‘EOP onder druk door de machtige lobby van landeigenaren’
Van onze correspondent
Den Haag - De natuur in de Caribische delen van het Koninkrijk baart zorgen. Dat schrijft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid aan de Tweede Kamer naar aanleiding van de zesde nationale Rapportage van het Koninkrijk over het verdrag voor behoud van de biologische diversiteit.
De minister is zelf alleen verantwoordelijk voor Caribisch Nederland, maar zal de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten informeren over de resultaten van het onderzoek. Die pakken voor de autonome landen namelijk niet goed uit.
‘Ondanks veel positieve maatregelen’ wordt ‘op een aantal doelen toch achteruitgang geconstateerd’. ,,Dit is zorgelijk, omdat juist deze delen van het Koninkrijk ook voor hun economie afhankelijk zijn van de natuur”, schrijft Schouten.
Wat betreft Caribisch Nederland is het beeld niet veel positiever, maar daar wordt op sommige terreinen wel vooruitgang geboekt, ‘bijvoorbeeld op het vlak van het bewustzijn van het belang van biodiversiteit en het ontwikkelen van samenhangend beleid’. De minister maakt zich desondanks zorgen over de ecosystemen op land en in zee. ,,De Caribische ecosystemen lijden erg onder vrijgrazende geiten, ezels en varkens en klimaatverandering.”
Het rapport gaat over het hele Koninkrijk en Schouten schrijft dan ook meer over het natuurbeleid voor Europees Nederland. Wel herhaalt ze haar toezegging dat ze in het najaar het nieuwe Natuurbeleidsplan Caribisch Nederland zal presenteren. ,,De bevindingen van deze zesde rapportage spelen een belangrijke rol bij het opstellen van dit nieuwe beleidsplan.”
Het bewustzijn waarover Schouten schrijft is het eerste zogenoemde Aichidoel uit het biodiversiteitsverdrag. Uiterlijk in 2020 moeten mensen zich bewust zijn van de waarde van biodiversiteit. In het rapport wordt de economische waarde voor Bonaire becijferd op 105 miljoen dollar per jaar, 29 miljoen voor Saba en 25 miljoen voor Sint Eustatius.
Zonder maatregelen zal die waarde voor Bonaire over tien jaar tot minder dan 60 procent zijn afgenomen en over dertig jaar tot minder dan 40 procent. Op de BES-eilanden zijn programma’s gestart voor natuurherstel en bewustmaking.
Voor Aruba is er geen waardebepaling, maar de rapporteurs zien wel dat ngo’s als Arikok National Park Foundation en Aruba Birdlife Conservation (ABC) erg actief zijn met bewustmakingcampagnes. Ook heeft de overheid een studie laten doen naar de waarde van biodiversiteit.
Op Curaçao ontbreekt zo’n studie. Maar ook hier zijn ngo’s erg actief, zoals Amigu di Tera, Carmabi, Uniek Curaçao en Sea Turtle Conservation Curaçao (STCC). Genoemd worden lesprogramma’s op scholen en acties tegen vervuiling. De onderzoekers plaatsen wel een kanttekening bij het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) dat ‘slecht wordt gewaardeerd’ en onder druk staat door de ‘machtige lobby van landeigenaren’. Ook op Sint Maarten is natuurbehoud, -bewustzijn en -herstel vooral een zaak voor de ngo’s. Er zijn programma’s voor het planten van bomen en op scholen.
Het tweede Aichidoel is de opname van biodiversiteitsdoelen in overheidsbeleid in 2020. Hierin loopt Caribisch Nederland duidelijk voor op de autonome landen. Waar de BES-eilanden volgens het rapport ‘op koers’ liggen, wordt er op Curaçao geen vooruitgang geboekt. Aruba en Sint Maarten maken ‘onvoldoende vooruitgang’.
Op het derde Aichidoel voor 2020 is op alle eilanden weinig vooruitgang. Hierbij gaat het om het elimineren van schadelijke invloeden op de biodiversiteit. Op Curaçao en Sint Maarten is er zelfs helemaal geen vooruitgang vastgesteld.