Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Premier Eugene Rhuggenaath (PAR) heeft tijdens zijn tweedaagse dienstreis vorige week naar Washington ook vertegenwoordigers van oliegigant Aramco gesproken.
,,Het was een goed gesprek”, aldus de minister-president maandag bij het interviewprogramma Perspektiva van Radio Z86. Nu is het zaak hier ‘follow-up aan te geven’, aldus Rhuggenaath, die lovende woorden heeft voor de medewerking en support van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag en de Koninkrijksambassade in de Amerikaanse hoofdstad.
Aramco’s dochterbedrijf Motiva Enterprises in de Verenigde Staten gold tot begin dit jaar als de ‘preffered partner’ voor de overname van de Isla-raffinaderij op Curaçao wanneer per 31 december 2019 het leasecontract met het Venezolaanse PdVSA eindigt, of zo mogelijk zelfs eerder. De premier spreekt ook nu nog over Motiva als ‘de perfect match’ voor Curaçao.
Alles liep op rolletjes, zelfs toen een Curaçaose delegatie op 29 januari een bespreking voerde met Motiva in Houston, maar twee dagen later haakte deze Amerikaanse exploitant van de grootste raffinaderij in de VS af. Als donderslag bij heldere hemel. Zowel overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) als de regering tastten destijds in het duister over de werkelijke reden(en).
Gespeculeerd werd dat Motiva zich zou hebben teruggetrokken omdat de naam van deze voorkeurskandidaat vroegtijdig in de publiciteit was gekomen. Ook was er het vermeende (poging tot) omkoopschandaal. In de studio van Z86 vertelde Rhuggenaath gisteren dat nadere analyse heeft uitgewezen dat er toch méér aan de hand was.
Zo bleek vanuit het perspectief van Motiva het businessmodel en daarmee de rendementsverwachtingen niet voordelig genoeg, mede omdat de operator als huurder enorme investeringen moet doen, maar in het huidige model RdK/Land Curaçao eigenaar blijft. Daar wil de regering nu iets aan doen door een meer flexibelere benadering.
Ook blijkt de crisissituatie in het nabijgelegen Venezuela van negatieve invloed te zijn geweest op de besluitvorming door Motiva/Aramco. Dat geldt eveneens voor de protesten begin dit jaar, aangevoerd door de vakbonden, met als inzet dat PdVSA de exploitant van de Isla zou moeten blijven. Die grimmige manifestaties en dreiging van een algemene staking hebben Motiva doen afschrikken.
,,Wij moeten met z’n allen veel voorzichtiger zijn”, aldus de premier, die benadrukt dat de raffinaderij voor hem nu boven alles ‘prioriteit nummer één’ is, gezien de werkgelegenheid van duizend (direct) tot drieduizend (indirect) banen die op het spel staan en het grote belang voor de economie.
,,In toekomst zullen wij zeker ook weer richting Venezuela kijken en de mogelijkheden om zaken te doen. Maar op dit moment geldt dat wij alle aandacht aan onszelf en onze eigen situatie geven.” Er is belangstelling van buitenaf voor de Isla - de premier spreekt van negen kandidaten die concreet interesse hebben (operatores van raffinaderijen, eigenaren van raffinaderijen en zogeheten traders) - maar ‘een deal hebben wij nog niet’.