Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De minimumlonen zijn per 1 januari 2019 verhoogd. Per maand is het minimumloon nu 1.622,88 gulden; 33,77 gulden hoger dan vorig jaar.
Het was al langer bekend dat de minimumlonen omhoog zouden gaan, maar nu zijn de cijfers officieel gepubliceerd. ,,De lonen gaan omhoog als gevolg van indexering met de stijging van de consumentenprijsindexcijfers tussen augustus 2017 en augustus 2018”, zo staat in de bekendmaking. De minimumlonen zijn gericht op personen van 21 jaar en ouder en het gaat om brutobedragen. ,,Het minimumloon geldt voor alle werknemers, dus ook voor huishoudelijk personeel”, zo wordt in de bekendmaking expliciet geschreven. Het minimumuurloon steeg in 2018 al naar 9,175 gulden en wordt nu 9,37 gulden. Voor een veertigurige werkweek komt dit neer op 1.622,88 gulden (was: 1.589,11).
Er zijn ook bedragen voor een 45- en 48-urige week. Per maand krijgt de minimumloner dan respectievelijk 1.825,74 en 1.947,46 gulden.
Voor inwonend personeel mag van het minimummaandloon kost en inwoning worden afgetrokken tot maximaal 300 gulden per maand. Ook voor jongeren wordt het jeugdloon verhoogd. Per uur voor een 16/17-jarige wordt het bedrag 6,09 gulden, voor een 18-jarige 7,03 gulden, een 19-jarige 7,96 gulden en voor een 20-jarige 8,43 gulden.
De Vereniging Bedrijfsleven Curaçao (VBC) hoopte vorige maand nog dat de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW), Hensley Koeiman (MAN), zijn plannen voor de verhoging zou heroverwegen. Het is de vijfde minimumloonsverhoging na een jaarlijkse verhoging de afgelopen vier jaar. De VBC toont in een tabel aan dat in de afgelopen vier jaar niet is gebleken dat de loonsverhoging het beoogde resultaat heeft gehad van een aantrekkende economie omdat er meer besteed zou kunnen worden. De minister voert echter aan dat het behoud van arbeidskrachten in de handel, bouw en nijverheid in de klein- en middenstandsbedrijven belangrijk is gezien de onzekerheden rond onder andere de raffinaderij. ,,Het voortbestaan van dit soort bedrijven, en daarmee het behoud van werkgelegenheid voor voornamelijk minimumloners, is van cruciaal belang”, zo voerde Koeiman vorig jaar al aan.
De VBC stelt daar tegenover dat het duurder worden van personeel ook kan leiden tot sluiting van bedrijven. De arbeidsproductiviteit, cost of doing business, de concurrentiepositie en economische groei moeten ook betrokken worden bij het totale economische beleid.