Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Als de Isla/PdVSA-raffinaderij nu de poorten zou sluiten en zou worden stilgelegd vertoont de Curaçaose economie, het bruto binnenlands product (bbp), volgend jaar niet de verwachte +0,4 procent groei maar een -2,5 procent krimp.
Dit jongste cijfer over het belang van de Curaçaose raffinaderij voor de economische bedrijvigheid is afkomstig van de Centrale Bank CBCS en werd afgelopen week genoemd door waarnemend-president Leila Matroos-Lasten in een speech voor de Rotary Club Curaçao. De integrale toespraak staat ook op de website van de CBCS.
Om de invloed van de handelsrelatie met Venezuela op het bbp van Curaçao te bepalen, heeft de Centrale Bank twee scenario’s in kaart gebracht: eentje waarin alle handelstransacties zouden wegvallen en een waarin alle transacties die alleen op de door de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA gerunde Isla betrekking hebben zouden ophouden.
Letterlijk zegt de president ad interim van de CBCS het zo: ,,As Venezuela is one of Curaçao’s main trading partners, a discontinuation of all trade will have a negative effect on real GDP, causing a contraction of 5,2% in Curaçao whilst the effect of the closing of only the Isla refinery would mean that the real GDP of Curaçao would contract by 2,5%.”
Dit veroorzaakt een sneeuwbaleffect op alles: daling van de private consumptie, verminderde activiteiten in de andere sectoren, afname van de particuliere investeringen, krimp van de overheidsbestedingen doordat er minder belastingeninkomsten zullen zijn. Hogere inflatie en grotere werkloosheid.
Aldus Matroos-Lasten. Toch is de gecalculeerde economische krimp bij sluiting van Isla ‘slechts’ 2,5 afgezet tegen een geprojecteerde groei van 0,4 procent - met een gezamenlijk verschil van -2,9 procent.
Dit cijfer is volgens de CBCS overigens niet hetzelfde als het ‘aandeel’ van de Isla in het totale bbp, aldus de Centrale Bank desgevraagd in een toelichting aan het Antilliaans Dagblad. Maar dat het relatief gering is, komt omdat de activiteiten al sinds de grote Isla-brand in mei 2017 op een laag pitje zijn. En, vervolgt de uitleg, de Isla ontvangt niet de benodigde ruwe olie voor raffinage.
Dit betekent dat in het gerealiseerde bbp van 2017 en de prognoses voor 2018 en 2019 - ‘baseline’ - het negatieve effect van de raffinaderij al worden gereflecteerd. Het scenario van sluiting van de Isla moet worden geïnterpreteerd als in vergelijking met deze baseline.
Het is alom bekend dat de productie vooral sinds mei 2018 nagenoeg stil is komen te liggen (door beslagleggingen op exploitant PdVSA, maar ook door nauwelijks nog aanvoer van ruwe olie uit Venezuela en door problemen bij levering door Curaçao Refinery Utilities, CRU). Echter, zoals Isla vorige week zelf nog verklaarde, staan er nog altijd duizend man op de payroll die nog elke maand worden doorbetaald en ook krijgen, volgens de raffinaderij, (onder)aannemers en leveranciers nog altijd hun geld.