Van onze correspondent
Den Haag - Er is nog steeds geen aanleiding om een grote toestroom van Venezolaanse migranten naar het Caribisch deel van het Koninkrijk te verwachten.
Staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Koninkrijksrelaties blijft bij zijn inschatting van medio december, terwijl de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR een week later het wel had over een toenemend aantal vluchtelingen richting Caribisch gebied.
In zijn antwoorden op vragen hierover van D66 schrijft Knops dat de verwachting van de UNHCR betrekking had op het hele Caribisch gebied en dat met Guyana en Trinidad & Tobago worden bedoeld. ,,Over een (mogelijke) verwachte toename van Venezolaanse asielzoekers en vluchtelingen op Aruba en Curaçao verschaft de UNHCR (…) geen cijfermatige gegevens.”
De UNHCR had in een rapport over de migratie uit Venezuela wel algemene cijfers genoemd. De verwachting is dat er tussen september 2018 en eind 2019 zo’n 75.000 extra mensen uit Venezuela naar het Caribisch gebied gaan. Knops ziet in die cijfers geen aanwijzing dat er een migrantenstroom richting Caribisch deel van het Koninkrijk komt. Hij wijst nog eens op het gedaalde aantal onderscheppingen door de kustwacht, van 326 in 2017 naar 238 in 2018, waarbij hij wel aantekent dat het reguliere verkeer begin 2018 was verstoord door de grensblokkade van Venezuela. In de eerste weken van 2019 heeft de kustwacht zes personen bij Curaçao opgepakt.
De staatssecretaris gaat uitgebreid in op de hulpverzoeken van Curaçao en Aruba. In december is 80 procent van het door Nederland toegezegde bedrag (135.000 euro, red.) voor verbetering van de detentiecapaciteit overgemaakt. De werkzaamheden aan het mannenblok in de vreemdelingenbarakken zijn ‘urgent’, schrijft hij, ‘gelet op recente ontsnappingen’. In december is er door Curaçao in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf een eerste plan ingediend.
Deze maand zal het volledige plan klaar zijn, waarbij volgens Knops de Curaçaose minister van Justitie Quincy Girigorie heeft beloofd dat de internationale normen worden gevolgd en dat de vreemdelingen toegang hebben tot juridische bijstand en medische zorg. Dit zal door Nederlandse experts worden nagegaan.
In januari heeft Curaçao een aanvullende hulpverzoek gedaan voor het optimaliseren van de artikel 3 EVRM beschermingsprocedure. ,,Het kabinet heeft toegezegd op een positieve en constructieve manier te bezien op welke wijze in alle redelijkheid tegemoet gekomen kan worden aan de verzoeken.” Dit zal voornamelijk uit expertise bestaan om een versnelde procedure op te zetten voor vluchtelingen. Het verzoek van Curaçao heeft ook betrekking op de naleving van de mensenrechten.
Ook Aruba heeft een verzoek om technische bijstand gedaan voor tijdelijke ondersteuning voor het optimaliseren van de asielprocedure. In tegenstelling tot Curaçao heeft Aruba een asielprocedure op grond van het VN-Vluchtelingenverdrag.