Van onze correspondent
Den Haag - De spanningen in Venezuela en de orkaan Irma zijn voor het kabinet redenen om meer aandacht te besteden aan crisisbeheersing in de Caribische rijksdelen.
Daarbij wordt direct gemeld dat het voor de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten ‘in eerste aanleg’ een landsaangelegenheid is.
Dat staat in de brief van minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer over de agenda voor risico- en crisisbeheersing 2018-2021. Het kabinet ziet het als zijn taak om Nederland ‘veilig te houden en waar nodig veiliger te maken’, schrijft Grapperhaus. Iedereen moet daaraan bijdragen, maar de overheid heeft de zorg voor een veilige samenleving door onder andere het bewustzijn te vergroten en de risico’s bekend te maken aan de burgers.
Tot die risico’s behoren klimaatverandering, energietransitie, digitale vervlechting, vergrijzing, ondermijning, buitenlandse inmenging, ‘maar ook de instabiliteit aan de grenzen van Europa en de Caribische gebiedsdelen van het Koninkrijk’. Nederland moet toegerust zijn om de risico’s te beheersen en zo mogelijk te voorkomen.
Bij de inhoudelijke speerpunten bij de agenda voor de komende jaren wordt de doorontwikkeling genoemd van de crisisbeheersing voor de Caribische rijksdelen. De ervaringen met orkaan Irma en de ‘uitdagingen’ rond Venezuela ‘maken dat de aandacht voor de beheersing van risico’s en crises in relatie tot Caribisch Nederland de komende jaren dient te worden aangescherpt’. Daarbij is ook Europees Nederland betrokken, aldus Grapperhaus.
De bewindsman wil met alle betrokkenen, in het Caribisch gebied en Nederland, lessen leren uit de ervaringen met orkaan Irma, ‘onder meer voor het systeem van crisisbeheersing in zowel het Caribisch gebied als in Nederland’. Hoewel Grapperhaus alle betrokkenen in alle delen van het Koninkrijk noemt, zijn de autonome landen volgens hem toch allereerst zelf verantwoordelijk voor hun eigen crisisbeheersing.
Over de agenda schrijft de minister ook dat er een Nationale Veiligheidsstrategie wordt opgesteld door de ministeries van Buitenlandse Zaken, Defensie en Justitie en Veiligheid. De internationale samenwerking zal worden verstevigd. Hierbij wordt geen specifieke melding gemaakt van de Caribische rijksdelen.