Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Refineria Isla kan op eigen kracht nog twee tot vier maanden salarissen betalen; het antwoord op de vraag wat er gebeurt met de voorraad van 360.000 vaten fuel oil (stookolie), die een waarde vertegenwoordigt van 32 miljoen gulden, bepaalt of hier nog twee maanden bij kunnen worden opgeteld.
Bepalend is ook of moedermaatschappij PdVSA toestemming gevraagd wordt en zij die vervolgens geeft om de 400.000 vaten ruwe olie die opgeslagen liggen in de tanks bij Bullenbaai gebruikt kunnen worden om er eveneens fuel oil van te raffineren.
In het gunstigste scenario, als het allebei mogelijk blijkt, geeft dit de exploitant van de Isla-raffinaderij iets meer lucht, hoewel het - gezien de huidige zeer ongunstige omstandigheden - feitelijk slechts uitstel van executie is. ,,We kopen hiermee tijd om het iets langer uit te zingen”, zegt Isla-woordvoerder Earl Balborda in een toelichting.
Isla kampt met vier min of meer structurele factoren: vanaf 2016 is sprake van teruglopende toelevering van ruwe olie vanuit Venezuela tot nihil anno 2019; de CRU-centrale (Curaçao Refinery Utilities) functioneerde lange tijd niet optimaal; moederbedrijf PdVSA wordt geconfronteerd met gigantische schulden (ten aanzien van ConocoPhillips alleen al zo’n 11 miljard dollar); en de sancties van de Verenigde Staten tegen Venezuela/PdVSA van president Nicolás Maduro.
Deze vier factoren zijn een vast gegeven, ofwel harde feiten, waarmee de lokale raffinaderij te maken heeft en er ook niet onderuit kan. ,,Wij kunnen hoog of laag springen, maar dit hebben wij hier niet in eigen hand”, zegt Balborda. Intussen droogt de cashflow op en komen langzaamaan de uitgaven, waaronder de salarissen, in gevaar.
Aan salarissen alleen al keert Isla maandelijks 6,7 miljoen gulden bruto uit voor de 1.025 personeelsleden. Voor secundaire arbeidsvoorwaarden en andere aan het personeel gerelateerde zaken komt daar per maand nog eens 4,1 miljoen bij. Samen bijna 11 miljoen gulden.
De maandelijkse grote uitgavenposten van Isla zien er verder als volgt uit: 3 miljoen leasebedrag aan ‘huisbaas’ Refineria di Kòrsou (RdK), de overheids-nv die namens het Land Curaçao eigenaar is van de raffinaderij die door Isla/PdVSA wordt gehuurd en geëxploiteerd. ,,Dit wordt elke maand trouw overgemaakt.”
Daarbovenop betaalt Refineria Isla 6 miljoen per maand aan CRU, dat een dochteronderneming is van RdK. CRU produceert stroom, stoom, water en geperste lucht ten behoeve van de raffinaderij. Zonder kan de Isla niet draaien. Omgekeerd is CRU afhankelijk van Isla voor levering van fuel oil.
Daarnaast is Isla maandelijks 7 miljoen kwijt aan aannemersbedrijven en leveranciers die op het raffinaderijterrein onderhoudswerkzaamheden verrichten. Dit is een ‘standaardbedrag’, zegt de woordvoerder. In piektijden wordt er zelfs meer aan aannemers en toeleveranciers betaald. Per dag gaan er voor deze aannemers 600 tot soms 800 man het Isla-terrein op voor hun baan.
Het werk voor aannemers is echter veel minder geworden, geeft Balborda toe. Meerdere aannemingsbedrijven hebben aangegeven genoodzaakt te zijn geweest gezamenlijk al 130 werknemers af te vloeien. Bekend is verder dat de directie van Isla de individuele aannemers opgedragen heeft hun kosten met 50 procent te reduceren.
Op pagina 10
‘Ernstige situatie
vormt bedreiging’