‘Uitlatingen Dirtley Sparen roepen op tot geweld’
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Refineria di Kòrsou (RdK) heeft bij het Openbaar Ministerie tegen Dirtley Sparen aangifte gedaan van laster, bedreiging en opruiing.
De aangifte is gedaan door Gilbert Martina en Leo Rigaud namens de Raad van Commissarissen (RvC) van RdK en Marcelino ‘Chonky’ de Lannoy als waarnemend directeur van het overheidsbedrijf.
Het drietal verwijst in de aangifte - die in handen is van deze krant - naar uitspraken van Sparen tijdens een uitzending bij Radio Mas op 5 juli 2019 over onder anderen Martina, de voorzitter van de RvC en Rigaud, de vicevoorzitter. Volgens Sparen zou de overheid het plan hebben de raffinaderij te sluiten en zouden onder meer Martina en Rigaud actoren zijn binnen dit plan. Op de vraag van de verslaggever hoe corruptie dient te stoppen, antwoordt Sparen dat dit mogelijk is via een internationale klacht, dan wel via geweld. Concrete uitspraken gericht tegen Martina waren dat hij 400 miljoen uit Ennia zou hebben gehaald en dat hij niet te vertrouwen is. Over Rigaud gaf Sparen te kennen dat hij informatie over het onderzoek naar vermeende omkoping bij RdK naar de media zou hebben gelekt.
De volgende dag sprak Sparen ook bij het radioprogramma New Song, waarna naar aanleiding van zijn uitspraken op Facebook dreigementen werden geuit door verschillende personen aan het adres van Martina en Rigaud. Vervolgens werden op 7 juli foto’s via Facebook en WhatsApp verspreid van het genoemde tweetal met daaronder de tekst ‘Morto’ (dood). Ook een derde foto werd verspreid waarin een oproep wordt gedaan de moord op Helmin Wiels op te lossen. Met de foto wordt gesuggereerd dat verschillende bekende personen op Curaçao iets met de moord te maken zouden hebben. Behalve Martina en Rigaud zijn ook foto’s te zien van onder anderen Clift Christiaan, Ivar Asjes, Fernando da Costa Gomez en José Jardim. ,,Deze beelden zijn een directe bedreiging van - onder meer - de heer Gilbert Martina en de heer Leo Rigaud. Derden worden opgeroepen om de heren (…) te vermoorden tegen een geldelijke vergoeding”, zo staat in de aangifte.
Over de laatste foto met het bericht dat daarbij wordt verspreid, stellen de aangevers dat ‘niet valt uit te sluiten dat het circuleren van dit bericht, alsook het verspreiden van de beelden (…) het gevolg is van de uitlatingen van de heer Sparen in de media, die weliswaar in de lucht geworpen zijn, maar voldoende concreet zijn om de luisteraars op te roepen tot geweld’. ,,Ondergetekenden menen dat deze handelingen van derden dan ook direct het gevolg zijn van de uitspraken van de heer Sparen in de radio-uitzendingen. Ondergetekenden voelen zich bedreigd.”
Bovenstaande feiten en omstandigheden hebben de aangevers ertoe bewogen aangifte te doen. Volgens het drietal kan niet redelijkerwijs worden uitgesloten dat sprake is van commune delicten. ,,Handhaving via het strafrecht (mede vanuit het perspectief van de strafdoelen van generale en speciale preventie) is derhalve op zijn plaats.”
Eerder weerlegde RdK in een schriftelijke verklaring al verschillende punten die door Sparen waren aangekaart.