Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - De gesprekken die momenteel in Nederland plaatsvinden, waarbij kritische kanttekeningen worden geplaatst bij de hulp die Nederland biedt aan Curaçao bij de vluchtelingencrisis vanuit Venezuela, zijn een positieve ontwikkeling.
Dat vindt premier Eugene Rhuggenaath (PAR). De minister-president stelt dat de uitvlucht van Venezolanen te vergelijken is met de situatie in Syrië. ,,Dat moet niet onderschat worden. De aandacht die er nu in Nederland is voor de situatie, vind ik daarom een positieve ontwikkeling.”
Volgens de premier moet het Koninkrijk beter voorbereid zijn op situaties waarbij een grote hoeveelheid migranten de eilanden binnenkomt. ,,We waarschuwen er al lang voor dat de capaciteit van Curaçao om migranten op te vangen niet groot is. We zijn een klein eiland met zijn eigen grote uitdagingen. We hebben niet eens genoeg voor onze eigen mensen, dus we zouden op geen verantwoordelijke wijze grote groepen migranten kunnen opvangen zoals het geval is in bijvoorbeeld Colombia. Daar worden ze opvangen en krijgen ze banen aangeboden. Dat kunnen wij hier helaas niet”, aldus Rhuggenaath. ,,Het Koninkrijk moet op dit gebied beter samenwerken en elkaar meer en betere hulp en bijstand leveren. Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden. Hoewel we scenario’s hebben voor bijvoorbeeld een tijdelijke opvang van vluchtelingen, kunnen deze migranten hier niet lang blijven. Wat gebeurt er dan met ze? Er moeten afspraken gemaakt worden met andere landen waar ze dan eventueel heen kunnen. Dit is iets wat we al vaker hebben voorgelegd aan Nederland.”
Minister Quincy Girigorie (PAR) van Justitie stelde zich kritischer op ten opzichte van Nederland en gaf aan teleurgesteld te zijn door uitdrukkingen die in de Tweede Kamer zijn gedaan ‘waaruit blijkt dat er een totaal gebrek aan informatie is over de situatie op Curaçao’. ,,Het is voor velen nog onvoldoende duidelijk hoe de Venezolaanse crisis Curaçao beïnvloedt. Meer aandacht van de Tweede Kamer voor de situatie op Curaçao wordt op prijs gesteld. Dat mis ik op dit moment helaas nog. Daarom is het bezoek van de leden van het Amerikaanse congres gisteren (woensdag, red.) zo belangrijk. Zij hebben met eigen ogen kunnen zien en met eigen oren kunnen horen in welke situatie we zitten. Die informatie kan nu overgebracht worden naar Washington.”