De Lannoy (RdK): CRU staat startklaar
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Een van de zes stoomketels van Curaçao Refinery Utilities (CRU) levert 84 procent van de totale capaciteit aan Refineria Isla. ,,Meer stoom is nu niet nodig”, zegt Marcelino ‘Chonky’ de Lannoy, interim-directeur van Refineria di Kòrsou (RdK).
Overheids-nv RdK is behalve van het terrein en de raffinaderij, eigenaar van CRU.
Een van de zes ketels (nummer B74) is in revisie, reageert De Lannoy desgevraagd op uitlatingen van scheidend Isla-directeur Javier Hernández dat de CRU-installaties te wensen overlaten. ,,De rest staat startklaar.” Omdat de hele raffinaderij stilligt, is er op dit moment geen noodzaak om extra uren te steken in de reparatie van ketel B74. ,,Net zoals Refineria Isla dat niet doet, werken wij nu ook geen overuren.”
Eind dit jaar loopt het contract met de huidige exploitant, het noodlijdende Venezolaanse staatsoliebedrijf PdVSA, af. Half juli ontving de Curaçaose overheid vijf vrijblijvende voorstellen van potentiële kandidaten. Daaruit wordt eind september, begin oktober een kandidaat van voorkeur gekozen. Half juli heeft de Venezolaanse minister Manuel Quevedo van Oliezaken in een brief aan het Isla-personeel laten doorschemeren dat PdVSA de raffinaderij ook na 31 december 2019 wil blijven exploiteren, maar of het Venezolaanse bedrijf een van de vijf ‘non-binding proposals’ heeft ingediend is niet bekendgemaakt.
Op verzoek van Refineria Isla vorige maand heeft CRU een van de zes stoomketels in bedrijf genomen. De geleverde stoom zou nodig zijn voor het opwarmen van de units in voorbereiding van de opstart van de raffinaderij. Maar, ondanks eerdere toezeggingen van de PdVSA-directie en de Venezolaanse minister voor een heropstart in juli, lijkt niets erop dat er een tanker met olie in aantocht is.
Bij RdK wacht men ondertussen ‘rustig af hoe Isla de raffinaderij gaat opstarten’. De Lannoy zegt wel te hopen dat de intentie is om ‘alle productie-installaties langdurig in bedrijf te houden’ en dat het niet ‘slechts tijdelijk is voor het verwerken van een batch ruwe olie’. ,,Wij zien graag een toename van maritiem verkeer met minstens 50 tot 80 schepen per maand.” De RdK-directeur voegt daar in één adem aan toe dat het moeilijk zal zijn dat te realiseren vanwege de grote schulden van PdVSA en de daarmee samenhangende beslagleggingen en de sancties vanuit de Verenigde Staten die handelaren verbieden zaken te doen met Venezuela.
Ook Gherrel Remilia, voorzitter van vakbond Apri, kan geen nieuwe ontwikkelingen melden. ,,Tot nu toe is alles status quo. Men heeft beloofd dat de olie in de eerste week van augustus naar Curaçao zou worden verzonden. Dus we wachten nog een paar dagen en daarna beslissen we wat te doen.”