Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het College financieel toezicht (Cft) kan nog geen positief advies geven bij het leenverzoek van Curaçao van 200 miljoen gulden voor het nieuwe ziekenhuis.
Daar staat tegenover dat het college verwacht voor 103,7 miljoen wél tot een positief advies te kunnen komen, mits aan een reeks voorwaarden wordt voldaan. Met een nieuwe lening van 103,7 miljoen zal de schuldquote van Curaçao stijgen van 46,7 procent naar 48,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
Als ook de in de begroting 2019 voorgenomen lening van 70,4 miljoen wordt aangetrokken, zal de schuldquote stijgen tot 49,8 procent van het bbp. ,,Het aantrekken van deze leningen zorgt niet voor overschrijding van de rentelastnorm”, aldus Cft, dat wel allerlei voorwaarden stelt aan de lening.
Uit de toelichting die door Financiën al had moeten zijn aangeleverd, dient te blijken dat de begroting 2019 en de uitvoering daarvan in voldoende mate voldoen aan de normen van de Rijkswet financieel toezicht Rft en de aanwijzing.
Verder: voor de uitgaven ter waarde van 96,3 miljoen die niet in aanmerking komen voor een lening op grond van de Rft, moet worden aangegeven welke oplossing hiervoor wordt gevonden en welke (meerjarige) effecten dit heeft op de gewone dienst van het Land dan wel op de begroting van het ziekenhuis.
Uiterlijk 1 oktober had Curaçao de geoptimaliseerde businesscase van Hospital Nobo Otrobanda (HNO) en het sluiten van het oude ziekenhuis Sehos moeten hebben aangeboden, voorzien van een second opinion door Stichting Overheidsaccountantsbureau (Soab). Deze datum lijkt niet gehaald, getuige de opmerking van minister Kenneth Gijsbertha afgelopen week tegenover deze krant dat hiervoor nog drie weken de tijd nodig is.
Uit die businesscase dient te blijken dat met de aanvullende financiering het ziekenhuis kan worden afgebouwd en in gebruik kan worden genomen, waarbij de meerkosten worden gecompenseerd door realistische efficiencymaatregelen in de zorg. Voorts en tot slot moeten zowel de lening van 103,7 miljoen als de bijbehorende kapitaaluitgaven worden opgenomen in de begroting middels een vastgestelde begrotingswijziging.