Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De straatnamen van het nieuwe Centrumeiland in de Amsterdamse wijk IJburg zijn bekend. Burgemeester Femke Halsema maakte bij de slavernijherdenking op 1 juli al bekend dat de 27 straten vernoemd worden naar strijders tegen koloniale overheersing en noemde onder anderen schrijver Frank Martinus Arion.

Eerder was het plan om de straten te vernoemen naar geuzenstrijders uit de Slag om de Zuiderzee (1573), die tegen de Spaanse vloot vochten. De nieuwe wijk ligt vlak bij de plek waar die strijd werd uitgevochten. Halsema ging echter mee met de oproep om meer diversiteit in de straatnamen van Amsterdam te brengen.
Deskundigen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde en slavernijinstituut NiNSee hebben geholpen met het samenstellen van de lijst van straatnamen. Alle naamgevers van de straten kwamen in woord en/of daad in opstand tegen slavernij of de koloniale overheersing of streden voor de onafhankelijkheid van Suriname en Indonesië. Enkele bekende namen, zoals de strijders tegen slavernij Tula en Karpata, ontbreken omdat die al elders in Amsterdam een straat naar zich vernoemd hebben gekregen.
Tot de categorie strijders tegen slavernij behoort wel de Arubaanse slavin Virginia Dementricia. Zij kwam in de laatste jaren van de Nederlandse slavernij diverse keren in opstand tegen haar meester Van der Biest op plantage Barbolia en de autoriteiten. Zij werd daarom in 1860 verkocht naar Curaçao en kreeg daar na de afschaffing van de slavernij in 1863 de achternaam Gaai.
Een minder bekende naam is Virginie van Gameren, een op Curaçao geboren slavin van gouverneur baron Van Raders. Met hem ging ze naar Nederland en later naar Suriname. Daar protesteerde zij tegen zijn besluit om haar naar het district Nickerie te sturen. Zij kreeg gelijk van de autoriteiten, omdat ze met de gouverneur in Nederland was geweest, waar geen slavernij bestond. Van Gameren werd daarom 1852 vrijverklaard.
De Sint Maartense Quashiba krijgt ook een straatnaam. Zij ontsnapte in 1835 met haar twee kinderen en enkele lotgenoten naar Anguilla. Vijf jaar later kwamen ook haar zus en haar kinderen over om in vrijheid te leven op het buureiland.
Tussen de 27 namen die nu bekend zijn gemaakt staan naast Frank Martinus Arion meer Antilliaanse schrijvers. Tip Marugg, Boeli van Leeuwen, Pierre Lauffer, Cola Debrot en Camille E. Baly worden op deze manier vereeuwigd. Nydia Ecury krijgt zowel een straat als een aanpalend hofje naar zich vernoemd.
Debrot, zoon van een Bonairiaanse plantage-eigenaar, neemt in deze lijst een bijzondere plaats in, omdat hij naast schrijver ook politicus was. Hij nam deel aan de gesprekken over de nieuwe naoorlogse verhoudingen tussen Nederland en de koloniën die uitmondden in het Statuut van 1954. Twee jaar daarvoor werd hij Gevolmachtigde minister. In 1962 werd Debrot gouverneur van de Nederlandse Antillen en kreeg toen te maken met de opstand op Curaçao van 30 mei 1969.