Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft het onderzoek tegen de voormalig minister van Economische Ontwikkeling, Steven Martina (MAN), afgerond en besloten de zaak onder voorwaarden te seponeren.
Er is maar één voorwaarde, namelijk dat hij zich een jaar lang niet schuldig mag maken aan eenzelfde soort vergrijp, zo verklaart officier van justitie, Guillano Schoop nader. Dat neemt niet weg dat het OM tot het oordeel komt dat Martina wel een strafbaar feit heeft gepleegd en niet correct gehandeld heeft binnen de Landsverordening integriteit.
Van partijvoorzitter Yves Schoop, die ‘euforisch blij’ is, verneemt deze krant dat Martina direct weer voorgedragen zal worden voor de functie van minister van Economische Ontwikkeling en dat het proces van het vinden van een vervangende kandidaat gestopt wordt. ,,Martina moet volgens de regels weer gescreend worden, maar wij gaan ervanuit dat dit snel zal gaan en hij dus ook weer spoedig als minister aan de slag kan gaan”, aldus Yves Schoop.
Tijdens een ingelaste persconferentie verklaarde Martina ‘blij te zijn dat een punt is gezet achter deze kwestie’. Hij geldt niet meer als verdachte, heeft geen gewetensnood en stelt zich weer beschikbaar voor het ministerschap.
Zijn politieke tegenstander, Meindert ‘Mènki’ Rojer van oppositiepartij Kòrsou di Nos Tur (KdNT), laat het er echter niet bij zitten en is voornemens zijn beklag te doen bij het Hof en een bevel tot (verdere) vervolging uit te lokken. De hele werkwijze van het OM noemt Rojer ‘schandelijk en corruptief’.
Op de vraag waarom het OM, ondanks de conclusie dat Martina strafbaar heeft gehandeld, heeft besloten toch de zaak te seponeren, antwoordt Schoop: ,,Het is voor de eerste keer dat de Landsverordening integriteit gebruikt is bij de screening van kandidaat-ministers en ook voor de eerste keer dat in dit kader aangifte is gedaan. Op dit moment vindt er een discussie plaats over de interpretatie van de landsverordening. Zo heeft Martina aangegeven dat hij zijn aandelen in de verzekeringsmaatschappij op afstand heeft gezet en dus geen belang had bij de besluitvorming in de Raad van Ministers over het verhogen van het tarief van de verplichte WA-verzekering. Het OM is echter een andere mening toegedaan en vindt dat hij er wel een eigen belang bij had en dus niet had mogen meebeslissen over de verhoging. Tegelijkertijd is die beslissing indertijd teruggedraaid, waardoor Martina er uiteindelijk geen belang bij had. Gezien deze discussie heeft het OM de zaak geseponeerd.” In een officieel bericht van het OM wordt gesteld dat vervolging bij de strafrechter ‘niet opportuun’ bevonden is. ,,Het onderzoek heeft zichtbaar gemaakt dat ten aanzien van de uitvoering van de landsverordening niet altijd zorgvuldig is gehandeld. Alles afwegend is het OM tot de conclusie gekomen dat het debat over de invulling van integriteitsnormen moet worden gevoerd in de Staten, in de Raad van Ministers en door politieke ambtsdragers. Het OM acht het van belang om in deze (eerste) zaak op het gebied van de Landsverordening integriteit, die relatief kort bestaat, ruimte te laten aan dat debat.”
Op de vraag of Martina nu weer ministeriabel is, stelt Schoop: ,,Het is niet aan het OM hier een oordeel over te vormen. Er zal opnieuw een screening moeten plaatsvinden. De gouverneur, de formateur, de regering en de politiek moet zich over deze vraag buigen. En tot slot kan ook nog altijd de Raad van Advies geraadpleegd worden bij twijfel over de interpretatie van de Integriteitswet.”
Eind 2017 werd er door meerdere personen aangifte gedaan tegen Martina. Hij zou in strijd hebben gehandeld met de Landsverordening integriteit (kandidaat-)ministers omdat hij nog aandelen zou hebben in een verzekeringsmaatschappij. Op 24 mei 2018 werd de Landsrecherche opdracht gegeven om een feitenonderzoek in te stellen. De resultaten van dit feitenonderzoek gaven aanleiding om een strafrechtelijk onderzoek te openen. ,,Dit opsporingsonderzoek van de Landsrecherche Curaçao is door de officier van justitie beoordeeld. Op basis hiervan is het OM tot de conclusie gekomen dat de bij het screeningsproces betrokken personen meer zorgvuldigheid hadden moeten betrachten bij de uitvoering van deze landsverordening”, aldus het bericht van het OM.
Toen het onderzoek tegen Martina begon, besloot hij afstand te doen van zijn positie als minister. Ondertussen heeft de minister van Financiën, Kenneth Gijsbertha (MAN), de honneurs waargenomen. Rond de persoon die Martina tijdelijk zou moeten vervangen, Neysa Schoop-Isenia, is een hetze ontstaan vanwege het lekken van een interne en vertrouwelijke memo vanuit de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Schoop-Isenia besloot zich daarom ook terug te trekken, maar zal bij de Landsrecherche aangifte doen tegen de CBCS.