Van een van onzer verslaggevers
Willemstad - Taalwetenschappers van de Universiteit Leiden doen onderzoek naar ‘codeswitching’ door tweetalige bewoners van Nederland. De onderzoekers richten zich op Papiaments, Spaans en Turks.
In de taalwetenschap is codeswitching het wisselen van de ene naar de andere taal binnen eenzelfde zin, legt onderzoeker in opleiding Ivo Boers van de Universiteit Leiden uit. Dat gebeurt in het Papiaments ook, bijvoorbeeld in de zin ‘Ki cijfer esei ta?’, of in ‘Ata, bo por konta di één te tien’.
Het onderzoek wordt uitgevoerd binnen het platform HerLing (heritage languages) van de universiteit. De aan HerLing verbonden wetenschappers doen onderzoek naar erfgoedtalen die in Nederland worden gesproken, waaronder Papiaments, Turks en Spaans, maar ook Bahasa Indonesia, Berber, Arabisch en Duits.
,,Voor dit project onderzoeken we de structuur van zinnen met een lidwoord, een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord”, zegt Boers die als voorbeeld noemt ‘het zwarte bed’ of ‘e yabi blanku’. De onderzoekers zijn benieuwd waar Antilliaanse Nederlanders als ze omschakelen van de ene naar de andere taal het bijvoeglijk naamwoord plaatsen: voor het zelfstandig naamwoord, zoals in het Nederlands, of erachter, zoals in het Papiaments. Dus wordt het: ‘kama zwart’ of ‘zwart(e) kama’? Boers: ,,Verder willen we weten of Papiamentstalige zelfstandige woorden die in een Nederlandse zin staan als de- of het-woorden worden gebruikt: ‘het kama’, of ‘de kama’.
Om daarachter te komen, is er een spel ontwikkeld dat kinderen van 7 tot 12 jaar met hun ouders spelen. Daarvan worden opnames gemaakt. Tijdens het spel zitten ouder en kind tegenover elkaar maar met een schot tussen hen in, zodat zij elkaar niet kunnen zien. Nu moet het kind uitleggen hoe de dertig kaartjes in de rechthoek voor hem liggen, zodat de ouder die in dezelfde volgorde kan neerleggen. Boers: ,,Het spel wordt vier keer gespeeld: een keer in het Nederlands, een keer in het Papiaments, een keer in het Nederlands met het object in het Papiaments en een keer in het Papiaments met het object in het Nederlands. Die laatste twee keer moeten de kinderen dus codeswitchen.”
De uitkomsten bij de Antilliaans-Nederlandse kinderen worden vergeleken met die van Spaanstalige en Turks-Nederlandse kinderen. Tot dinsdag 6 augustus waren er opnames gemaakt van drie Antilliaanse, twee Spaanstalige en twee Turkse kinderen. HerLing is op zoek naar meer participanten voor het project.
Het doel van wat officieel heet ‘The Research Lab for the Study of Heritage Languages of the Netherlands’ (HerLing), is om wetenschappelijk onderzoek en taalgemeenschappen met elkaar te verbinden. ,,In Nederland zijn ongeveer vier miljoen mensen die een andere taalachtergrond hebben en thuis een erfgoedtaal spreken. Meer opgroeiende kinderen dan voorheen verwerven een andere taal in aanvulling op het Nederlands”, aldus de informatie op de website van Universiteit Leiden.