Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Onderwijsminister Marilyn Alcalá-Wallé (PAR) vraagt haar Nederlandse collega Ingrid van Engelshoven ‘zo snel mogelijk na te trekken op basis van welke concrete criteria Curaçaose studenten niet direct toelaatbaar zijn op onder andere de Universiteit Leiden’.
Alcalá-Wallé vindt dat ‘studenten uit het Caribische deel van het Koninkrijk door een deel van de Nederlandse hogescholen en universiteiten worden gediscrimineerd en vraagt in een brief van 1 juli opheldering aan Van Engelshoven. Want terwijl ‘het Curaçaose onderwijssysteem op het Nederlandse is afgestemd’ worden de studenten van Curaçao per definitie uitgesloten of, anders dan leerlingen uit Nederland, ‘niet direct toegelaten’ tot een vervolgopleiding. Als concreet voorbeeld noemt Alcalá-Wallé de Universiteit Leiden die op de website vermeldt dat ‘aanstaande studenten met een Antilliaans vwo-diploma in het algemeen niet direct toelaatbaar zijn’. ,,De Universiteit Leiden kan dit diploma niet verifiëren in Studielink”, zo is op de website te lezen. ,,De vwo-diploma’s van aanstaande studenten, behaald in Aruba, Sint Maarten en Curaçao, beschouwt de Universiteit Leiden als vergelijkbaar met een vwo-diploma behaald in Nederland. Deze groep moet echter een toelatingsverzoek indienen zodat wij kunnen vaststellen of het diploma en eventuele vereiste vakken daadwerkelijk behaald zijn.”
Minister Alcalá-Wallé heeft de consequenties van het nieuwe beleid niet eerder zo expliciet op een website van een Nederlandse universiteit gezien en stelt in de brief aan Van Engelshoven dat zij dit ‘een ongewenste ontwikkeling’ vindt die discriminerend is en bovendien indruist tegen de Onderwijsagenda 2030 waarin studentenmobiliteit als prioriteit is opgenomen. Tegen het Antilliaans Dagblad zegt Alcalá-Wallé wel dat de ‘meeste Curaçaose studenten er niet veel van zullen merken en worden aangenomen’, maar dat ‘een deel van de hogescholen en universiteiten criteria stellen, waardoor het lastig wordt’.
De Curaçaose minister van Onderwijs heeft de zaak in november 2017 al aangekaart bij haar Nederlandse collega. Een en ander heeft te maken met nieuw beleid van Nederland wat betreft de selectiecriteria van hogescholen en universiteiten voor eerstejaarsstudenten. De centrale loting voor numerus-fixusopleidingen is vanaf het studiejaar 2017-2018 afgeschaft en ‘bij de nieuwe decentrale selectie wordt er ook gekeken naar eerdere onderwijsprestaties, persoonlijkheidskenmerken en motivatie van de aspirant-student’, zo bericht de Rijksoverheid al in augustus 2014. ,,Hogescholen en universiteiten kunnen nu studenten bij de poort kiezen”, zegt Alcalá-Wallé. Afgesproken is destijds dat de Onderwijsministers uit het Caribisch deel van het Koninkrijk aan de bel trekken zodra blijkt dat een en ander ongewenste gevolgen heeft voor de studenten van de eilanden. Dat is volgens Alcalá-Wallé ‘in een aantal gevallen gebeurd’ en dat doet zij dus nu ook.