Van een onzer verslaggevers
Oranjestad - Hoog op de agenda van de Rijksministerraad RMR) staat morgen onder meer Aruba en de openbare financiën. De ernst daarvan komt aan bod, maar vooral het toezicht.
Het kabinet van premier Evelyn Wever-Croes (MEP), dat eind 2017 de verslechterde financiën erfde van het kabinet van Mike Eman (AVP), zou al begin juli en toen eind augustus aangeven hoe de kwestie van de gewijzigde Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) - onder aanvoering van de MEP-fractie danig aangepast door het Arubaanse parlement - wordt opgelost. Deze rijmt namelijk niet meer met het Protocol Aruba Nederland 2019-2021 van november 2018. Dat de regering in Oranjestad de gewijzigde LAft niet aan gouverneur Alfonso Boekhoudt aanbiedt, is voor Den Haag een eerste (goede) stap, maar biedt nog onvoldoende garanties. De Nederlandse regering-Rutte wil dat de protocolafspraken wettelijk worden verankerd. Dat is nog steeds niet gebeurd en dus wordt het bestaande Arubaanse financieel toezicht als onvoldoende beoordeeld. Overigens kan het College Aruba financieel toezicht (CAft) ook nu nog streng adviseren, gebaseerd op de bestaande landsverordening. Alleen ontbreken daarin de protocolafspraken die voor de Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Koninkrijksrelaties heilig zijn. Het protocol betreft het pad richting solide, transparante en houdbare overheidsfinanciën van Aruba. Centraal in dit protocol staan de afgesproken tekortnormen en begrotingsregels, die ertoe zullen leiden dat de schuld van Aruba in 2027 af zal nemen tot 70 procent bbp (bruto binnenlands product) en in 2035 tot 50 procent bbp. Verder waren er afspraken gemaakt over de personeelskosten, waardoor Aruba een structurele daling in de personeelslasten zal realiseren. Vastgelegd is ook dat het CAft het financieel toezicht nog voor drie jaar blijft uitoefenen. Inwerkingtreding van de LAft had al uiterlijk voor 1 januari 2019 moeten hebben plaatsgevonden, maar ‘niet voordat daarover in de Rijksministerraad overeenstemming is bereikt’.
Het jaar 2017 werd afgesloten met een schuld van 4,2 miljard florin, hetgeen een schuldquote van 86,8 procent van het bbp impliceerde. De schuld liep in 2018 op tot 4,4 miljard. De Centrale Bank van Aruba rekende tot voor kort met 4,9 miljard, wat neerkomt op een schuldquote van 89,4 procent bbp. In de begroting 2019 presenteerde Aruba een daling van de schuldquote naar 89 procent bbp. Aldus de jongste halfjaarsrapportage van CAft.