Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Alle ambtenaren die de afgelopen vier dagen volop hebben gestaakt, moeten weer aan het werk. Zo heeft het Gerecht in Eerste Aanleg gistermiddag gevonnist.
De vakbonden moesten gisteren binnen twee uur na uitspraak hun leden via radio, televisie of sociale media oproepen om de werkzaamheden volgens het geldende dienstrooster te hervatten.
Tegelijkertijd heeft de rechter aangegeven dat het Land bij gelegenheid van het CGOA-overleg van 28 februari 2019 en een eventueel vervolgoverleg met de vakbonden in overleg moet treden over de betaling van de indexering, de toekenning van de bezoldigingstrede per 1 januari 2019 en de 3%-regeling.
Sinds begin deze week hebben leden aangesloten bij de Abvo, NAPB, Sitek, STrAF en SAP actie gevoerd. Zij eisen de betaling van de loontrede, de 3%-regeling en de indexering of in elk geval dat de minister van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD), Armin Konket (MAN) met de bonden in overleg treedt tijdens het Centraal Georganiseerd Overleg Ambtenarenzaken (CGOA).
Materieel spelen in deze zaak drie kwesties: de verhoging van de salarissen per 1 januari 2019 van de ambtenaren die in een hogere loontrede zijn gekomen; de 3%-regeling, die voorziet in een uitkering om de twee jaar aan ambtenaren gelijk aan 3 procent van het salaris, voor hen die de hoogste salarisschaal en -trede al hebben bereikt; en de indexering volgens het TAPI-systeem, waarop aanspraak bestaat in geval de inflatie hoger is dan 2 procent.
In zijn oordeel wijst het gerecht op artikel 6, lid 4 van het Europees Sociaal Handvest waarin het recht van werknemers op collectief optreden in geval van belangengeschillen, inclusief het stakingsrecht, wordt erkend. Dit recht - zo stelt de rechter - wordt echter begrensd door het beginsel van proportionaliteit, ‘in welk kader beoordeeld dient te worden of het belang van het inzetten van het stakingsrecht opweegt tegen de nadelen die de staking meebrengt voor derden en voor de openbare orde, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de goede zeden’. ,,Het Land heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat door de staking - waaronder die van ambtenaren werkzaam bij cruciale diensten als politie, brandweer en gevangeniswezen - de openbare orde, de veiligheid en de belangen van derden in het gedrang komen”, aldus het gerecht.