Van een onzer verslaggevers
Willemstad - In de Staten is deze week het pakket aan belastingmaatregelen aangenomen waarmee de regering weer een evenwichtige begroting hoopt te bereiken.
De maatregelen zijn nodig op advies van het College financieel toezicht (Cft) en na de aanwijzing vanuit de Rijksministerraad (RMR).
Een motie van wantrouwen tegen Financiënminister Kenneth Gijsbertha (MAN), ingediend door de oppositie, haalde het niet. De oppositie zelf schitterde voor een groot deel door afwezigheid in de Statenvergadering en de coalitie veegde de motie van tafel.
In de Staten heeft Gijsbertha nog eens uit de doeken gedaan waarom de maatregelen nodig zijn. Een belangrijke reden waarom de begroting in de min is geraakt, is omdat de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK) is komen te vervallen. ,,In 2010 was er een tekort van 51 miljoen gulden. In 2011 was dit 166 miljoen gulden en in 2012 63 miljoen gulden. Bij elkaar opgeteld 280 miljoen gulden, wat ook in 2012 leidde tot een aanwijzing. Als ik de BRK-gelden er aftrek, hebben we elk jaar nog veel meer in de min gestaan. In 2014 liep de BRK-regeling ten einde en daardoor hadden we nog minder inkomsten. We pasten onze uitgaven daar echter niet op aan. Ook verhoogden we niet onze inkomsten op andere wijze. In 2017 begon het kabinet-Rhuggenaath met een deficit van 64 miljoen gulden. We hadden zes maanden de tijd om dit te corrigeren. We hebben een verplichtingenstop ingevoerd en op alle ministeries vijf procent gekort. Uiteindelijk eindigde 2017 met een tekort van 116,8 miljoen gulden. In dit bedrag zit ook de lening aan Insel Air van 33 miljoen gulden. Maar dat risico hebben we genomen. Het was toen kiezen tussen het verstrekken van deze lening en het behoud van 800 banen en de verbinding tussen de eilanden of 131 miljoen gulden aan overheidsinkomsten verliezen als gevolg van een faillissement, zo was ons voorgerekend. In 2018 hebben we weer een bedrag van 66 miljoen gulden weten te bezuinigen en voor 2019 besparen we 55 miljoen gulden. Het tekort van 2017 en 2018 kwam samen neer op een bedrag van 175,3 miljoen gulden. Het Cft heeft ons daarna enorm onder druk gezet om voor 2019 nog 126 miljoen gulden te bezuinigen. We wilden de bezuinigingen over meerdere jaren uitspreiden maar Cft noch de RMR gingen daarmee akkoord”, aldus de minister.
Ondertussen wacht de regering op advies van de Raad van State met betrekking tot het verzoek voor een soepeler financieel toezicht volgens artikel 25 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). ,,Dit proces duurt nog even en we zijn dus genoodzaakt met de aanwijzing deze belastingmaatregelen te treffen. Ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is voorstander van een grotere spreiding van het deficit over de komende jaren. Wat ons steekt is dat het Cft weliswaar een advies heeft gegeven aan de RMR voor een aanwijzing, maar dat de RMR volgens het Rft niet verplicht is dit advies over te nemen. Toch heeft de RMR gezegd het Cft niet afvallig te willen zijn en de aanwijzing doorgezet.”
In het groeiakkoord wordt ook aandacht besteed aan het sociaal vangnet. Met vele sociale partners is gesproken. Zij hebben allemaal advies gegeven voor de middellange en lange termijn, maar er is geen enkel advies gekomen voor de korte termijn. ,,Dus we hebben voor de korte termijn zelf met oplossingen moeten komen, het pakket dat nu op tafel ligt. We nemen onze verantwoordelijkheid. Niets doen is geen optie. Ook daar zijn de sociale partners het mee eens. We houden zeker rekening met hun aanbevelingen en nemen nieuwe plannen vanuit de sociale partners mee in het plan van de groeistrategie. In 2022 moeten we schulden aan het Algemeen Pensioenfonds Curaçao (APC) afbetalen en ook aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In gesprek met beide instituten zijn we al tot goede afspraken gekomen. Tot slot wil ik nog benadrukken dat een evenwichtige begroting niet wordt opgelegd door het Cft en wij dus niet per definitie dansen naar de pijpen van dit instituut. Ook de staatsregeling schrijft een evenwichtige begroting voor evenals de comptabiliteitswetgeving. Het is dus onze eigen wettelijke verantwoordelijkheid. We werken nu ook aan een betere controle. Zo zal geen enkele uitgave meer gedaan worden zonder dat hier een bestelbon aan ten grondslag ligt.”