten. De voormalig minister van Economische Ontwikkeling was daar bij presentatrice Mavis Albertina te gast en sprak onder andere over het proces van Kòrsou di Nos Tur (KdNT) tegen hem, de recente uitspraak van het Hof en over hoe de toekomst er voor hem uitziet.
De afgelopen acht maanden - sinds zijn aftreden tot de uitspraak van het Hof vorige week - heeft een grote impact gemaakt op het leven van Martina. ,,Het is in ieder geval een ervaring die ik nooit eerder heb gehad. De eerste drie maanden waren vervelend omdat je dan wordt vervolgd. Aan de andere kant ben ik altijd rustig gebleven; ik heb immers een schoon geweten. Maar het is geen fijne periode geweest; je bent onzeker en je hebt niet echt de kans om je te verdedigen.” Dat veranderde toen Martina door de Landsrecherche voor verhoor werd opgeroepen. ,,Toen kon ik alles uitleggen en werd ik rustiger. Ik heb altijd gezegd dat ik niets fout heb gedaan.”
Nadat het Openbaar Ministerie besloot de zaak te seponeren, diende KdNT een verzoek voor artikel 15 in bij het Hof om het OM alsnog tot strafrechtelijke vervolging van Martina te dwingen. Dat proces heeft de voormalig minister van Economische Ontwikkeling naar eigen zeggen relatief rustig doorstaan. ,,Ik had niet de verwachting dat er plotseling een heel ander oordeel zou komen”, aldus Martina.
Hij is tevreden met de beschikking van het Hof en vindt het interessant hoe de drie rechters van het Hof de situatie hebben geanalyseerd. ,,Het Hof geeft aan dat zelfs bij het vermoeden dat ik iets verkeerds zou hebben gedaan, uit het onderzoek van de Landsrecherche niet is gebleken dat er sprake zou zijn geweest van opzet of zelfverrijking. Dat is het belangrijkste voor mij. Bovendien is KdNT geen rechtstreeks belanghebbende. De rechters oordelen dat het proces dat zij tegen mij hebben aangespannen meer politiek gedreven is dan iets anders.”
Hoewel hij blij is met de uitspraak van het Hof, ziet Martina zichzelf al sinds 21 mei niet langer als verdachte. ,,Mijn advocaten geven aan dat ik sinds het sepot niet langer verdachte ben”, aldus Martina. Of dat daadwerkelijk zo is, moet blijken als Martina eenmaal door de MAN opnieuw wordt voorgedragen als kandidaat-minister van Economische Ontwikkeling. ,,Dan moet ik weer door de screening en wordt er gekeken of ik een strafblad heb, of ik betrokken ben bij een strafrechtelijke vervolging en of ik verdachte ben. Op alle vragen luidt het antwoord volgens mij nee”, aldus Martina.
Inmiddels is Martina al door de partij benaderd en heeft hij aangegeven beschikbaar te zijn voor iedere functie, ook die van minister. ,,Maar de partij moet zelf nog een besluit nemen of ze mij willen voordragen als kandidaat. Ik zie het in ieder geval als mijn verantwoordelijkheid om door te gaan als minister van Economische Ontwikkeling. Als ik nu zou stoppen, is het niet juist tegenover alle mensen die hun vertrouwen in mij en de partij hebben gesteld.”
Tijdens de afwezigheid van Martina heeft minister Kenneth Gijsbertha van Financiën de post waargenomen en eind augustus werd Giselle Mc William - op dat moment nog Statenlid namens de MAN - beëdigd tot minister van Economische Ontwikkeling. Voor zij het ministerschap aannam, zijn alle scenario’s met haar besproken, zo stelt Martina, ook het scenario dat hij terug zou keren als minister. Indien dat gebeurt, gaat Mc William terug naar de Staten en neemt Yves Schoop - die sindsdien tot Statenlid is beëdigd - afscheid van het parlement.