Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Twee heikele punten bij het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko) hebben geleid tot de nodige spanningen op Sint Maarten. De vergadering begon deze week over de Venezolaanse vluchtelingenproblematiek, maar moest vanwege oplopende emoties geschorst worden en is gisteren vervolgd.
Dat vertelt Ana-Maria Pauletta (PAR), voorzitter van de Commissie Rijksaangelegenheden en Interparlementaire Relaties en Buitenlandse Betrekkingen die het Ipko-overleg heeft voorbereid. ,,Toen we gisteren in kleinere groepjes over Venezuela spraken, was er meer begrip voor elkaar. Waar het om gaat, is dat het erop lijkt dat de Tweede Kamerleden niet op de hoogte zijn van het officiële verzoek dat in januari vorig jaar is ingediend door Curaçao, gebaseerd op artikel 36 van het Statuut, waarin om technische en financiële steun is gevraagd. Dit artikel stelt dat de landen in het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen. Dit verzoek is indertijd door de Rijksministerraad afgewezen. Daarna is binnen het Justitieel Vierlandenoverleg (JVO) een bedrag toegezegd van 134.000 euro, wat onvoldoende is om de problematiek het hoofd te kunnen bieden. De vluchtelingen- en migratieproblematiek gaat onze capaciteit te boven en is enorm ontwrichtend voor onze samenlevingen. De Caribische landen werken al wel samen op dit gebied. Dan gaat het vooral over het verlenen van technische bijstand aan elkaar. Maar nu is dan uiteindelijk wel afgesproken dat het Ipko álle regeringen verzoekt om samen te werken. Er wordt nu gewerkt aan een gezamenlijke tekst hierover. Het gaat ons ook om de erkenning van onze problemen. Overigens zal de Curaçaose regering nogmaals een officieel verzoek indienen dit jaar op basis van artikel 36 van het Statuut.”
Ook ten aanzien van de geschillenregeling liepen de gemoederen behoorlijk op. Giselle Mc William (MAN) vertelt over de irritatie die ontstond omdat de Nederlandse delegatie geen standpunt had ingenomen over deze regeling. Pauletta stelt het nog scherper: ,,De Tweede Kamerleden hebben gezegd dat de geschillenregeling een ‘new ballgame’ is. Daar kunnen wij natuurlijk niet mee akkoord gaan. Ten eerste zijn er afspraken gemaakt en geratificeerd in voorgaande Ipko’s en daarnaast is de motie Van Laar aangenomen in de Tweede Kamer door 15 fracties. Deze fracties zijn nu ook aanwezig op het Ipko, weliswaar met andere personen, maar het kan niet zo zijn dat andere personen bepalen dat wat er eerder besloten is, van tafel moet. Zij vertegenwoordigen immers hun fracties. We vinden dat respectloos. Het Ipko brengt hele goede dingen voort, maar met deze houding wordt de waarde en geloofwaardigheid van het overleg ondermijnd. De geschillenregeling ligt nu bij de Tweede Kamer, dus we kunnen niet anders dan dit proces accepteren, maar we zullen er alles aan doen om de geschillenregeling met amendementen alsnog te wijzigen.”