Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De aanwijzing in één keer erdoorheen jagen is ‘gevaarlijk’. Het is volgens de nieuwe president-directeur Bob Traa van de Centrale Bank CBCS dan wel conform de rijkswet, maar niet in het belang van de Curaçaose economie.
Praat met Nederland en win het vertrouwen, is zijn advies. Wat betreft het begrotingsbeleid ‘dient rekening te worden gehouden met het tempo van de uitvoering van maatregelen’. ,,Immers, een te sterke aanpassing van het begrotingsbeleid in korte tijd zou de economische activiteit extra kunnen vertragen.”
Traa was gistermiddag spreker tijdens de jaarlijks lunch van de Vereniging Bedrijfsleven Curaçao. ,,Het is niet correct te stellen dat Curaçao helemaal niets doet. Ga de discussie met Nederland aan. Het is van belang Nederland vertrouwen te geven. Ik heb de indruk dat Nederland te weinig het vertrouwen heeft dat het Curaçao ook menens is en dat het eiland zich echt wil committen.”
Curaçao moet volgens Traa haar huiswerk doen en met een ‘meerjarig gekwantificeerd onderbouwd en goed dichtgetimmerd plan’ komen. Dan heeft hij er alle vertrouwen in dat het moet lukken om gehoor te krijgen.
Dat is nodig omdat de aanwijzing van de Rijksministerraad (RMR), gegeven op advies van het College financieel toezicht (Cft), een ‘snelheidsbegrenzer’ vereist. ,,Als we het begrotingsbeleid te snel doorvoeren, dan kan de economie nog meer krimpen - valt de motor uit - en kan de schuldquote zelfs verder stijgen.” Het advies van Traa is niet meer dan 2 procent bruto binnenlands product (bbp) per jaar op de begroting om te buigen.
Maar er moet méér gebeuren, zei de president-directeur in zijn eerste publieke optreden, waarbij hij de aanwezigen in het Atrium van Renaissance Resort ‘prikkelde’ met zijn diagnose van en mogelijke oplossingen voor de huidige economische situatie waarin Curaçao verkeert. Daarbij stond Traa uitvoerig stil bij de productiviteit. Hij bracht naar voren dat de arbeidsproductiviteit op Curaçao ‘een neerwaartse trend vertoont’; dit zou idealiter +1,5 procent per jaar moeten zijn. Tegelijkertijd neemt de groei van de beroepsbevolking af. Hierdoor is de potentiële groei van de economie negatief. ,,Wanneer de arbeidsproductiviteit afneemt, verminderen bedrijven het aantal arbeidsplaatsen om hun kosten te verlagen. Hierdoor neemt de werkloosheid toe.”
Curaçao kent niet alleen een hoge werkloosheid, Traa stelt onomwonden vast dat ‘ook het kapitaal niet optimaal wordt benut’. ,,Er staan veel lege gebouwen - huizen en hotels - en er is sprake van overliquiditeit in het bankwezen”, waarbij de CBCS-president onder meer het vervallen Cinelandia in Punda en een vervallen herenhuis in Scharloo op het scherm liet zien.
,,Daarnaast is het concurrentievermogen van Curaçao als gevolg van de lage productiviteit onvoldoende en is het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans hoog. De structuur van de economie van Curaçao verschuift geleidelijk van industrie (-14,9 procent) naar toerisme (+8,1 procent).”
Dit laatste kan een verklaring zijn voor de lagere productiviteit tijdens de transitiefase, maar het kan ook ‘licht aan het einde van de tunnel’ betekenen. De gestage toename sinds eind 2018 van de particuliere kredieten ondersteunt dit. Een krachtig ministerie ven Economische Ontwikkeling kan en moet instrumenteel zijn.