Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Steven Martina is minister af. Gistermiddag heeft hij zijn ontslag ingediend bij de gouverneur. De voormalige minister van Economische Ontwikkeling geldt sinds afgelopen dinsdag als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM). Hij wordt ervan verdacht de wet Integriteit (kandidaat-ministers) te hebben geschonden.
Het OM heeft, nadat in 2017 Carlos Monk van oppositiepartij Kòrsou di Nos Tur (KdNT) aangifte tegen Martina had gedaan, een feitenonderzoek verricht naar een mogelijk verband tussen de aandelen van Martina bij zijn voormalige werkgever Guardian Group en de wet voor de verhoging van het maximumtarief voor de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA). Volgens KdNT zou Martina - die overigens geen deel heeft uitgemaakt van de beraadslaging bij deze wet - persoonlijk profijt trekken door de verhoging van het maximumtarief, omdat dan automatisch zijn aandelen ook in waarde zouden stijgen. Na afronding van het feitenonderzoek is gebleken dat er voldoende reden was om een strafrechtelijk onderzoek te beginnen. ,,Dat betekent niet per se dat er een strafbaar feit is begaan”, zo laat officier van justitie Guillano Schoop tegenover deze krant weten. ,,Dat moet het strafrechtelijk onderzoek uitwijzen. Daaruit moet blijken of de verdachte wordt vervolgd of niet.”
Voor hij zijn ontslag indiende bij de gouverneur stond Martina de pers te woord om de gemeenschap te informeren over de laatste ontwikkelingen. Hij werd hierbij gesteund door de voltallige Raad van Ministers. ,,Om minister te worden moet je volgens de Integriteitswet alle zakelijke belangen op een afstand zetten. Dit gold ook voor het aandelenpakket dat ik als ceo van Guardian Group had. Ik heb deze aandelen op afstand gezet en daarvan het bewijs ingediend bij de formateur. Daarmee had ik voldaan aan de eisen om minister te worden.”
In diezelfde Landsverordening integriteit (kandidaat-ministers) staat echter ook dat een minister, zelfs met op afstand gestelde belangen, geen deel mag uitmaken van de besluitvorming. Die kennis had Martina in juni 2017 naar eigen zeggen niet, toen in de Raad van Ministers het besluit werd genomen om een eerder opgestelde wet voor de verhoging van het maximumtarief WA, goed te keuren. ,,Dit werd behandeld als hamerstuk. Het was al gereed en behoefde geen beraadslaging. De wet moest slechts goedgekeurd worden”, aldus Martina, die aangeeft altijd naar eer en geweten te hebben gehandeld en een schoon geweten te hebben. Na het invoeren van de wet kwam er vanuit de gemeenschap hevige kritiek en werd de wet ingetrokken. Om verder alle twijfels over mogelijke belangenverstrengeling weg te nemen, werd het dossier weggenomen bij Martina en ondergebracht bij Kenneth Gijsbertha als minister van Financiën.
Op pagina 6
‘Volledige medewerking aan OM’